FVD antigodsdienstig in de genen
Door het rumoer rond Thierry Baudet laaide in het RD weer de discussie op of christenen zich kunnen verbinden aan Forum voor Democratie (FVD). Het antwoord is nee, omdat diep in de genen van FVD het antigodsdienstige en antichristelijke zit.
Het boek “Concurrent of bondgenoot” van Hans van de Breevaart leverde al de nodige gespreksstof. In de krant van 5 december kwamen vijf christelijke FVD-sympathisanten aan het woord. Volgens een van hen vind je „geen greintje antisemitisme” in Baudets boeken. Hij zou alleen veel te laks hebben opgetreden tegen FVD-jongeren. Jodenhaat in de partij had al grondig uitgeroeid moeten worden. In dit artikel komt ook aan de orde of je je, afgezien van deze kwestie, met FVD kunt verbinden. Volgens een van de geïnterviewden is Baudet „een fan van christenen en het christelijk geloof”; dat was hem meermalen gebleken.
Bedreiging
Wie zich met Baudet en FVD verbonden voelt, vergist zich naar mijn overtuiging ernstig. Want uit welke stal komt Baudet? Wie is zijn geestelijke vader? Van wie is hij een beschermeling? De man bij wie hij promoveerde: Paul Cliteur. Deze trad door het rumoer rond Baudet terug als FVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer.
Cliteur is hoogleraar aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Een groepje wetenschappers daar weet zich aan hem verwant. Cliteur staat bekend als een radicale verdediger van de vrijheid van meningsuiting. Het verabsoluteren van deze vrijheid is een bedreiging voor andere rechten, vooral de vrijheid van godsdienst. FVD is anti-islam. Maar ook breder lijkt mij de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging niet veilig in de handen van Baudet en zijn geestverwanten.
Hoe denkt Cliteur over godsdienst? Hij keert zich in zijn boek ”Moreel Esperanto” tegen „religieus fundamentalisme”: de aanhangers hiervan zijn de gelovigen die zich direct baseren op „de wil van God”. De hieruit voortkomende ethiek luidt in een notendop: „wat God wil is goed, wat tegen zijn wil is, is kwaad.” Cliteur spreekt van een „goddelijke bevelstheorie”. Hij breekt een lans voor een autonome moraal: spreken over goed en kwaad dient te gebeuren zonder dat mensen verwijzen naar hun godsdienst als legitimatie.
Cliteur bepleit een religieus neutraal vocabulaire, een ”moreel Esperanto”. Deze taal gedijt het best in een geseculariseerde staat, waarin religie als een privézaak wordt beschouwd. Hij verwerpt dan ook een multireligieuze staat met publieke godsdienstige uitingen en dus ook het bijzonder onderwijs.
Principieel geweldloos
Cliteur hangt het atheïsme aan. In zijn visie leidt godsdienst tot geweld. Dat geldt niet alleen de islam maar ook het jodendom en christendom. Hij illustreert dit met het voorbeeld van Abraham die zijn zoon Izak moet offeren. Geweld dus tegen zijn eigen zoon. God geeft hem daartoe bevel. Maar Cliteur laat heel de context weg. Wie goed leest, begrijpt dat Israëls God het tegendeel wil van een mensenoffer. Tegen Pilatus zegt de Heere Jezus: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.” Daarom streden Zijn dienaren niet. Heel de geschiedenis van de gevangenneming van Christus toont overtuigend aan dat Hij geweld afwijst. Het zwaard van christenen is het Woord, door de Heilige Geest gehanteerd. Het christendom is principieel geweldloos, ook al ging het vaak mis op dit punt. Voor het jodendom geldt ook dat het principieel geweldloos is; dat blijkt uit de Tien Geboden. Het geweld in het Oude Testament doet hier niets van af. De islam is weer anders, maar toch niet per definitie gewelddadig.
Antichristelijk
Natuurlijk bejegent Baudet christenen en Joden welwillend. Hun stemmen en steun zijn welkom. Maar diep in de genen van FVD zit het antigodsdienstige en antichristelijke. Soms zie je het in een flits. De Heere Christus zegt tegen zijn volgelingen: „Ik zend u als schapen in het midden van de wolven” (Mattheüs 10:16). En: „Weest dan voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven.”
Wij moeten ons verstand gebruiken én de ander onbevangen tegemoet treden. Wij moeten zelf oprecht zijn zonder een ander op zijn mooie woorden te geloven. Wat FVD betreft, lijkt er nog wat achterstallig denkwerk te liggen voor deze en gene.
De auteur promoveerde in 2014 op een onderzoek naar godsdienstvrijheid.