Herstel beurzen heeft iets onwerkelijks
De aandelenbeurs heeft de verliezen aan het begin van de coronacrisis bijna helemaal weggewerkt. Tegelijk heeft dat opmerkelijke herstel iets onwerkelijks.
Precies een jaar geleden nam ik contact op met twee verzekeringsmaatschappijen om mijn beide koopsompolissen van de beurs te halen en te parkeren op een veilige stallingsrekening. Met de einddatum in zicht leek het me verstandig geen extra risico’s te nemen met dit pensioenpotje, zeker niet omdat de AEX op een hoog niveau stond en ik onzekere tijden vermoedde in het jaar 2020.
Terugblikkend kan ik vaststellen dat dat een volstrekt zinloze exercitie is geweest, te vergelijken met het verplaatsen van dozen vol boeken van de ene kant van een loods naar de andere. Als ik op mijn handen was blijven zitten, was de totale waarde van beide polissen zelfs nog iets gestegen in vergelijking met twaalf maanden eerder. Toch heb ik geen seconde spijt gehad van mijn beslissing, want de handel in aandelen lijkt soms meer te maken te hebben met alchemie dan met economie.
Koersval
Toen de beurzen eind februari inzakten en in korte tijd met ruim 30 procent daalden, zag ik dat aan met de professionele blik van een buitenstaander. De koersval kwam iets later dan ik had verwacht, maar viel goed te verklaren door het vrijwel geheel tot stilstand komen van de wereldeconomie. Doordat ik enkele maanden eerder al uit de aandelen was gestapt, ging deze beurscrash ook niet gepaard met spijtgevoelens of zelfverwijt.
Na het bereiken van een dieptepunt in maart, volgde een fors herstel dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Wie begin november een ton had belegd in een indexfonds, zou die beursmaand hebben afgesloten met meer dan 10.000 euro winst. Zoals het er nu naar uitziet, zijn op 31 december alle verliezen weggewerkt en wordt het jaar mogelijk zelfs afgesloten met een bescheiden plusje.
Zo logisch en voorspelbaar als de beurs zich aan het begin van de pandemie gedroeg, zo onwaarschijnlijk en voorbarig lijkt de huidige hausse. Het suggereert een fors herstel op het moment dat het coronavirus is bedwongen, maar valt lastig te rijmen met de golf aan ontslagen en faillissementen die volgend jaar wordt verwacht. Stevenen we af op de ergste neergang sinds de jaren 30, zoals steeds te lezen valt, of volgt juist een golf van opluchting en een ongekende bloeiperiode?
Barometer
De beurs gold lange tijd als barometer van de economie en liep altijd iets vooruit op reële ontwikkelingen. Nu doet het meer denken aan een enorme stoommachine vol metertjes en knipperende lampjes waar economen met stijgende verbazing naar kijken. Er vallen forse winsten te behalen (de stijging in november was bijvoorbeeld de grootste van het afgelopen decennium), maar er valt tegelijk geen peil op te trekken.
De aandelenbeurs lijkt op het reservoir van een complex stelsel van communicerende vaten waar al het geld uiteindelijk vanzelf naartoe vloeit, ook al is dat geld misschien gecreëerd met één druk op de knop en onderdeel van een snel groeiende schuldenberg. Veel beleggers zullen aan het einde van het jaar opgelucht ademhalen. Zelf houd ik mijn adem in.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl