Rutte III nadert, kort voor finish, zijn einde
De val van het kabinet-Rutte III lijkt onvermijdelijk, zeker na het terugtreden van Asscher als PvdA-lijsttrekker. Vijf vragen en antwoorden over de crisis aan het Binnenhof.
Biedt premier Rutte vrijdag het ontslag van zijn kabinet aan bij koning Willem Alexander?
Haagse waarnemers gaan daar wel van uit. Het rapport van de commissie-Van Dam over de affaire rond de kinderopvangtoeslagen, waarover het kabinet vrijdag nog één keer vergaderde en dat spreekt van „ongekend onrecht” en „geschonden grondbeginselen van de rechtsstaat”, vraagt om een groots politiek gebaar, vinden drie van de vier coalitiepartijen, te weten CDA, D66 en CU.
Door het terugtreden van Asscher als PvdA-leider, donderdag, nam ook de druk op de VVD toe om op heldere en overtuigende wijze verantwoordelijkheid te nemen voor gemaakte fouten.
Dat er in de coalitie geen conflictueuze sfeer heerst en de stemming eerder iets ademt van ”samen uit, samen thuis”, maakt dat opstappen van het héle kabinet voor de hand ligt.
Formeel hoeft het kabinet toch niet af te treden?
Dat klopt. Elke regering kan doorregeren zolang de Kamer het vertrouwen in haar niet opzegt. Maar er is meer dat weegt. Een kabinet kan ook zelf besluiten de handdoek in de ring te werpen als het verantwoordelijkheid wil tonen voor falend beleid.
Dat deed, kort voor de Kamerverkiezingen van 2002, het kabinet-Kok II. Dat wilde, om zo te zeggen, collectief boete doen voor wat er aan Nederlandse zijde in 1995 misging bij de dramatische val van de moslimenclave Screbrenica.
Het kabinet kan er toch ook voor kiezen om het debat in de Tweede Kamer, gepland voor volgende week, af te wachten?
Dat kan, maar dat wordt dan wel een debat waarin de regering zwaar onder vuur komt te liggen. Vast staat nu al dat GroenLinks een motie van wantrouwen indient, die mogelijk gesteund gaat worden door de voltallige oppositie. Nu Asscher zich als partijleider heeft teruggetrokken, is het voor de PvdA, een partij die eerst nog aarzelde of zij zich achter zo’n motie zou scharen, alleen maar makkelijker geworden hieraan ook haar steun te geven. Zelfs de gouvernementeel ingestelde SGP stelt dat voor haar de vraag naar het aftreden van het kabinet „serieus op tafel” ligt.
Overigens heeft die motie ook dan nog geen meerderheid. Na het vertrek van FVD’er Hiddema, wiens plek in de Kamer nog niet is opgevuld, telt de coalitie 75 Kamerleden, de oppositie 74.
Voor Rutte en de coalitie speelt echter mee dat ze inzake zo’n belangrijk thema als de affaire rond de kinderopvangtoeslagen niet wil ronddobberen op het reddingsvlot van uitsluitend coalitiesteun. Bovendien bestaat het risico dat er binnen de coalitie dissidenten zijn: Kamerleden, zoals wellicht CDA’er Omtzigt, die vinden dat ze het aan hun stand verplicht zijn voor de GL-motie te stemmen.
Kortom, het is duidelijk dat Rutte en de zijnen het op een Kamerdebat niet willen laten aankomen. Veel liever houden zij de eer aan zichzelf.
Hoe moet het na het aftreden van het kabinet verder met de bestrijding van de coronacrisis?
Een demissionair kabinet krijgt van het staatshoofd de opdracht om al het nodige te blijven doen in het belang van het land. Regering en Kamer zullen tal van politiek gevoelige onderwerpen vanaf de ontslagindiening niet meer behandelen, maar de bestrijding van de coronacrisis zal in al zijn facetten onbeperkt doorgaan.
Wat is het effect van het aftreden van Rutte III voor de regeringspartijen, straks bij de verkiezingen?
In eerste instantie dachten zij dat ze door de val van het kabinet zichzelf schade zouden berokkenen. Inmiddels heerst het besef dat dit niet per se hoeft. Aftreden van Rutte III betekent een openlijke erkenning van de ernst van aangedaan leed. Dat kan op kiezers een positief effect hebben. Bovendien zullen burgers zich straks bij de stembus ook door andere zaken en thema’s laten leiden dan alleen de affaire rond de kinderopvangtoeslagen. Denk aan de wijze waarop het kabinet de coronapandemie aanpakt.