De partij van de Hebronse zakenman Ashraf al-Jabari is nog maar klein. Maar zijn boodschap is revolutionair: Palestijnen moeten streven naar een gezamenlijke Israëlisch-Palestijnse staat.
Het Oslo-akkoord van de jaren ’90, dat voorzag in autonomie voor de dichtbevolkte Palestijnse bevolkingscentra, zou slechts vijf jaar van kracht zijn, maar de onderhandelingen die Israëliërs en Palestijnen voerden, leidden tot niets. Ook van „de deal van de eeuw”, die de Amerikaanse regering mogelijk volgende maand zal lanceren is weinig te verwachten. Dat is althans de mening van de Palestijnse zakenman Ashraf al-Jabari. Volgens hem is 90 procent van die deal al uitgevoerd. Met andere woorden: de huidige situatie op de Westelijke Jordaanoever zal erdoor worden bevestigd, en dus ook de feitelijke annexaties die Israël er heeft door gevoerd.
Wat te doen? Jabari wil vóór alles een einde maken aan de miserabele toestand waarin Palestijnen leven, en daarvoor zoekt hij samenwerking met Israëlische zakenlui. Met hen heeft Jabari al een Israëlische-Palestijnse Kamer van Koophandel opgericht, die actief is in zowel Israël als de Palestijnse gebieden. Afgelopen maandag bracht Jabari Joodse leiders uit de nederzettingen op de Westoever bijeen in een tent naast zijn huis in Hebron. Gezamenlijk gebruikten ze er een kosjere Iftarmaaltijd – het avondeten van moslims tijdens de vastenmaand Ramadan.
Door samen te werken met Israëlische zakenlui heeft Jabari ook goede relaties opgebouwd met de Amerikaanse ambassadeur in Jeruzalem, David M. Friedman. Die prees hem onlangs als toegewijd vredestichter.
„Onze hoogste prioriteit is het creëren van banen”, zegt Jabari „Pas daarna, dus na de economie, komt de politiek.”
Begin deze maand kondigden hij en zijn aanhangers de oprichting aan van de Palestijnse politieke partij ”Hervorming en Ontwikkeling”. Hij heeft een maand de tijd om alle benodigde documenten te verzamelen en zich te laten registreren. Zijn partij streeft naar vrede. „We steken onze hand uit naar vrede”, zegt Jabari. „Niets zal ons stoppen.”
De partij wil, net als de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO, de oprichting van een Palestijnse staat naast Israël. De grenzen zijn die van vóór de Zesdaagse Oorlog van 1967. Maar hij is nuchter genoeg om te beseffen dat voor zo’n tweestatenoplossing onvoldoende steun bestaat in Israël. Wat dan als alternatief overblijft? „We zien maar twee opties”, zegt Jabari. „Dat is terugkeer naar geweld, of de komst van een eenstaatoplossing.”
Omdat Jabari’s partij op de economie is gericht, blijven vraagstukken die samenhangen met zo’n eenstaatoplossing voorlopig onbesproken. Ook over de status van Jeruzalem wil Jabari nog niets zeggen. Met de Palestijnse vluchtelingen in andere landen hoeven politici zich al helemaal niet bemoeien, vindt hij. „Het recht van terugkeer is een persoonlijke kwestie. Of ze wel of niet terugkeren moeten we aan de vluchtelingen zelf overlaten.”
De gezamenlijke staat moet er in elk geval zijn voor álle burgers, benadrukt Jabari. „In Israël wonen al twee miljoen Arabieren. Ze doen in alles mee. Er zijn zelfs Arabische ministers en parlementariërs, dus wat wij willen is niet iets vreemds.” Dat zal waar zijn, maar de weg naar zo’n staat zal een moeizame zijn, weet ook Jabari. „Het zal jaren duren voordat die is verwezenlijkt.”