Als de eerste besmettingsgolf in Frankrijk in volle hevigheid uitbreekt, slaan ziekenhuizen in de Elzas alarm. Ze kunnen de enorme toestroom van coronapatiënten niet meer aan. De Oost-Franse regio Grand-Est kleurt donkerrood op de coronakaarten. Een kerk in Mulhouse krijgt daarvan de schuld.
Het is 17 februari 2020 – nu bijna een jaar geleden. Een lockdown is iets waar China en andere verre landen mee bezig zijn. In Europa gaat alles ‘gewoon’ door: vliegtuigen brengen duizenden vakantiegangers naar besneeuwde Alpen of warme stranden. Zorgen over het coronavirus zijn er wel, maar de cijfers vallen mee: in Frankrijk zijn enkele tientallen besmettingen met het coronavirus geregistreerd. In Nederland is dat er nog niet één.
In deze context houdt de evangelisch-charismatische gemeente La Porte Ouverte –de geopende deur– in Mulhouse aan het begin van de veertigdagentijd haar jaarlijkse week van vasten en gebed. Er zijn ruim 2000 aanwezigen; uit Frankrijk, maar ook uit landen als België, Duitsland, Zwitserland en Frans-Guyana. Grote bijeenkomsten zijn niet nieuw voor de gemeente, die zo’n 2200 leden en meerdere voorgangers telt. Het houden van evenementen is niet verboden; pas een week later verbiedt de regering bijeenkomsten met meer dan 5000 bezoekers.
De gemeente in Mulhouse is verbonden met 21 Franstalige partnerkerken. De meeste in Frankrijk, maar ook in Frans-Guyana, Finland en Zwitserland. La Porte Ouverte maakt deel uit van de Nationale Raad van evangelicalen in Frankrijk – het ”Conseil national des évangéliques de France” (CNEF).
Op 1 maart slaat de gemeente alarm: meerdere deelnemers aan de gebedsweek blijken besmet met het coronavirus. Twee dagen later sluit de kerk haar deuren. In de periode die volgt, overlijden 26 gemeenteleden aan de gevolgen van het coronavirus. Zo’n duizend gemeenteleden worden ziek.
In heel Frankrijk neemt het aantal geregistreerde besmettingen in maart pijlsnel toe. De Elzas –een gebied in Noordoost-Frankrijk, waarin Mulhouse ligt– wordt zwaar getroffen; in absolute aantallen meldt alleen de veel dichtbevolktere regio rond Parijs meer besmettingen. Het aantal besmettingen per 100.000 inwoners is in geen andere regio hoger. Ziekenhuizen kunnen de toestroom van coronapatiënten niet meer aan en luiden de noodklok.
Gewelddadig
Al snel wordt de gebedsweek van La Porte Ouverte bestempeld als de eerste grote coronabesmettingshaard van Frankrijk. De bedreigingen die richting de gemeente geuit worden, zijn „soms extreem gewelddadig”, aldus ds. Samuel Peterschmitt in een videoboodschap. De voorganger werd zelf ook ernstig ziek en lag een week in het ziekenhuis.
De kerk wijst er op haar website op dat er in de periode rond de gebedsweek ook elders in Frankrijk grote evenementen zijn georganiseerd. Een voetbalwedstrijd in Lyon, waarbij 3000 supporters uit Italië –op dat moment de coronahotspot van Europa– aanwezig waren. En een internationale landbouwbeurs in Parijs, waar bijna een half miljoen bezoekers op afkwamen. Ook in Mulhouse zelf was op 18 februari een mensenmassa op de been tijdens een bezoek van president Macron aan de wijk waarin de kerk staat. Volgens een lokale journalist deed het staatshoofd er anderhalf uur over om een afstand van 100 meter af te leggen vanwege de vele selfies en omhelzingen waarvoor hij uitgebreid de tijd nam.
Politie
Hoe verdacht de kerk wordt gemaakt, blijkt uit het feit dat de politie een controle houdt tijdens de opname van een onlinekerkdienst. De agenten concluderen dat de kerk zich aan de regels houdt: er mogen dertig personen aanwezig zijn en ze tellen er slechts elf. Om commotie te voorkomen besluit de gemeente nadien om helemaal geen diensten meer te beleggen in de kerk. Een predikant preekt vanuit zijn huis en een gemeentelid verzorgt de liederen.
De deuren van de kerk gaan pas op 12 juli weer open voor publieke erediensten. Bij binnenkomst moeten bezoekers hun handen desinfecteren, het dragen van mondkapjes is verplicht, iedereen moet onderling afstand houden en er wordt een beperkt aantal ‘toegangskaartjes’ beschikbaar gesteld voor het 2300 zitplaatsen tellende gebouw.
Microscoop
Voor het herdenken van de overledenen wordt op 4 oktober een speciale bijeenkomst gehouden. Na de herdenking spreekt de Franse krant La Croix met een aantal gemeenteleden. De 36-jarige Lydie vindt de houding die de kerk heeft aangenomen tijdens de eerste golf van de corona-epidemie „zeer terecht.” Volgens haar vormt die houding een groot contrast met de „vijandigheid van de buitenwereld.” Ook hekelt ze de overweldigende aandacht voor de kerk in de media. „Waar anderen onder een vergrootglas zijn gelegd, zijn wij bij wijze van spreken met een microscoop onderzocht.”
Anderen wijzen er vooral op dat ze de bladzijde nu willen omslaan, zonder met al te veel verbittering terug te kijken. „We zijn werkelijk geschokt geweest”, geeft Bernadette (72) aan. „Maar God heeft ons geholpen om weer op te staan.”
Branding
Ds. Peterschmitt stelt dat zijn kerkelijke gemeente ook maanden na de corona-uitbraak nog altijd het mikpunt is van laster. Daarom laat hij eind vorig jaar het boek ”La déferlante” –”De branding”– verschijnen. Daarin laat hij de lezer in gespreksvorm kennismaken met zijn kerk en de bredere evangelicale beweging in Frankrijk (zie kader: ”Golven in de branding”).
Welke les hij trekt uit de achterliggende moeilijke periode? „Het gaat er niet om dat wij ons in een slachtofferrol plaatsen, maar juist om dat we begrijpen dat wat wij beleefd hebben, deel uitmaakt van het christelijke leven”, aldus de voorganger. „We zijn niet meer van dat evangelie van gemak en comfort, van overvloed en rijkdom, waarin iedereen wordt gezegend en genezen. Wij gaan vandaag terug naar de realiteit van de Schriften.”