De kortgedingrechter schafte dinsdag de avondklok af. Volgens Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen, handelde de rechter „ondoordacht".
Waarom bent u het niet eens met het vonnis?
„De impact van zo’n besluit is groot. De rechter laat zich hier in haar eentje in met iets dat heel grote gevolgen kan hebben. Dat is een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De regering heeft gebruikgemaakt van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag. Daarin is artikel 8 geactiveerd, waardoor het instellen van zo’n avondklok op twee verschillende juridische manieren geregeld wordt. Het kan via een algemene maatregel van bestuur, waarna de Raad van State zich erover moet uitspreken. Maar het kan ook via een zogeheten ministeriële regeling, maar dan moet er sprake zijn van “super spoed”. Uit zorgvuldigheid koos de regering voor die laatste route: het Outbreak Management Team (OMT) werd gehoord, evenals de Tweede Kamer. En dan zegt deze rechter nu: dat is niet super spoedeisend, dus de avondklok geldt niet. Je moet dat maar durven zeggen. De avondklok werd namelijk ingesteld op het moment dat de Britse variant van het virus oprukte. Achteraf concludeert de rechter dat het mee lijkt te vallen. Maar van achteren kijk je de koe in de kont, zoals ze dat in Twente zeggen. Vriend en vijand in de Kamer was het erover eens dat de avondklok er snel moest komen, juist vanwege de angst voor die oprukkende variant."
Wanneer had de rechter volgens u wel een punt gehad?
„Dat was op het moment dat het evident onzinnig was van de regering om voor een super spoedprocedure te gaan. Als daar echter ook maar enigszins sprake van is, moet je daarin meegaan. Anders ga je als rechter op de stoel van de politiek zitten. Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat deze uitspraak in hoger beroep stand houdt. Het is ondoordacht geweest van deze rechter. De volksvertegenwoordiging is in elk geval niet tekort gedaan in deze gang van zaken."
Welke impact heeft deze uitspraak op de samenleving, denkt u?
„Ik denk dat die meevalt. Gezond nadenkende mensen zullen de avondklok blijven steunen. Niet dat de avondklok zo gewenst is, maar het is nu eenmaal nodig. Je ziet dat de regering ook voet bij stuk houdt en zegt dat als ze geen gelijk krijgt, het alsnog geregeld wordt."
Wat betekent het vonnis voor het imago van de rechtspraak?
„Dit doet de rechtspraak geen goed. We moeten ervan uitgaan dat deze rechter heeft geprobeerd integer te zijn. Maar wat verstandig was geweest in deze kwestie te doen, is echt wat anders."
Wat had de rechter moeten doen?
„Ze had marginaal moeten toetsen. Dat wil zeggen: alleen beoordelen of het volstrekt ondenkbaar is dat er een super spoedeisend belang was. Het vonnis had dan kunnen luiden dat er op termijn wellicht een bredere onderbouwing voor de avondklok nodig is, maar daar was de regering nota bene al mee bezig. Het wetsvoorstel lag al bij de Eerste Kamer. Ja, het verbaast me echt hoor, deze gang van zaken. Wat wil de rechter hier nu mee bereiken? Zelf ben ik in het verleden kritisch geweest op de coronamaatregelen en de juridische basis, maar dat men op dit punt de regering de kous op de kop geeft, is echt niet terecht. En natuurlijk zullen er collega’s zijn die er anders over denken, maar dat mag natuurlijk."