PKN start opleiding missionair werk
De Protestantse Kerk in Nederland start een nieuwe opleiding voor missionair werk. Coördinator en docent Janneke Nijboer: „Het missionaire werk heeft mijzelf veranderd.”
Nijboer streek weleens neer in de tuin van pioniersplek Windkrachthuis in Noordwijk. Daar was ze van 2012 tot 2019 „pioniersdominee.” Ze nodigde dan mensen uit voor een praatje en een kop koffie. Dat leidde tot onverwacht diepe gesprekken. Sporen van hoop, noemt de specialist missionair werk zulke momenten. Nu zet ze zich in als coördinator en docent bij de nieuwe opleiding ”Kerk naar buiten” om voorgangers toe te rusten voor het missionair werk.
Voor welke uitdagingen staat een voorganger bij missionair werk?
„Er is een grote spanning tussen het gemeentewerk en het ontwikkelen van missionaire initiatieven. De agenda van de doorsnee gemeentepredikant is gevuld met kerkelijk werk. En de gemeente verwacht van een voorganger dat hij daar zijn tijd insteekt. De uitdaging is hoe de voorganger en de gemeente nu met elkaar de stap naar buiten durven te zetten. Je moet als predikant durven te kiezen voor bijvoorbeeld minder tijd besteden aan pastoraat, de eredienst en catechese.
Een ander spanningsveld is dat in gemeenten veel geschreven en ongeschreven wetten gelden. Voor buitenstaanders die de kerk bezoeken, is dat ingewikkeld. Is een gemeente dan bereid de eigen manier van doen aan te passen om hun een plek te geven? Of moeten nieuwelingen zich aanpassen aan de kerk? Dat vraagt wijs leiderschap.”
U hebt tien jaar lang op pioniersplekken gewerkt. Hoe hebt u dat ervaren?
„Daar heb ik heel veel van geleerd. Het is spannend om te verkennen wat er in de wereld leeft. Alles wat ik bij me had, mijn hele predikant-zijn, moest ik afleggen in contact met niet-kerkelijken. Dat is nodig om zo eerlijk mogelijk te communiceren met buitenkerkelijken. Het gaat om wie je bent als persoon, niet dat er een kerk achter je staat.
Als je op de kansel staat, begint de gemeente niet bij het eerste woord te roepen: „Ik ga weg.” Dat mist een missionair werker. Je hebt geen gebouw, geen kansel, en de mensen hebben geen reden om naar je te luisteren. Die ruimte moet je zelf creëren en dan hopen dat mensen willen luisteren naar je verhaal. Er is geen nooduitgang. Dat maakt de missionair werker kwetsbaar.
Door missionair te zijn veranderde ik ook zelf. Ik kon me niet langer verschuilen achter kerkelijke taal en zeggen wat ik niet geloof. Ik moest leren vertellen waar ik wél in geloof.”
Wat leren de deelnemers in de nieuwe opleiding?
„De deelnemers krijgen zicht op wat missionair zijn in deze tijd kan betekenen. Kerk en samenleving zijn in beweging. Het vraagt veel van predikanten om een weg daarin te vinden. De opleiding maakt hen gevoelig voor veranderingen en geeft tools om daarmee om te gaan.
De opleiding traint ook in leiderschap. Een voorganger is niet in zijn eentje missionair, maar gaat de gemeente daarin voor. We verbinden dat ook aan de persoonlijke spiritualiteit van de voorganger.
Uiteindelijk gaat het in de opleiding erom dat pastores een grondhouding aanleren waarbij zij missionaire taken zien liggen in hun omgeving. Als een voorganger bijvoorbeeld in het verpleegtehuis komt voor pastoraat aan een gemeentelid, kan hij eens natrekken of misschien andere bewoners ook een bezoek van hem willen. Of de kerk kan meehelpen bij het organiseren van een dorpsfeest. De context verschilt per gemeente en vraagt om een eigen aanpak.”
De opleiding heeft als uitgangspunt „vanuit Gods liefde in beweging komen voor anderen.” Kunt u dat toelichten?
„Uit liefde is God het project met de wereld begonnen. Het is een beweging van liefde die we door de Bijbel en de traditie heen zien. Als kerk kunnen we luisteren en zoeken naar het werk van God wat we zien oplichten in de wereld en daarbij aansluiten. Zo kunnen we Zijn liefde doorgeven door de context te lezen waar God aan het werk is.”
Bestaat door de nadruk op de context niet het risico op aanpassing van de boodschap?
„Het is de vraag of dat een risico is. Het risico op het niet delen van de boodschap is veel groter. Het is ook niet de bedoeling dat de boodschap van het Evangelie onverstaanbaar is voor mensen van buiten de kerk. Christus werd als mens onderdeel van een bepaalde cultuur. Zo moet ook het Evangelie niet objectief boven de cultuur blijven hangen, maar in de context daarvan gebracht worden. Zo kan het landen in de mens.
Door de interactie met de omgeving ga je zelf het geloof ook anders doorleven en onder woorden brengen. Missionair werk is daarom spannend. Het brengt je terug bij het hart van je roeping: dienaar van het Woord zijn.”