Kerk & religie

Hoop en vrees bij christenen in Syrië

Christenen in de Syrische stad Homs kunnen ongehinderd naar de kerk. Dat was in de afgelopen jaren wel anders. Rijen van verwoeste gebouwen getuigen nog steeds van wat de oorlog heeft aangericht. De Turkse inval in Syrië zorgt echter voor nieuwe onzekerheid.

René Heij
16 October 2019 10:58Gewijzigd op 17 November 2020 06:43
beeld Arie van der Poel
beeld Arie van der Poel

Pater Frans van der Lugt wilde Homs niet verlaten zolang er nog christenen in de stad woonden. Ook niet toen de strijd tussen voor- en tegenstanders van president Assad heviger werd.

In april 2014 werd Van der Lugt vermoord en op dezelfde dag begraven nabij het jezuïetenklooster in de stad. Nu, ruim vijf jaar later, is het in Homs relatief rustig. En: er wonen nog steeds christenen in de stad.

Vlak bij het graf van ”pater Frans” komen iedere zondag zo’n 150 mensen samen tijdens een presbyteriaanse kerkdienst, vertelt Arie van der Poel, regiocoördinator Midden-Oosten en Noord-Afrika bij zendingsorganisatie GZB. Van der Poel was de afgelopen twee weken in Syrië en Libanon, onder meer voor de algemene vergadering van Action Chrétienne en Orient (ACO), een internationaal samenwerkingsverband van kerken.

Je kunt in Homs als christen ongehinderd naar de kerk gaan, merkte hij. De sporen van de oorlog zijn evenwel overal zichtbaar. „Onderweg naar de kerk zag ik onafzienbare rijen verwoeste gebouwen. Er gaan tientallen jaren overheen voordat al die schade is hersteld.”

2019-10-16-KRK13-bijsyrieliggend2-4-FC_web.jpg
beeld Arie van der Poel

Van der Poel sprak tijdens zijn bezoek aan Syrië verschillende christenen die nadrukkelijk aangaven dat „de Heere God hun enige hoop en houvast is. Ik had vooral contact met ouderen. Er zijn nog maar weinig twintigers en dertigers meer in de kerk. Veel jongeren zijn gevlucht naar Libanon, Europa of Amerika. Ouderen konden vaker niet vertrekken of voelden zich geroepen om te blijven. Nu vraag je je wel af: wat betekent het nagenoeg ontbreken van een jonge generatie voor de lange termijn?”

Tijdens uw bezoek aan Syrië vielen Turkse troepen het noordoosten van het land binnen. Hoe reageerden christenen daarop?

„Ik ben in het westen van Syrië geweest. De situatie in het noordoosten heb ik niet met eigen ogen gezien. Maar ook in het ‘veiligere’ westen merkte ik de ontzetting. In het dorp Kessab, bij de Turkse grens in de buurt van de Middellandse Zee, sprak ik Armeense vrouwen die in 2014 gezien hebben hoe de Turken de grens overkwamen, gevolgd door strijders van de terreurbewegingen al-Nusra en al-Qaida. Zij waren er getuige van dat mensen massaal op de vlucht sloegen.

Nu zij horen dat de Turken elders wéér de grens zijn overgestoken, komen herinneringen en gevoelens van pijn, verdriet en ontzetting opnieuw naar boven.”

Weet u of er christenen op de vlucht zijn geslagen?

„Ik heb de indruk dat de meeste christenen vooralsnog blijven, maar er is nog veel onduidelijk. Dat geldt ook voor berichten over Koerden die anderen –dus ook christenen– zouden oproepen om te strijden tegen de Turken. Die zijn niet bevestigd. Nu het Syrische regeringsleger noordwaarts trekt, is veel onzeker.”

Wat kunnen mensen in Nederland doen voor christenen in Syrië?

„Het gebed staat altijd voorop. Gebed dat de broeders en zusters in Syrië stand zullen houden, maar ook gebed voor vrede voor Syrië. Daarnaast zal de GZB op korte termijn extra noodhulp verlenen aan juist de kerken in het noordoosten van Syrië. Er ligt in Syrië een roeping voor de kerk in het Westen. Paulus is op weg naar Damascus tot geloof gekomen. De christenheid in Syrië is heel oud.”

Met welk gevoel vertrok u maandag uit Syrië?

Van der Poel denkt even na en zegt dan: „Dat was een dubbel gevoel. Aan de ene kant was ik erg onder de indruk van degenen die in Syrië gebleven zijn, in vertrouwen op God. Aan de andere kant voelde ik pijn in mijn hart. Doordat je ziet hoeveel de mensen geleden hebben, hoe groot de verwoestingen zijn en hoe het aantal christenen in Syrië is afgenomen. Ik hoop en bid dat de christelijke minderheid er weer mag groeien.

Een Syrische predikant zei tegen mij, terwijl hij tussen tientallen kinderen stond: „We hebben de zondagsschool herontdekt tijdens de oorlog.” Toen er geen kerkdiensten konden worden belegd, kon er soms doordeweeks zondagsschool gehouden worden. En nu zie je toch een nieuwe generatie opkomen. De GZB wil daarom inzetten op hulp bij onderwijs aan jonge mensen, om hen in de Syrische samenleving perspectief te bieden.”

2019-10-16-KRK13-bijsyriestaand-3-FC_web.jpg
In de Syrische stad Homs kunnen christenen weer ongestoord naar de kerk gaan. beeld Arie van der Poel

Tussen twee vuren

De Nationale Evangelische Synode van Syrië en Libanon (NESSL) telt 36 gemeenten, verdeeld over beide landen. Drie gemeenten liggen in Noordoost-Syrië: Kamishly, Hassakeh en Malkieh. Ds. Joseph Kassab, algemeen secretaris van de NESSL, heeft contact met voorgangers uit het gebied. Christenen in het noordoosten van Syrië staan tussen twee strijdende partijen in, stelde ds. Kassab eind vorige week in een verklaring. Aan de ene kant staan de Turken, die hun invloed in de regio willen vergroten om de soennieten te beschermen, en aan de andere kant de Koerden, die een eigen grondgebied willen hebben.

In het gebied, waar circa 50.000 christenen wonen, was het sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog tot voor kort relatief rustig, aldus Kassab. Nu zou echter zelfs het vliegveld, dat open kon blijven onder bescherming van de Syrische regering, gesloten zijn.

De predikanten in de regio hebben hun zorgen gedeeld met ds. Kassab. Ze spreken onder meer over bombardementen waardoor er tekorten aan water en brandstoffen zijn. Prijzen voor voedsel stijgen snel. Ook zijn in een deel van de gebieden scholen gesloten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer