Rond het vertalen van de Bijbel woedt een geestelijke strijd
Wie denkt dat het vertalen van de Bijbel een taal-technische bezigheid is, die heeft gelijk. Maar het is ook een voluit geestelijk gebeuren. Alleen al uit de geestelijke tegenstand die vertalers ervaren, blijkt dat.
Dit artikel is geschreven in het kader van de RD-actie. Ga naar de actiesite voor meer artikelen en beelden.
Bij het concrete vertaalwerk worden keuzes gemaakt die van groot belang kunnen zijn voor het leven van christenen in een bepaald gebied. En omdát dit zo is, is er soms ook verzet vanuit de gemeenten zelf. Omdat ze de gevolgen van een bepaalde vertaalkeuze aanvoelen.
Precies dát speelde enkele jaren terug in een kerk waar –mede als gevolg van het ontbreken van een Bijbel in de eigen taal– losbandige praktijken rond huwelijk en echtscheiding bestonden. Toen de gemeente aan de slag ging met het vertalen van het Nieuwe Testament stuitten gemeenteleden ook op teksten waarin de Heere Jezus spreekt over echtscheiding: „Wat God heeft samengevoegd, dat scheidde de mens niet.” Een ouderling uit de gemeente, die deelnam aan het vertaalwerk, wilde dat per se anders vertaald hebben, „want zoals het er nu stond kon niet waar zijn.” Uiteraard werd gekozen voor de juiste vertaling van dit tekstgedeelte en bleef de boodschap van Jezus bewaard.
Het komt ook voor dat een kerk vanwege het ontbreken van een leesbare Bijbel zó is vervreemd van het Evangelie dat een zuivere prediking niet meer wordt geduld. Bekend is het verhaal van een evangelist die zo’n kerk bezocht en die daar de noodzaak van bekering en geloof in Jezus Christus verkondigde. „Waar heeft die man het over?” was de reactie van gemeenteleden die hem hoorden. Daarop werd de man het dorp uit gewerkt.
Een Bijbelse boodschap die mede door taalproblemen is verwaterd laat ook vaak vermenging van christelijk geloof en heidense praktijken ongemoeid. Zo riep een jonge christen eens uit na een lange vertaalsessie: „O, dit moet mijn vader ook lezen. Hij is dominee, maar voorspelt nog altijd de toekomst met behulp van de nieren van een geslachte kip.”
Ook rond begrafenissen is er in kerken zonder eigen Bijbel weinig besef van hardnekkige heidense elementen, zoals het aanroepen van de geesten van voorouders.
Is het een wonder dat er opvallend veel geestelijk verzet wordt ervaren tegen vertaalprojecten? Vooral in gebieden waar kerken nog klein zijn en een ‘eigen’ Bijbel zomaar voor groei van de gemeente kan gaan zorgen?
Medewerkers van Wycliffe maakten het vorig jaar nog mee dat leden van een vertaalteam een voor een met zware tegenslag in het persoonlijk leven te maken kregen toen ze met hun werk wilden beginnen. Zo werd een van de mannen door zijn vrouw verlaten, een ander raakte zijn vrouw kwijt toen ze door de politie werd opgepakt en opgesloten vanwege vermeende illegale praktijken. Hij bleef met acht kinderen alleen achter. En dat allemaal achter elkaar in korte tijd. Het kon geen toeval zijn. Dat beseften deze twee mannen ook en daarom zetten ze hun vertaalwerk voort.
Wat een Bijbel in de eigen taal kan doen met een christelijke gemeente werd duidelijk bij enkele kerken van de Tali.
De leden noemden zich wel christenen, maar dronkenschap was er normaal, kinderen werden door ouders mishandeld en ook echtelieden gingen regelmatig met elkaar op de vuist.
Totdat mannen en vrouwen in hun Bijbel gingen lezen, en onder begeleiding de teksten spelden. „Zo kunnen we ons niet blijven gedragen”, was hun reactie. Binnen een tijdsbestek van enkele maanden veranderde de leefwijze in het dorp ingrijpend.