VVD fopt velen met beeld tweestrijd Rutte-Wilders
De VVD probeert de verkiezingscampagne uit alle macht te framen als een tweestrijd tussen de liberale leider Rutte en PVV-voorman Wilders om het premierschap. De liberalen spinnen daar garen bij, maar klopt het eigenlijk wel?
De Amerikaanse presidentsverkiezing vorig jaar was een echte tweekamp: voor alle kiezers was glashelder dat één van beide kandidaten –Trump of Clinton– de nieuwe president zou worden.
Dichter bij huis: in 2006 ontspon zich een tweegevecht tussen Balkenende (CDA) en Bos (PvdA) om het premierschap, in 2012 tussen Rutte en Samsom (PvdA).
De VVD doet het voorkomen als- of er nu sprake is van een tweestrijd tussen Rutte en Wilders. Dat beeld wordt gretig overgenomen door andere politieke partijen, door media en door veel kiezers. Door weg te blijven bij het voor zondag 26 februari geplande RTL-premiersdebat omdat Wilders er niet aan meedoet, bevestigen de liberalen hun frame.
Lucratief
Dat zij baat hebben bij de voorstelling van zaken alsof de campagne draait om een tweestrijd, blijkt onder meer uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en de Volkskrant. Kiezers van D66 en CDA en in mindere mate van GroenLinks en de PvdA overwegen op de VVD te stemmen als ze daarmee Wilders van een zege kunnen afhouden.
Ook bij eerdere verkiezingen bleek het frame van de tweestrijd lucratief voor de twee partijen die streden om het premierschap: stemmers uit de achterban van aanpalende partijen lieten zich er massaal toe verleiden om hun oorspronkelijke voorkeur in te ruilen voor een strategische stem op één van beide kampvechters.
Dat er nu opnieuw sprake lijkt van een tweestrijd tussen twee partijen om het premierschap is op zichzelf niet zo vreemd. Dat past helemaal bij de trend van de afgelopen veertig jaar.
Wonderlijk is wel dat kiezers een keuze tussen VVD en PVV wordt opgedrongen. Leidend in deze campagne is de sociaalculturele invalshoek: wat voor Nederland willen we zijn? De boodschap van de VVD (doe normaal of ga weg) ligt op dit vlak in lijn met die van de PVV (Nederland weer van ons). Daarin zit slechts een gradueel verschil; van een fundamenteel andere keuze voor de toekomst van ons land is geen sprake. Anders dan bijvoorbeeld tussen VVD en PvdA.
Belangrijker echter is dat een tweestrijd het idee oproept dat er sprake is van een wedloop om het premierschap. Zo was dat eerder tenminste wel, toen de race ging tussen Den Uyl (PvdA) of Van Agt (CDA), Balkenende of Bos, Rutte of Samsom. De winnaar mocht destijds het voortouw nemen bij de kabinetsformatie – en slaagde er meestal ook in een kabinet onder zijn leiding te vormen.
Rutte maakt zeker kans op het premierschap. Wilders totaal niet. Als hij de verkiezingen wint, kan hij met geen mogelijkheid een kabinet vormen. Niemand wil met hem in zee, zelfs de VVD niet. Wilders wíl het trouwens zelf ook niet: hij blijft liever de luis in de pels van gevestigde partijen dan dat hij regeringsverantwoordelijkheid moet dragen.
Koude kermis
De door de VVD gepropageerde tweestrijd is dus fake. Daar komt bij dat kiezers die zich eerder lieten meeslepen in een tweestrijd, doorgaans van een koude kermis thuiskwamen: de twee strijdende partijen gingen vaak sámen regeren. En dan meestal ook nog eens met steun van een of meer partijen die strategische stemmers omwille van de tweestrijd links hadden laten liggen.
Behalve dat het electoraal nuttig is, heeft de VVD nóg een reden om de illusie van een tweestrijd op te houden: die poppetjesstrijd leidt de aandacht van de kiezer handig af van de kernvraag die zij zich tijdens de campagne zouden moeten stellen: ben ik tevreden over het beleid dat mijn partij in de afgelopen vier jaar heeft gevoerd? Heeft bijvoorbeeld de VVD haar beloftes waargemaakt? Wil ik de partij daarvoor belonen, of juist niet?
Door de focus te verleggen, ontloopt de VVD het afleggen van verantwoording. Daarmee maskeert Rutte dat niet iedereen profiteert van de hervormingen die zijn kabinet heeft doorgevoerd. Het is aan de kiezer om daar toch doorheen te prikken.