Hij was zeer geleerd en met zijn inzet voor dierenwelzijn zijn tijd ver vooruit. Toch publiceerde dr. Izaäk Boot nauwelijks. Bijna al zijn tijd besteedde hij aan zijn preken. „In prediking had hij zijn gelijke niet.”
Het was een schoondochter die Cees Hoogendoorn ertoe aanspoorde opnieuw een biografie te gaan schrijven, nadat hij eerder het leven van de bekende legerpredikant ds. J. J. Poort vastlegde. Het advies liet hem niet los. „Door een auto-immuunziekte zijn mijn fysieke mogelijkheden beperkt, maar mentaal voel ik me nog fit.”
Een aantal personen liet hij de revue passeren. Het werd uiteindelijk dr. Izaäk Boot. „Van hem heb ik in de loop der jaren vele honderden preken op cassettebandjes verzameld en na digitalisering beluisterd. Zowel inhoudelijk als in voordracht had Boot iets unieks. Dat had hij gemeen met Poort. Als persoon waren ze onvergelijkbaar. Poort timmerde behoorlijk aan de weg; Boot was een studeerkamergeleerde die, afgezien van zijn dissertatie over het Hooglied, nauwelijks publiceerde.”
Hoe leerde u Boot kennen?
„Pasgetrouwd ging ik hem vanuit Streefkerk al beluisteren in Wijngaarden, omdat zijn preken me boeiden. Tijdens de jaren 80 van de vorige eeuw leerde ik hem meer van nabij kennen. Ik was toen ouderling in de hervormde gemeente van Streefkerk, waar hij soms een ringbeurt vervulde.”
Hoe was hij in de omgang?
„Heel vriendelijk en belangstellend, maar tot een echt persoonlijk gesprek kwam je nooit. Emotioneel leefde hij op een eiland. Dat verklaart zijn zwakte in het pastoraat. Zijn opdracht lag voor hem in het uitleggen en toepassen van de Schriften. Daarin had hij zijn gelijke niet. Voorafgaand aan een avonddienst in Streefkerk informeerde hij in de consistorie over welke tekst ’s morgens was gepreekt. Dat was de tekst waarover ook hij zou preken. Aan de ambtsdragers vroeg hij de inhoud van de preek van ’s morgens weer te geven. Na de dienst constateerden we dat er geen overlap was geweest tussen de preken. Door zijn gedegen voorbereiding en intelligentie was hij in staat ter plekke voor een heel andere insteek te kiezen. Toch hield hij een preek maar zelden twee keer.”
Wat maakt zijn prediking zo bijzonder?
„De breedte. Ooit zei hij: „Alles in de Bijbel draait wel om Christus, maar alles gaat niet om Christus. Het gaat om de drie-enige God en de komst van Zijn Koninkrijk.” Vandaar dat hij ook oog had voor de schepping en de dierenwereld, als wezenlijke onderdelen van Gods Rijk. In de gereformeerde gezindte werd daar wat lacherig over gedaan; in werkelijkheid was hij zijn tijd ver vooruit. Tegen zijn afkomst heeft hij zich nooit afgezet. Hij was een kenner van de nadere reformatoren, voor wie hij grote waardering had, maar zijn eigen verkondiging was veelzijdiger. Ook Boot ging het om het heil van de hoorders, maar altijd in het káder van het Koninkrijk. Dat geeft zijn preken een dimensie die je bij weinig anderen vindt. ”
Ging die insteek niet ten koste van het bevindelijke aspect?
„In een lezing stelde hij dat bevinding niet gepredikt maar beleefd moet worden. Persoonlijk ervaar ik juist bij zijn preken geestelijke herkenning. Daar komt bij dat zijn stijl van preken me boeit. Hij nam kennis van dat wat anderen voor hem hadden gezegd, maar je merkt nooit dat hij zich aan een bepaalde persoon spiegelt. Als je hem al met iemand wilt vergelijken, kom ik uit bij Augustinus. Ook die was intensief bezig met dat Koninkrijk van God. In zijn voordracht maakte Boot gebruik van de klassieke retorica, met een verdeling in punten, aansprekende voorbeelden en fictieve dialogen.”
