In het wetsvoorstel staat het doel om de stikstofuitstoot in 2030 met 26 procent te verminderen. Dat is volgens LTO met de nu beschikbare technieken al zeer ambitieus. De voor 2035 beoogde halvering van de stikstofuitstoot is volgens de organisatie „niet reëel en onhaalbaar”.

Verder is LTO niet te spreken over het feit dat de economische en sociale gevolgen van de natuurmaatregelen voor bedrijven in de land- en tuinbouw niet in beeld worden gebracht en mee worden genomen in de besluitvorming. Op deze manier worden de extra kosten van maatregelen en de gevolgen voor het verdienmodel van boeren en tuinders volgens de branchevereniging namelijk genegeerd. LTO wijst erop dat de Raad van State ook al concludeerde dat de sociaaleconomische afwegingen in het wetsvoorstel onvoldoende zijn.