Verwachte stormloop op NIPT heeft ingrijpende gevolgen
In de elfde week van de zwangerschap heeft een baby ongeveer alle organen die er horen te zijn: zelfs twintig verdikkingen in de boven- en onderkaak op de plaats waar later de melktandjes ontstaan. Het hartje klopt al een paar weken. Soms kunnen aanstaande ouders dat ook horen als ze de verloskundige bezoeken.
Vanaf vandaag biedt die verloskundige zulke ouders een nieuwe test aan: de niet-invasieve prenatale test (NIPT), een test die de ouders antwoord geeft op de kans op een aantal aangeboren afwijkingen. De test was sinds 2014 mogelijk voor zwangeren met een verhoogd risico, maar is nu beschikbaar voor elke aanstaande moeder vanaf de elfde week van de zwangerschap. De acht centra die de test aanbieden, denken dat er veel belangstelling voor is. Ze hebben extra personeel aangenomen en verwachten 360 testen per dag te gaan uitvoeren. Over twee tot drie weken zullen veel aanstaande moeders de uitslag van de test ontvangen. Maar wat gebeurt er daarna?
Het eenvoudige antwoord is dat elke drie dagen één moeder hoort dat ze waarschijnlijk zwanger is van een kindje met het syndroom van Down. In driekwart van de gevallen is dat ook zo. Daarnaast zijn er nog moeders die horen dat hun kindje een syndroom heeft waardoor het rond de geboorte zal overlijden, maar dat komt veel minder vaak voor.
Er is ook een moeilijk antwoord. Wat moeten vader en moeder aan met de kennis dat ze een downkind verwachten? Koning Salomo stelde eeuwen geleden al vast dat veel wijsheid samengaat met veel verdriet. Dat zal ook voor deze ouders gelden, omdat ze zich niet kunnen voorstellen hoe de toekomst van zo’n kindje eruitziet.
Een deel van deze ouders zal kiezen voor het afbreken van de zwangerschap. Wetenschappers zijn het oneens over de vraag in welke mate dat gaat gebeuren. De praktijk in sommige Scandinavische landen laat zien dat er weinig reden is voor optimisme. „Daar sterft mijn kolonie uit”, vertelde een jongen met downsyndroom die vorig jaar op bezoek was in Denemarken.
Niet moeilijk is het om in te schatten wat dit op de lange termijn doet met onze samenleving. Dat jaarlijks van een paar honderd downkinderen het ongeboren leven beëindigd wordt, betekent misschien niet veel op het totaal aantal abortussen, maar blijft gruwelijk. Er is echter een ander groot bezwaar: deze prenatale testen tasten het collectieve denken over het leven aan. Leven is geen keuze, maar een geschenk. Leven komt niet uit een kookboek maar uit Gods hand. Ook het leven van een kind met een beperking, handicap of een andere aandoening – en dat van een kind met ADHD, hazenlip of open ruggetje.
Testen als de NIPT sluiten aan bij de drang om het leven geheel naar eigen smaak in te richten en elk risico uit te sluiten. In theorie blijft ieder die de NIPT gebruikt vrij om te kiezen wat hij met de uitslag doet, maar het is onontkoombaar dat de publieke opinie die vrijheid zal beknotten. Daarmee is de stormloop op de NIPT een nieuwe steen op een toren van Babel die onmogelijk niet-invasief, niet-ingrijpend, genoemd kan worden.