U wijst ook op de variatie in tekstkeuze.
„Ja, er wordt door predikanten vaak gezegd dat de volle raad Gods moet worden verkondigd, maar bij velen komt maar een klein deel van de Bijbel aan de orde. Boot preekte over de geestelijke betekenis van de spijswetten, de les van de ooievaar uit Jeremia 8, het verschil tussen de helse smart voor en na de opstanding van het lichaam… Opvallend is verder zijn evenwicht. Hij promoveert op het Hooglied, maar preekt daar niet opvallend veel over. Hij zet zich in voor dierenbescherming, maar in zijn preken is dat geen dominant thema. Stokpaardjes kende hij niet.”
Waarom publiceerde hij zo weinig?
„Dat heb ook ik me afgevraagd. Aan zijn kennis lag het niet. Hij beheerste grondig Hebreeuws, Grieks en Latijn en sprak en las vlot Engels, Frans, Duits en Russisch. Die taal leerde hij zichzelf aan vanwege de Koude Oorlog. Als de Russen kwamen, moest hij hen kunnen verstaan. In 1957 maakte hij een reis naar Rusland. Op zondag bezocht hij in Moskou een Russisch-orthodoxe kerk bij het Sokolnikipark. De preek ging over de storm op zee, een storm die door de voorganger voorzichtig werd vergeleken met het communisme. Na de val van het communisme preekte Boot in Boven-Hardinxveld over hetzelfde Bijbelgedeelte. Hij verwees naar die dienst in Moskou en zei: „De storm kan ook gaan líggen, gemeente. Zie het communisme.” Dat was typisch Boot.
Nu naar de vraag: hij hechtte aan zijn doctorstitel, maar was verder zeer bescheiden. Naar zijn mening had hij weinig toe te voegen aan wat al was geschreven. Kenmerkend is dat hij aan het eind van zijn leven vrijwel al zijn preekschetsen vernietigde.”
Hoe stond de familie tegenover een biografie?
„Het idee moest bij mevrouw Boot rijpen, maar uiteindelijk oordeelde ze positief en kreeg ik alle beschikbare documenten. De cijferlijsten en diploma’s van Boot, allemaal cum laude, zijn agenda’s en kopieën van gevoerde correspondentie. De kerkenraden van de gemeenten die hij diende, gaven inzage in de notulen over de periode waarin Boot daar predikant was. Al het materiaal bevestigde het beeld dat ik van hem had. Zowel in prediking als gedrag was hij zeer consistent.”
Is Boot als mens u meer nabij gekomen?
„Poort meende ik na het schrijven van de biografie echt te kennen. Boot hield door de dikke schil die hem omgaf iets ongrijpbaars. Wel ging ik beter begrijpen waarom hij predikant was zoals hij dat was. Het ambt is zwaar voor hem geweest en het leven moeilijk. Door zijn karakter, maar nog meer vanwege zijn overtuiging. Hij liet hij zich niet meevoeren door de heersende cultuur; maatschappelijk noch kerkelijk.”
Wat is zijn betekenis voor nu?
„Boot zocht de gehele werkelijkheid te verstaan, maar altijd met diepe eerbied voor het gezag van de Bijbel. Die bevat de absolute waarheid over Schepper en Schepping. Alles wat je beweert, moet dus terug te vinden zijn in de Schrift. Door zijn grote geleerdheid kende ook hij de verleiding om verder te gaan, maar dan riep hij zichzelf tot de orde.
Vandaag hebben we in reformatorische kring enerzijds te maken met een prediking die eenzijdig gericht is op het menselijke heil, anderzijds met een toenemende relativering van het gezag van de Bijbel. Kennisname van de prediking van Boot kan voor beide velden heilzaam zijn. Dominees willen vaak scoren in eigen kring of juist meedoen met de brede samenleving. Boot was wars van beide. Gods Woord was voor hem wérkelijk de norm. Van alles wat er in de samenleving gebeurde, nationaal en internationaal, nam hij kennis, maar zijn blik was gericht op de eeuwigheid en het Rijk van God. Daarin had hij het tegenover van de profeten. Dat is voor mij hét kenmerk van een groot predikant.”