Economen: Elke handelsdeal is beter dan no-deal
Elke handelsdeal tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie is beter dan een no-deal. Volgens hoogleraar economie Bas Jacobs van de Erasmus Universiteit Rotterdam is het daarom „waanzinnig goed nieuws” dat er eindelijk een overeenkomst is gesloten. Ook andere economen reageren positief.
„De schade zou niet te overzien zijn geweest als er geen deal was bereikt”, benadrukt Jacobs. Dan zouden er allemaal tarieven zijn gekomen die de vrijhandel belemmeren. „En dat was voor Nederland heel slecht geweest, want het het Verenigd Koninkrijk is na Duitsland en België de belangrijkste handelspartner van Nederland.”
Wat Jacobs ook erg belangrijk vindt, is dat bedrijven aan beide zijden van het Kanaal nu op gelijke voet met elkaar kunnen blijven concurreren. Het compromis tussen Brussel en Londen heeft er volgens hem voor gezorgd dat de spelregels van de EU voor een gelijk speelveld intact blijven.
„Dit laat onverlet dat het een ongelooflijk stom idee is om uit de EU te stappen. Brexit blijft een treurige beslissing die economisch niet is uit te leggen”, aldus Jacobs.
Dat laatste vindt ook Arnoud Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft echter de indruk dat de onderhandelaars er via alle gemaakte handelsafspraken in zijn geslaagd om een brexit te regelen die eigenlijk geen brexit te noemen is. Dat is volgens hem gunstig.
Boot maakt zich wel zorgen over de houdbaarheid. Zo is er een clausule uit de overeenkomst die dit compromis mogelijk heeft gemaakt. Beide partijen hebben afgesproken dat ze bij onenigheid op een later moment alsnog handelstarieven en -belemmeringen kunnen instellen. Volgens Boot betekent dit eigenlijk dat de overeenkomst later alsnog opgeblazen kan worden en dat het slagen van de deal erg afhankelijk is van het politieke sentiment in de komende jaren.
Econoom Bert Colijn van ING wijst erop dat vooral de Europese voedingsmiddelenbranche en landbouwsector profiteren van de deal. Voor die sectoren hadden de Britten anders flinke handelstarieven willen instellen.
Dat concessies zijn gedaan op het gebied van bijvoorbeeld visserij is in de ogen van Colijn voor de sector zelf zeer relevant, maar in het grote plaatje minder. „De visserij is economisch gezien maar een kleine sector, maar het is wel een heel tastbare en zichtbare sector. En daarom lag dit politiek erg gevoelig”, legt hij uit.
Colijn waarschuwt dat de brexit ondanks deze afspraken toch voor schade aan de economie kan zorgen. „Na 1 januari zal er toch niet meer zo onverstoord handel kunnen worden gedreven als in de afgelopen jaren”, voorziet hij. „Vrachtwagens zullen straks bijvoorbeeld extra gecontroleerd moeten worden aan de grens. Dat kost tijd en kan voor vertragingen zorgen. Daar moeten bedrijven rekening mee houden.”