Bertus Sondervan, masterstudent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, heeft dubbele gevoelens bij de schulderkenning. De 26-jarige orthodoxe Jood ziet enerzijds de waarde in van het belijden van schuld, ook als dat betrekking heeft op gebeurtenissen verder in het verleden. „Het is een teken van kracht als je het verleden niet wegmoffelt, niet vergeet, maar eerlijk toegeeft wat er fout is gegaan. Dat is de enige manier waarop je kunt leren van het verleden.”
Het steekt Sondervan dat de erkenning „een beetje laat” komt. „Waarom is er direct na de oorlog niet ingegrepen? Vele Joden hebben jarenlang problemen gehad om hun huis terug te krijgen, of hebben dat nog altijd niet terug. Fouten erkennen is goed, maar velen van degenen voor wie dit écht betekenis zou hebben, zijn inmiddels al overleden.”
De gevolgen van de Shoah ervaart de jonge Jood „elke dag. Er leven veel minder Joden in Nederland dan voorheen, en van hen is misschien een handjevol religieus.” Ook maakt hij zich zorgen over toenemend antisemitisme. „Op sociale media wemelt het van stereotypen over Joden. Daarom schieten wij met alleen schuld erkennen niets op. Ik hoop dat de kerk dit aangrijpt om ook daadwerkelijk iets te doen tegen de sterk oplaaiende Jodenhaat in Nederland en Europa.”