Zorg over lauwheid christelijke jongeren voert boventoon bij afsluiting lectoraat
De resultaten van het lectoraat Vorming vanuit de Bron vervullen Steven Middelkoop, kandidaat met preekbevoegdheid binnen de Hersteld Hervormde Kerk met een diep gevoel van onbehagen. „Waar brandt het vuur van de geloofsgemeenschap bij onze jongeren?”
Het onderzoeksverslag biedt volgens Middelkoop een eerlijke dwarsdoorsnede van de situatie onder jongeren. Dat stelde de voormalige jeugdwerker en projectleider bij de HHJO woensdagmiddag op het afsluitende symposium van het driejarig lectoraat Vorming vanuit de Bron. Middelkoop reageerde in zijn co-referaat op de lezing van lector Nico van Steensel die de belangrijkste resultaten belichtte.
Jongeren blijken de Bijbel als richtlijn en het maken van keuzes op grond van de Schrift hoog te waarderen. Daartegenover achten ze het bidden bij een moeilijke keuze van minder hoge waarde. Middelkoop stelde zich daarbij de vraag of de overtuiging van de waarde van de Bijbel als norm en richtsnoer misschien meer verinnerlijkt is dan de ervaring van de persoonlijke omgang met God. „Is onze godsdienst meer een godsdienst van prestatie dan van relatie?”
Jongeren blijken daarnaast nog niet zo zeker te zijn van hun binding aan het christelijke geloof, aldus Middelkoop. „In groten getale reageren zij met ”neutraal” als het gaat om gebed, Bijbellezen, toekomstig christen-zijn en verbondenheid met het geloof.” Het doet de voormalig jeugdwerker denken aan het verwijt dat Johannes aan de gemeente van Laodicea maakte. „Men was daar koud noch heet. Daar kende men echter wel geloof. Zou Johannes scherper oordelen over ons en onze jongeren dan hij deed over Laodicea?”
Het feit dat het onderzoek Vorming vanuit de Bron sterk leunt op wetenschappelijke modellen is volgens Middelkoop logisch. Toch plaatst hij daarbij wel een kanttekening: „De individuele beleving van de persoonlijke omgang met God gaat een dergelijk onderzoek te boven. De vragen die schuilgaan op de bodem van hun hart, laten zich niet vangen in percentages of definities.”
Veel jongeren zijn schakelaars, merkt Middelkoop: trouw aan de uiterlijke traditie, maar tegelijkertijd levend in de wereld. „Een christen hoort echter geheel anders te zijn. Misschien hebben we teveel vanuit de verbinding gesproken en is het tijd de confrontatie met de cultuur aan te gaan.”
Herkenbaar
Vijf studenten van het Hoornbeeck College reageerden op de opbrengsten van het lectoraat. „Het is mooi dat de uitkomsten eerlijk en herkenbaar zijn”, vond de 17-jarige Jan, student aan de opleiding Junior Accountmanager. De gespreksleider bevroeg de studenten onder andere op de manier waarop zij hun leven in een seculiere cultuur vormgeven en welke keuzes ze maken.
Jan: „Ik stel mezelf de vraag: Ik ben nu hier, kan God als Hij terugkomt, op deze plaats naast mij zitten?” De 18-jarige Willemijn gaat op zaterdag uit en zit op zondag in de kerk. „Ik heb daar geen problemen mee; het is je eigen keuze. Je weet zelf wat God voor je betekent.” Ook gaf de studente aan dat het lastig is om nee te zeggen, omdat iedereen uitgaat. „Alleen thuis zitten is ook niet echt een optie.”
De 21-jarige Pieter wil opvoeders meegeven zonder oordeel naast jongeren te zitten en het gesprek met hen aan te gaan. Het valt Jan op dat het vaak over de „wet en de regeltjes” gaat. „Leg in ieder geval uit waarom iets niet mag en verkondig vaker de liefde.” Liselotte, 18 jaar, merkt op dat het vaak normaler wordt gevonden dat jongeren niet geloven dan wel. „Laat zien dat geloven iets moois is en dat het uitmaakt of je wel of niet gelooft.”
Het Hoornbeeck College wil de opbrengsten van het lectoraat en van eerder onderzoek een vervolg geven en heeft besloten tot de inrichting van een kenniscentrum.