De uitgangspositie van het kabinet in het debat over de avondklok oogde fragiel: alleen VVD en CDA waren ongeclausuleerd voor. Toch was er donderdagavond na ruim 8 uur debatteren een royale meerderheid: Alleen PVV, FVD, Partij voor de Dieren, SGP, DENK, Krol en Van Kooten-Arissen wezen het paardenmiddel af.
„Stop met bangmakerij en maak Nederland weer vrij”, rijmt FVD-Kamerlid Wybren van Haga. „Grijp niet naar de botte bijl en stop de avondklok want die is totaal krankjorum”, houdt Tunahan Kuzu van de fractie van DENK de Kamer voor. Beide partijen zitten in een zetel. Tegen de komst van het paardenmiddel hebben ze zich altijd al verzet. Én, zo menen ze bovendien, ze hebben het kabinet al vaak genoeg uitgelegd hoe het de coronapandemie moet bestrijden. Door een vliegverbod in te stellen vanuit landen waar gemuteerde virussen rondwaren. Door werkgevers die werknemers dwingen naar kantoor te komen keihard aan te pakken. Door het vaccinatietempo op te voeren. Wenst het kabinet daar niet naar te luisteren en slaat het hun wijze raad in de wind? Nou, dan kan het hun steun voor de avondklok wel vergeten.
De bijdrage van PVV-leider Wilders past in dezelfde categorie. In alle eerdere fases van de coronapandemie heeft Rutte gefaald in het effectief bestrijden daarvan, houdt hij de Kamer voor. Uitsluitend om dat toe te dekken, komt de premier nu met de meest vergaande maatregel.
Eveneens afwijzend van karakter ten aanzien van de avondklok, maar veel minder verwijtend en beschuldigend, zijn de bijdragen van SGP en Partij voor de Dieren. Harde sneren richting het kabinet laten beide partijen achterwege. SGP-leider Van der Staaij noemt de avondklok „eerder een uiting van onmacht dan van daadkracht.” Hij neemt een term in de mond die ook in het betoog van fractieleider Ouwehand van de Partij voor de Dieren essentieel is: bredere belangenafweging.
Wat beiden bedoelen, is dat het kabinet in de strijd tegen het coronavirus moet stoppen om blindelings maatregel op maatregel te stapelen. Het moet veel meer oog hebben voor de maatschappelijke nevenschade ervan en die twee vervolgens tegen elkaar afwegen. SGP en PvdD wijzen vooral op de gezondheidsschade voor jongeren en alleenstaanden. Ook houden ze het kabinet voor dat er winst te behalen valt door er strenger op toe te zien dat reeds van kracht zijnde maatregelen beter worden nageleefd.
Van der Staaij citeert uit 1 Petrus 5, zoals ook Groen van Prinsterer ooit deed: Vernedert u onder de krachtige hand van God, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd.
Wat voor de PVV al vast staat, is voor GroenLinks en PvdA nog een open vraag. Is de invoering van de avondklok te wijten aan het eerdere falen van het kabinet? Beide partijen laten ook nadrukkelijk een andere mogelijkheid open, namelijk dat hij vanwege het oprukken van de Britse coronamutant onontkoombaar is.
D66 en ChristenUnie geven vooral woorden aan hun worsteling. Ja, er moeten extra maatregelen worden genomen. Ja, het aantal sociale contacten moet verder worden teruggedrongen. Maar hoe past de avondklok nu in het rijtje? Hoe zit het met de handhaafbaarheid ervan?
Op de soms wat sceptische bijdragen van de fracties reageerde Rutte donderdag met een gepassioneerde smeekbede: Asjeblieft, zeg ja tegen de avondklok. De gedachtegang van de premier is inmiddels bekend: als het Outbreak Management Team ons verzekert dat een noodsituatie zonder een avondklok niet is uit te sluiten, wie zijn wij dan om te zeggen: Doe maar niet? Die luxe hebben we toch niet?
Hoe je het ook wendt of keert en wat daar ook op valt af te dingen: in die redeneertrant volgt een Kamermeerderheid hem ook na ruim tien maanden coronamisère nog steeds. Ook donderdag schatten de meeste partijen in dat nu ‘ja’ zeggen tegen de avondklok, hoe drastisch en ingrijpend ook, toch verstandiger en veiliger is én door hun achterban ook beter begrepen wordt dan een ‘nee’; hoe dat verder ook is onderbouwd.
Zodoende gaven D66, ChristenUnie, GroenLinks, SP en PvdA zich donderdag toch gewonnen. Het lukte partijen bovendien de allerscherpste kantje van het voorstel af te halen. De tijd waarop de avondklok ingaat, schuift met een halfuur op van 20.30 naar 21.00 uur. Mantelzorgers hoeven het niet bij één bezoekje per dag te houden; zij mogen hun geliefde opzoeken zo vaak als nodig is en dus ook na 21.00 uur. Geestelijk verzorgers vallen onder de uitzonderingsberoepen. Studenten mogen toch ’s avonds nog de deur uit om een examen of tentamen te doen, ook als dat betekent dat ze niet voor 21.00 uur binnen zijn.
Grapperhaus’ verzekering dat het kabinet zich steeds bij de Kamer zal verantwoorden voor het al dan niet verlengen van de avondklok na 12 februari was daarnaast voor veel fracties een verademing. De avondklok krijgt nog een wettelijke grondslag, een zogenaamde verlengingswet, en daarbij is de Kamer aan zet. De justitieminister nam verder het zekere voor het onzekere door zich bereid te verklaren de tijdelijke coronawet via een spoedprocedure aan te scherpen. Als de GGD’s een clusterbesmetting constateren die te herleiden is tot een bronbesmetting op de werkvloer van een bedrijf dat onzorgvuldig met het thuiswerkadvies is omgesprongen door werknemers te vragen, zo niet te dwingen toch naar kantoor te komen, kan dat forse consequenties hebben. In het uiterste geval kan de Arbeidsinspectie er dan voor kiezen de tent te sluiten. Die toezegging trok vooral SP en GroenLinks over de streep.
Niet de SGP. De partij hield staande dat een draconische maatregel als een avondklok op dit moment een stap te ver is. „Disproportioneel” in de woorden van voorman Van der Staaij. Het stoort hem met name dat waar de epidemiologische onderbouwing zo gedetailleerd mogelijk is doorgerekend de potentiële gezondheidsschade hooguit globaal in kaart is gebracht.
Twijfels over de vraag of het coronabeleid nu nog wel in balans is, leven er ook bij de andere fracties, zeker ook bij de ChristenUnie. Maar met duidelijk merkbare tegenzin ging CU-Kamerlid Dik-Faber er donderdag toch maar mee akkoord.