NPV bezorgd over euthanasie bij dementie
De christelijke patiëntenvereniging NPV is verontrust over een recente uitspraak van een van de toetsingscommissies voor euthanasie.
Een huisarts die zich bij de toezichthouder had gemeld had het leven beëindigd van een wilsonbekwame patiënte van in de zestig die leed aan dementie. Om te voorkomen dat de vrouw bij het inbrengen van de infuusnaald onrustig zou worden en zich zou verwonden, diende de arts haar vooraf een slaapmiddel toe. De toetsingscommissie achtte dat verdedigbaar.
Een andere arts die een diepdementerende patiënte voor de dodelijke injectie een slaapmiddel gaf werd eerder dit jaar door de tuchtrechter berispt. Tegen deze medicus loopt nog een strafrechtelijk onderzoek.
Volgens de toetsingscommissie zijn er echter cruciale verschillen tussen beide zaken. De wilsverklaring van de patiënte waar de berispte arts op afging, was verre van eenduidig. In de recente zaak was dat wel het geval. Bovendien had de berispte arts niet in het medisch dossier vastgelegd op basis van welke observaties zij concludeerde dat de patiënte uitzichtloos en ondraaglijk leed. De arts op wie de nieuwe uitspraak betrekking heeft, deed dat volgens de toezichthouder wel correct.
De NPV erkent de verschillen tussen beide zaken. Uit het verslag van de toetsingscommissie over de jongste zaak valt echter niet af te leiden dat het de patiënte was die in woord of gebaar eenduidig aangaf dat zij euthanasie wilde, aldus directeur Van Dijk. De toezichthouder verzuimde volgens hem ook na te gaan of de arts zich maximaal inspande om de patiënte duidelijk te maken wat zij van plan was.
Van Dijk vindt dat justitie de zaak alsnog moet onderzoeken. „Een dodelijke injectie geven aan demente, wilsonbekwame patiënten is een uiterst griezelig en glibberig pad. Bovendien mag verzet tegen euthanasie nooit bij voorbaat onmogelijk worden gemaakt door versuffende middelen.”