Rus heeft voor elke gast opklapbed klaar staan
Een gast komt in Oost-Europa niets tekort. Kom dat maar eens tegen in het individualistische en materialistische Westen. Of is die beroemde gastvrijheid toch niet zo warm als ze lijkt?
De tafels zijn goed gevuld met zelfgemaakte salades, soep en kip. Tot diep in de nacht worden de glazen gevuld met wodka. En dit alles gaat gepaard met oneindige toasten op het leven, de vriendschap en vrouwen.
Nooit zal een Rus of Oekraïner zeggen dat het tijd wordt om naar huis te gaan. Het feest moet de hele nacht duren. Wil je nog wat kip? Neem anders wat meer salade. Of wat extra paddenstoelen. Een nee wordt niet geaccepteerd.
Slavische gastvrijheid kent geen grenzen. Waar komt die warmte vandaan, in een werelddeel dat bekendstaat als kil, afstandelijk en onvriendelijk?
Bovendien staat het in schril contrast met de Nederlandse gastvrijheid. Het Hollandse diner bezorgt je geen te volle buik. In Nederland word je te verstaan gegeven dat je moet vertrekken als je te gast bent. Want de bezigheden van de volgende dag doemen op in het hoofd. Een vergadering ‘s ochtends vroeg, of kinderen die naar de sportclub moeten worden gebracht.
Oorlog
Natalja Kapoce (39) heeft Russische ouders. Haar gedachten gaan terug naar haar jeugd. Ze groeide op in de Sovjet-Unie en woonde in Visaginas, de meest Russische stad van Litouwen. Als haar ouders gasten hadden, werd alles in huis gehaald, herinnert ze zich. Het ontbrak aan niets.
Voor een verklaring hiervoor gaat Kapoce, directrice van het Russisch cultureel centrum in de Litouwse hoofdstad Vilnius, terug naar de Tweede Wereldoorlog. „Toen was er geen eten. Er werd honger geleden. Mijn oma had niets voor haar gasten. Dat mocht zich niet meer herhalen.”
Ligt daar de oorsprong van de gastvrijheid? Kapoce gaat verder terug: „Vroeger trokken christelijke pelgrims te voet van dorp naar dorp. Ze hadden niet veel geld. Door de dorpsbewoners werden ze in huis gehaald om te eten en te drinken.”
Ook nu, zegt Kapoce, met achter zich boeken over de Russische taal en literatuur en werk van de dichter Poesjkin en de schrijvers Boenin en Nabokov, houdt de jongere generatie vast aan deze traditie. Bij haar vrienden in Sint-Petersburg staat de hele tafel vol. Zonder traditioneel Russisch eten, maar met sushi. Met daarop als bekroning Russische kaviaar.
„Ik kan dan niet vroeg weg. Russen zien het als een feest als je langskomt. Dat moet je lang vieren. Mijn ouders hebben een opklapbed in huis, zodat de gast kan blijven slapen. Iedereen heeft dat.”
Levenspatroon
Omgekeerd stellen de Russen zich bescheiden op als ze op bezoek zijn in Nederland. Ze drinken niet te veel, slaan het voorstel om wat meer eten op te scheppen beleefd af en gaan uit zichzelf op tijd naar huis. Ze weten dat westerlingen die oneindige gastvrijheid niet kennen, zegt Kapoce. Het strakke levenspatroon laat daar geen ruimte voor.
„Maar”, besluit Kapoce, „met al dat eten en drinken en die gastvrijheid wil de Rus ook laten zien dat hij het goed heeft. Dat hij rijk is.” Achter die vermaarde gastvrijheid schuilt dus ook iets van status.