Wie de dramatische ontwikkelingen in Washington volgt, heeft al snel de neiging in clichétermen te vervallen. Ze variëren zo ongeveer van bizar en absurd tot ronduit griezelig. En alle afkeurende bewoordingen daar tussenin. En ze kloppen vrijwel allemaal. Want ook al had menigeen roerige nadagen van het presidentschap van Donald Trump voorspeld, de gebeurtenissen van woensdagavond kunnen niet anders dan een gevoel van groeiende verbijstering achterlaten.
De ambtsperiode van Trump heeft de afgelopen vier jaar in binnen- en buitenland tot ongekende polarisatie geleid, culminerend in de diepe verdeeldheid rond de uitslag van de presidentsverkiezingen van november. Dat leidde in de Verenigde Staten tot heftige debatten en felle demonstraties. Grosso modo allemaal binnen de grenzen die een rechtsstaat aan die uitingen van publieke onvrede stelt.
Maar nooit richtte de woede van een volksdeel zich op het hart van de Amerikaanse democratie. De beelden van een woedende menigte die de ruiten van het Capitool insloeg, agenten die met getrokken vuurwapens volksvertegenwoordigers proberen te beschermen en raddraaiers die op de stoel van vicepresident Mike Pence selfies maken, zijn nauwelijks in woorden van het grootst mogelijke afgrijzen te vangen.
Te meer, omdat de rellen in Washington het rechtstreekse gevolg waren van de opruiende taal van Donald Trump. Als er ooit een moment in zijn presidentschap is geweest waarop hij zich als staatsman had moeten gedragen, dan was het woensdag. En zeker ook omdat hij zich christen noemt. In plaats van zijn aanhangers te bedanken voor hun steun en ze tot kalmte te manen, riep hij ze juist op naar het Capitool op te trekken, met alle voorspelbare gevolgen van dien. Pas toen de situatie volledig uit de hand was gelopen, vroeg Trump hun naar huis te gaan. En zelfs toen kon hij het niet laten te benadrukken dat de Democraten de verkiezingen hebben gestolen.
Als dit Trumps opvatting is van zijn bekende slogan ”Make America great again”, dan heeft hij die woensdag voorgoed verkwanseld.
Vreedzame machtsoverdracht is normaal gesproken een van de aangename voorrechten van een democratische rechtsstaat. Trumps voorgangers hebben zich nooit tot dit soort volksmennerij verlaagd als ze het Witte Huis moesten verlaten. Met dit optreden verlaagt Trump niet alleen zichzelf en stelt hij veel christenen teleur die hem tot nu toe om uiteenlopende redenen steunden, maar zadelt hij de nieuwe president ook nog eens op met een zeer kwalijk stukje erfenis in een land dat toch al zo diep verdeeld is.
Tegelijkertijd is er één groot winstpunt. Na alle tumult van dit dramatische dieptepunt in de Amerikaanse geschiedenis, kwamen beide kamers van het Congres weer bijeen om de verkiezingswinst van Joe Biden te bekrachtigen. Zo werkt dat in een rechtsstaat.