Driekwart van de Nederlanders gaat sinds de coronacrisis anders met media om. Het meeste vertrouwen is er in berichtgeving vanuit de overheid; sociale media verliezen juist vertrouwen, blijkt uit onderzoek.
Tot een kijkcijferrecord leidde het: de tweede toespraak van premier Rutte vanuit het Torentje. Op 14 december, aan de vooravond van de tweede lockdown, schakelden bijna 8,4 miljoen mensen via de televisie in. Het aantal kijkers via radio, internet en socialemediakanalen was nog niet eens meegerekend.
De hoge kijkcijfers corresponderen met het beeld dat naar voren komt uit een onderzoek naar gedrag, vertrouwen en verwachtingen ten aanzien van media in Nederland ten tijde van de coronacrisis. Onafhankelijk onderzoeksbureau Newcom Research zette halverwege oktober vragenlijsten uit onder 2870 respondenten van 16 jaar en ouder. De resultaten daarvan verschenen vorige maand.
Een groot deel van de Nederlanders (driekwart) heeft zijn mediagedrag aangepast sinds corona, vertelt onderzoeker Steven Boekee. Ruim 40 procent van de respondenten is het nieuws meer gaan volgen dan voor corona. Mensen zijn ook kritischer: 44 procent vraagt zich vaker af of een bericht wel of niet klopt.
YouTubefilmpjes
De onderzoekers vroegen respondenten door middel van rapportcijfers aan te geven welke informatiebronnen zij het meest vertrouwen. De overheid staat met stip bovenaan. De website van Rijksoverheid krijgt rapportcijfer 7,1; de website van het RIVM scoort een 7,0. „Het vertrouwen in de overheid blijft groot”, zegt Boekee. „Dat zie je ook terug in de kijkcijfers van de persconferenties.”
Maar ook traditionele media genieten relatief veel vertrouwen, blijkt uit het onderzoek. Nieuwsuitzendingen krijgen rapportcijfer 6,7; dagbladen 6,2. Ten opzichte van een jaar eerder is het vertrouwen in dagbladen wel gedaald. In 2019 kregen ze nog het cijfer 6,8. „Het vertrouwen staat onder druk. Maar eigen gebruikers blijven de dagbladen steunen”, zegt Boekee. YouTubefilmpjes scoren in de vertrouwenstest het laagst. „Feit is dat sociale media, waaronder YouTube, binnen de samenleving minder vertrouwen genieten dan de traditionele media.
Ten opzichte van de eerste golf is het mediagedrag nauwelijks gewijzigd, ontdekten de onderzoekers. Boekee: „We hebben dit verder niet onderzocht, maar mijn gedachte is dat wanneer mensen eenmaal hun voorkeursbronnen hebben, ze die blijven volgen. De meeste mensen hebben hun favoriete nieuwsapps op hun telefoon.”
De respondenten werd ook gevraagd over welke onderwerpen zij berichtgeving willen. Een gemeenschappelijk ergernispunt blijken nieuwsitems waarin BN’ers hun mening over corona geven: 61 procent vindt dat er te veel aandacht naar uitgaat. Ruim de helft van de respondenten (55 procent) is van mening dat er in de berichtgeving te weinig oog is voor andere zorgsectoren dan het ziekenhuis.
Coronablockers
Een volgens de onderzoeker verontrustende conclusie uit het onderzoek is dat 3 miljoen Nederlanders zich afsluiten van ontwikkelingen rond het coronavirus. „We noemen die coronablockers. Ze volgen het nieuws niet zo en bespreken de ontwikkelingen minder met andere mensen. Aan de regels houden ze zich ook slechter.”
Hoewel de nieuwsbehoefte van de meeste Nederlanders groot blijft, haakt de coronablocker juist af. Volgens Boekee is het voor de traditionele media dan ook „heel moeilijk” om deze groep te bereiken. „Zij zijn bewust minder coronanieuws gaan volgen ten opzichte van de eerste golf. Omdat ze een laag vertrouwen in media hebben, is het een uitdaging op zich om hun aandacht te vangen.”
Boekee raadt media aan te onderzoeken waar hun doelgroep naar op zoek is. „Wij zeggen altijd: one size fits nobody. Blijf je voelsprieten uitzetten om erachter te komen wat mensen willen lezen.”