Bij Van Aalsburg in Hellouw draait alles om wilgenhout
„Het groeit snel, het is flexibel, makkelijk te vormen en toch taai en sterk. Onder water blijft het wel 60 tot 70 jaar goed.” Dick van Aalsburg heeft het over wilgenhout. Alles in het bedrijf van hem en zijn vijf broers draait om dat natuurproduct.
Zijn opa en zijn vader gingen vanaf 1964 in de winter vanuit Hellouw wilgen knotten in de Biesbosch en bij Beesd en Culemborg. De takken verkochten ze aan Werkendamse waterbouwers. Daarnaast hadden ze in hun woonplaats een boerderij. In de jaren tachtig begonnen zij het hout, vooral bestemd voor zinkstukken voor havens en dijken, te bewerken en weer een decennium later was er sprake van een onderneming die zich volledig richtte op kust- en oeverconstructies. „We namen vanaf toen complete projecten aan.”
Pittig beroep
Inmiddels is Van Aalsburg BV in Nederland de grootste verwerker van wilgen-, griend- of rijshout; drie benamingen voor hetzelfde. Dick (37), die twintig jaar geleden in de zaak kwam, en zijn broers vormen het team van eigenaars. „We zijn allemaal geboren en getogen tussen de wilgen.” Geleidelijk aan lopen er ook steeds meer van hun kinderen in het bedrijf mee. Dat telt nu al met al zo’n zeventig vaste personeelsleden. „De meesten werken buiten, met hun handen. Je mag spreken van een fysiek pittig beroep.”
„Familie is voor ons heel belangrijk”, vertelt Dick. „Met elkaar alles delen, successen, maar ook tegenslagen. We zijn altijd gefocust op afstemming, samen zoeken naar de beste beslissingen. Dat ervaren wij als een automatisme. Onderling veel communiceren is daarbij onmisbaar.”
In het dorp was geen ruimte voor uitbreiding. Daarom verhuisde Van Aalsburg in 2014 naar het buitengebied van Hellouw. Het beschikt er over een oppervlakte van vier hectaren, met twee woningen, loodsen voor het materiaal en een terrein voor de metershoge opslag van het hout. Het kweken, met lage wilgen, gebeurt op 150 hectaren eigen grond, voor een deel dicht bij het bedrijf. Het kappen of maaien –tegenwoordig meest machinaal– vindt plaats vanaf oktober tot april.
Particulieren nemen een klein percentage van de afzet voor hun rekening, veelal voor schuttingen. „In doe-het-zelfpakketten of door ons gezet.” Verder worden wilgenenten ofwel -takken gevlochten tot beschoeiingen, geluidswallen en tuinhuisjes.
Veruit het meeste hout gaat echter naar de zakelijke markt. Van Aalsburg voert allerlei projecten uit voor Rijkswaterstaat, waterschappen en gemeenten, maar ook in het buitenland, tot in Suriname toe. Vaak fungeert het bedrijf als onderaannemer van grote spelers als Boskalis, Van Oord en, in België, Jan De Nul en DEME. Het beschikt over alle benodigde materiaal, waaronder pontons, schepen, kranen, vrachtwagens en baggerinstallaties.
Zinkstukken
Een zinkstuk is een mat, opgebouwd uit een raamwerk van zogeheten wiepen. Dat zijn bundels in elkaar gedraaid wilgenhout met touw eromheen. Het bedrijf is bezig de productie van de wiepen verder te automatiseren. Het geheel functioneert als fundering en beschermt de bodem of een dijk of dam tegen de erosie door de golven in het water. „Het voorkomt dat de stenen die je eroverheen stort wegspoelen of dat de ondergrond wegzakt. Alles blijft door zo’n zinkstuk op z’n plek.”
Het is een oud ambacht. „In archieven staat dat zinkstukken er rond 1730 al waren en er is aan het vlechten ervan weinig veranderd.” De onderneming in Hellouw maakt zo’n miljoen vierkante meter per jaar.
Vanaf 1950 wordt onder zinkstukken veelal geotextiel (doorlaatbaar doek) aangebracht. Van Aalsburg: „Voor het milieu is dat minder goed. Daarom zie je als trend een terugkeer naar de klassieke constructie, zonder kunststoffen. Prima, wij juichen meer toepassingen voor de wilg toe.”
Over de perspectieven voor het familiebedrijf: „Het is geen doel om groter te worden in mensen en omzet, maar door deze omvang is er voor iedereen wel een plekje. En kansen die zich aandienen en wilggerelateerd zijn, laten we niet lopen. We willen in ieder geval dicht bij de wilg blijven. En die wordt als natuurlijk product steeds populairder.”
>>rd.nl/dezaak