Animo voor landelijke fusie CU en SGP daalt
De animo onder raadsleden van ChristenUnie en SGP voor een landelijke fusie is het afgelopen decennium gedaald. CU’ers zijn enthousiaster dan SGP’ers over zo’n ineenschuiving.
Dat blijkt uit een recent gehouden enquête van het Reformatorisch Dagblad onder 289 raadsleden van die partijen. In 2006 achtte 55 procent van de CU-raadsleden een landelijke fusie tussen CU en SGP nog (zeer) wenselijk. Nu is dat aandeel gezakt naar 42 procent. Dezelfde trend is zichtbaar binnen de SGP. In 2006 zag 33 procent van de SGP-raadsleden brood in een fusie met de CU. Nu ziet nog 22 procent van de SGP’ers dat zitten.
Samenwerken
Duidelijk blijkt dat raadsleden die al samenwerken in een gecombineerde CU-SGP-fractie één landelijke partij meer toejuichen dan CU’ers en SGP’ers die lokaal afzonderlijk opereren. Zo vindt 71 procent van de CU-raadsleden die al met de SGP één fractie vormen het wenselijk tot zeer wenselijk als het tot een landelijke fusie komt. Voor CU-raadsleden die afzonderlijk optreden, ligt dat percentage op 37.
Van de SGP-raadsleden die lokaal actief zijn in een CU-SGP-fractie noemt 38 procent het wenselijk tot zeer wenselijk dat de twee partijen landelijk fuseren. Van SGP’ers die alleen voor de eigen partij in de gemeenteraad actief zijn, ziet 18 procent heil in een nationale ineensmelting van CU en SGP.
Onderlinge verhoudingen
Met de onderlinge verhoudingen tussen CU’ers en SGP’ers zit het doorgaans wel snor, zo blijkt uit de RD-enquête. SGP’ers zeggen in 8 procent van de gevallen nauwelijks contact of een negatieve verhouding te hebben met hun CU-collega’s in de raad. Dat percentage komt overeen met cijfers uit een onderzoek van de SGP zelf uit 2008. Zo’n 22 procent van de SGP’ers en CU’ers zit in een combinatiefractie, zo leert het RD-onderzoek. Ook noemt 65 procent van de SGP’ers de verstandhouding met CU-collega’s constructief en kritisch, maar niet zuur. Ook die cijfers waren in 2008 ongeveer hetzelfde.