De huidige extreem lage rente is fnuikend voor spaarders en pensioenfondsen. Voor een groot aantal huiseigenaren betekent het echter juist hun redding.
Veel spaarders hebben onlangs van hun bank te horen gekregen dat de rente op hun spaarrekening naar 0 procent gaat. Vergeleken met een rente van 0,01 procent maakt dat weinig verschil qua rendement, maar gevoelsmatig is het absolute nulpunt hiermee wel bereikt. Natuurlijk kan de bank in deze bijna omgekeerde wereld ook kiezen voor negatieve rente, feit blijft dat dit aanvoelt als het einde van een tijdperk.
Voor pensioenfondsen –beter gezegd: voor gepensioneerden– is deze situatie zeer nadelig. Vanwege de aan de reële rente gekoppelde rekenrente zullen veel fondsen de uitkeringen moeten verlagen, wat ten koste gaat van de koopkracht. Pensioenoverzichten veranderen op deze wijze langzaam in prognoses waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Ook wie zelf spaart voor zijn pensioen, heeft steeds minder mogelijkheden om zijn geld te laten aangroeien.
De lage rente heeft indirect effect op zowel de beurs als de huizenmarkt. Op zoek naar rendement drijven (grote) beleggers de prijzen op van zowel aandelen als woningen. Wie een huis koopt met goedkoop geleend geld, maakt al snel winst wanneer hij deze vervolgens voor veel geld te huur aanbiedt. Zo ontstaat een vliegwieleffect dat nu al heeft geresulteerd in een riskante bubbel.
De lage rente is deels het gevolg van een historische trend, maar dat verklaart niet de vrije val in het afgelopen decennium. Met het steeds verder verlagen van de rente hoopt de Europese Centrale Bank de inflatie aan te wakkeren en consumenten aan te zetten tot de aanschaf van goederen. Consumptie, al dan niet op krediet, wordt aangemoedigd, terwijl spaarzaamheid juist zo onaantrekkelijk mogelijk wordt gemaakt. In werkelijkheid heeft dit beleid vooral een verstorend, misschien zelfs ontwrichtend effect.
Huizenkopers hebben baat bij de lage rente, maar zien die winst meteen weer verdampen doordat de huizenprijzen een recordniveau hebben bereikt. Het zijn vooral huizenbezitters, en dan met name die groep die alles aflossingsvrij heeft gefinancierd, die zich in de handen mogen wrijven bij de huidige lage rentestanden. Zonder dit beleid zouden zij in de toekomst wellicht in ernstige problemen zijn geraakt, terwijl ze nu door het oog van de naald zijn gekropen.
Wie een aflossingsvrije hypotheek bezit van drie ton tegen 2 procent rente betaalt daarvoor maandelijks 500 euro bruto, minder dan menigeen kwijt is als huurder in de sociale sector. Extra aflossen lijkt in dat geval helemaal niet dringend noodzakelijk, omdat de lasten eenvoudig kunnen worden opgebracht. Feitelijk maskeert die lage hypotheekrente de werkelijke hoogte van de schuld. Het kan geen kwaad om dezelfde hypotheek nog eens te toetsen aan percentages die tot voor kort golden als normaal. Bij een rente van 6 procent zou dat huishouden maar liefst 1500 euro aan bruto maandlasten kwijt zijn. Dat duizelingwekkende bedrag onderstreept de wankele weg waarop we ons thans bevinden en zet vraagtekens bij de houdbaarheid van het economisch herstel.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl