Kabinet worstelt met toeslagenaffaire
Behalve de coronacrisis ligt ook de toeslagenaffaire het kabinet-Rutte III zwaar op de maag. Dinsdagavond na de coronapersconferentie belegt Rutte een extra ministerraad over het rapport ”Ongekend onrecht”. Valt het kabinet alsnog, met de Tweede Kamerverkiezingen in het zicht?
Half december presenteerde een parlementaire ondervragingscommissie onder leiding van CDA-Kamerlid Van Dam een vernietigend rapport over de toeslagenaffaire. Nog steeds heeft het kabinet daarop geen reactie gegeven. Daarom hangt ook nog steeds de vraag boven de markt of het rapport politieke consequenties moet hebben.
Dat het kabinet dinsdagavond een extra vergadering inlast, betekent in ieder geval dat de spanning oploopt. Naar verluidt kon de coalitie het maandagmorgen tijdens een regulier overleg tussen de top van het kabinet en de fractievoorzitters niet eens worden met elkaar. Premier Rutte en VVD-fractievoorzitter Dijkhoff stonden tegenover de andere drie coalitiepartijen, CDA, D66 en CU.
Rutte vindt dat opstappen op dit moment geen logische stap is. Als opstappen nodig zou zijn, had het kabinet eerder tot aftreden moeten besluiten. Ook het aftreden van minister Wiebes van Economische Zaken vindt de VVD een te zware politieke consequentie. Wiebes was in het tweede kabinet-Rutte als staatssecretaris van Financiën verantwoordelijk voor de toekenning van toeslagen. Anderen in de coalitie, onder wie de lijsttrekker van D66, minister Kaag, vinden dat het rapport wel consequenties moet hebben.
Motie van wantrouwen
Stel dat Rutte zijn zin krijgt en het kabinet kiest niet voor politieke consequenties, dan moet het kabinet de slag met de Tweede Kamer nog zien te winnen. GroenLinksleider Klaver riep het kabinet er zondag toe op de eer aan zichzelf te houden. Gebeurt dat niet dan zal hij volgende week, als de Tweede Kamer waarschijnlijk over het rapport van Van Dam discussieert, een motie van wantrouwen indienen.
Het staat bij niet bij voorbaat vast dat de Tweede Kamer die motie verwerpt. De coalitie heeft 75 van de 149 zetels. De 150e zetel van het teruggetreden FVD-Kamerlid Hiddema is nog niet bezet. Bronnen stellen dat Rutte maandag van coalitiepartners VVD, CDA, D66 en ChristenUnie vroeg dat geen van hun Kamerleden de motie van wantrouwen gaat steunen. Die garantie heeft Rutte niet gekregen.
Een Kamerlid dat dwars kan liggen, is bijvoorbeeld CDA-Kamerlid Omtzigt. Hij zette de toeslagenaffaire met zijn SP-collega Leijten op de politieke agenda. Maar ook andere Kamerleden van de coalitiepartners zouden zomaar een statement kunnen maken. In de wandelgangen wordt daarbij de naam van vertrekkend CU-Kamerlid Voordewind genoemd.
Asscher in spagaat
Op de SGP hoeft Rutte niet bij voorbaat te rekenen. SGP-fractievoorzitter Van der Staaij sprak als een van de eersten uit dat vanwege de ernstige conclusies in het rapport de vertrouwensvraag terecht op tafel ligt.
De coalitie zou er stiekem op rekenen dat PvdA-leider Asscher een motie van wantrouwen niet steunt. Asscher is een van de hoofdrolspelers in de affaire. Het is voor hem lastig uit te leggen dat hij het kabinet wegstuurt, maar wel zelf lijsttrekker blijft.