Huizenprijzen stijgen „ongekend hard” naar nieuwe records
De huizenprijzen zijn naar recordhoogten gestegen. Een bestaand huis wisselde in het afgelopen kwartaal gemiddeld voor 365.000 euro van eigenaar. Daarmee is op jaarbasis sprake van een stijging met 11,6 procent. Makelaarsvereniging NVM spreekt van een „ongekend harde” prijsstijging, maar heeft tegelijkertijd flinke zorgen over het geringe aanbod van woningen.
In coronajaar 2020 werden met 154.000 woningen nog wel meer huizen verkocht dan in voorgaande jaren. In het slotkwartaal verwisselden 41.184 huizen van eigenaar, 2,3 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder.
De belangrijkste reden voor de hard oplopende prijzen lijkt in het geringe aanbod van woningen te zitten. Voor de makelaars is dit de grootste bron van zorg. Koophuizen worden voor starters onbereikbaar en doorstromers blijven op hun beurt langer in hun huis zitten. De krapte was al in de afgelopen maanden te merken. Kopers konden in doorsnee uit minder dan twee huizen kiezen tijdens hun huizenjacht.
Halverwege het vierde kwartaal stonden 25.519 woningen te koop, bijna een derde minder dan een jaar terug. De gemiddelde vraagprijs nadert de 500.000 euro. De gemiddelde woning in Nederland staat nu 85 dagen te koop. Dat was een jaar terug nog 117 dagen.
Een jaar geleden al stelde NVM-voorzitter Onno Hoes dat er sprake was van woningnood, waarbij een grotere rol ligt voor de overheid om dit op te lossen. De vereniging is blij dat politieke partijen in aanloop naar de verkiezingen aandacht voor dit maatschappelijke vraagstuk hebben en het probleem in hun verkiezingsprogramma’s hebben erkend.
Volgens de NVM moeten er vooral meer woningen worden gebouwd. Ook om de woningen betaalbaar te houden. Naast de coronacrisis en het aanjagen van de economie zou dit het derde belangrijke aandachtspunt moeten zijn voor een volgend kabinet. Daarnaast moeten gemeenten meer inzetten op vraaggestuurd bouwen.
Van alle woningtypen liep de prijs van vrijstaande woningen afgelopen maanden het hardst op met een prijsstijging van gemiddeld 14,1 procent. Tussenwoningen werden in doorsnee 12,6 procent meer waard. Appartementen wisselden voor net geen 10 procent meer van eigenaar.
Verder valt op dat het oosten van Nederland in trek is. In Hardenberg en Zutphen werden met 21,7 procent en 20,5 procent de grootste prijsstijgingen gemeten. Vorig jaar zochten bijna 10 procent van de kopers in de Randstad een woning in de niet-westelijke provincies, tegenover 5,5 procent in 2015.
In de grote steden was het verschil met een jaar eerder tussen de 12 en 15 procent. Amsterdam was de uitzondering met stijging van 3,4 procent. Volgens de NVM liggen de prijzen in de hoofdstad al heel hoog en lijkt de rek er een beetje uit.