Ook verpleegkundigen en artsen in de acute zorg worden al in de eerste vaccinatieronde ingeënt. Dat maakte zorgminister De Jonge zaterdag bekend.
Het gaat om verpleegkundigen en artsen die op een intensive care, een spoedeisende hulp of een corona-afdeling werken, maar ook om bijvoorbeeld ambulancepersoneel.
De Jonge koos ervoor zijn strategie bij te stellen, na een klemmend appel vanuit de zorgsector. Dat werd eind vorige week in gang gezet door intensivist Diederik Gommers en zorgbestuurder Ernst Kuipers. Zij wezen op het zorginfarct dat dreigt te ontstaan als de Britse mutant van het coronavirus ook in Nederland gaat rondwaren en de aantallen besmettingen en ziekenhuisopnames blijven stijgen. Veel ziekenhuizen kampen al met personeelstekorten en een hoog ziekteverzuim.
Later volgde een brandbrief van voorzitter Ad Melkert van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). De NZa waarschuwde daarvoor al voor de continuïteit van de acute zorg. Bijna een derde van de Nederlandse ziekenhuizen liet de toezichthouder weten behandelingen die volgens de richtlijnen binnen zes weken moeten worden geboden, uit te moeten stellen vanwege de druk door de coronapandemie.
Alles bij elkaar leidde dat zaterdag tot een spoedberaad tussen De Jonge, zorgminister Van Ark en het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Waarschijnlijk worden verspreid over het land tien ziekenhuizen aangewezen waar medewerkers in de acute zorg terecht kunnen voor hun eerste prik. Een definitieve datum daarvoor was maandagmiddag nog niet bekend.
De ‘gewone’ vaccinatiecampagne voor de zorgwerkers in de instellingen voor ouderenzorg en gehandicaptenzorg en voor de wijkverpleegkundigen zal zoals eerder gepland komende vrijdag van start blijven gaan. Daarvoor zijn drie priklocaties ingericht, in Veghel, Houten en Rotterdam.
Wel kan de opschaling naar in totaal 25 testlocaties sneller dan verwacht plaatshebben. Zo gaan de vaccinatiestraten in Amsterdam, Drenthe en Haaglanden al op 11 januari open; een week eerder dan gepland. Op de resterende locaties kan de prik in plaats van op 18 januari al op 15 januari worden gehaald.
Uitvoeringsorganisatie GGD GHOR zette vanaf deze maandag tweeduizend mensen in om afspraken in te plannen. Van de voorraad vaccins die Nederland voor de eerste ronde krijgt aangeleverd van farmaceut BioNtech-Pfizer kunnen 225.000 zorgmedewerkers worden gevaccineerd. De GGD’s hebben daarvoor zo’n 350 tot 400 prikkers achter de hand.
Nadat zaterdag de afspraken tussen het ministerie en de LNAZ bekend werden, trok zondag ook de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) bij De Jonge aan de bel. Uitkomst van dat beraad was dat huisartsen en hun zorgverlenende medewerkers de eerste groep vormen die in aanmerking komt voor vaccinatie met het Moderna-vaccin, dat naar verwachting nog deze maand, en mogelijk nog deze week zal worden goedgekeurd.
Huisartsen gaan dat vaccin ook inzetten om samen met instellingsartsen bewoners van verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg in te enten. De LHV en VWS hadden al afgesproken dat alle huisartsen en hun medewerkers daarvoor eerst de mogelijkheid zouden krijgen zelf te worden gevaccineerd.
Zondag kwamen beide partijen verder overeen dat als het vaccin van Moderna in januari niet beschikbaar komt, er een andere oplossing wordt gezocht voor het snel kunnen vaccineren van huisartsen in de 24-uurs huisartsenspoedzorg. Eind volgende week wordt beoordeeld of deze alternatieve oplossing nodig is.