Theologen maken steeds meer deel uit van het publieke domein en worden gevraagd daarop te reflecteren. „Kerkrecht moet ook niet alleen gericht zijn op de eigen kerk, maar de brede vragen van recht en gerechtigheid doordenken.”
Dat zegt dr. Leon van den Broeke, die per 1 februari benoemd is tot buitengewoon hoogleraar rechtstheologie en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK).
Van den Broeke is sinds 2016 verbonden aan de TUK als universitair hoofddocent en als directeur van het Deddens Kerkrecht Centrum. Daarnaast is hij verbonden aan de faculteit religie en theologie van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam en is hij voorzitter van het Centrum voor Religie en Recht aan de VU.
Het is de bedoeling dat Van den Broeke zich in zijn nieuwe functie als hoogleraar gaat concentreren op rechtstheologische en kerkrechtelijke vraagstukken in de context van religie en samenleving.
Pastorietuin
Dr. Van den Broeke stond aan de wieg van het Centrum voor Religie en Recht, dat precies twintig jaar geleden werd opgericht. „Het idee werd geboren in de pastorietuin van Meliskerke, waar ik toen predikant was. Ik was bezorgd over de teloorgang van het vak kerkrecht. Er was sprake van versmalling en verschraling. Kerkrecht werd gezien als iets wat alleen betrekking had op kerkelijk beleid, kerkorde of iets van het kerkelijk bureau. De tijden zijn inmiddels ingrijpend veranderd. In mijn studententijd konden theologen zich nog de luxe permitteren alleen met theologie bezig te zijn in een ivoren toren. Inmiddels zijn ze steeds meer gericht op de samenleving. Kerkrecht wordt gelukkig meer gezien als een multidisciplinair vak. Het is een verbindingsvak waarin theologen samenwerken met juristen, politici en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.”
Dat is wel heel actueel in deze tijd waarin godsdienstvrijheid steeds weer ter discussie staat.
„Het gaat daar alleen maar over. Dat is overigens niet alleen zo in coronatijd, nu kerkdiensten aan beperkingen onderworpen worden, maar ook sinds de opkomst van de secularisatie en de betwiste rol van de religie in het publieke domein. Je ziet dat vooral op dit punt de emoties hoog oplopen. Mensen weten zich niet goed raad met de godsdienstvrijheid en beseffen niet dat het een van de oudste grondrechten is. Dat kerken zich beroepen op het houden van hun samenkomsten en dat als een religieuze plicht zien, wordt niet meer verstaan.”
Dat betekent dat theologen uit het domein van het kerkrecht steeds meer een adviserende rol krijgen.
„Dat gebeurt al. We brengen adviezen uit aan kerkelijke organisaties, maar ook aan maatschappelijke organisaties, de overheid en politici van de Eerste en Tweede Kamer. Vandaar het belang van rechtstheologie: Het gaat in het kerkrecht niet alleen om het recht van een kerk, maar om de brede bezinning op recht en gerechtigheid. Ik was in 2019 op een internationale conferentie in Baskenland waar 300 deelnemers waren die zich met de diverse aspecten van rechtssociologie en rechtsfilosofie bezighielden.”
Uw werk stijgt al uit boven Kampen en Amsterdam.
„Ja, je ziet in een digitale leeromgeving dat je de wereld nog makkelijker van buiten naar binnen haalt. Ik zal dan ook mijn internationale netwerk meenemen dat ik in de afgelopen jaren heb opgebouwd. Ik ben voortdurend in contact met academici in Zuid-Afrika, Latijns-Amerika, Noord-Amerika, Azië en diverse Europese landen die zich bezighouden met het snijvlak van recht en samenleving. Theologie –en dus ook kerkrecht– richt zich steeds meer op deze wereld met al haar vragen en uitdagingen.”