Lector De Bruijn kritischer over nieuwe media na vier jaar onderzoek
Tijdens zijn lectoraat is hij niet positiever geworden over de invloed van nieuwe media. „Het is hard nodig dat school, kerk en gezin een gezamenlijke visie ontwikkelen”, zegt dr. ir. S. M. de Bruijn. Hij heeft per 1 januari zijn taak als lector nieuwe media in vorming en onderwijs van Driestar educatief in Gouda neergelegd.
Digitale media zijn moeilijk uit het leven van De Bruijn weg te denken. Tijdens het gesprek heeft hij zijn laptop voortdurend onder handbereik om snel een artikel op te zoeken en te laten zien hoe het precies zit. De belangstelling voor nieuwe media was er al vroeg. In 1987 bedacht hij tijdens een Wegwijsbeurs een mooie slagzin voor automatiseringsbedrijf Baan. Hij vergeleek de baan van een consultant met de functie van een compiler, een computerprogramma dat instructies omzet in computercode. Dat leverde de 25-jarige een computer op (voor de liefhebbers: een Olivetti M28 AT, van 5000 gulden). „Het stimuleerde me om me met digitale media bezig te houden”, zegt hij met gevoel voor understatement.
Zijn interesse resulteerde in 1996 in een baan als wetenschapsredacteur bij deze krant en in 2013 in een benoeming tot lector nieuwe media bij Driestar educatief. Op 1 maart wordt hij hoofdredacteur van deze krant.
De lector was de spin in het web van een onderzoeksgroep, de kenniskring, die zich in de invloed van deze nieuwe media verdiepte. Het lectoraat voorzag in een behoefte, aldus De Bruijn. „Er was in de gereformeerde gezindte wel veel nagedacht over het onderwerp, maar telkens bleek dat de meningsvorming ingehaald werd door de praktijk. Dat gold zowel voor het onderwijs, de kerken als de gezinnen. Het lectoraat is expres breed opgezet, om zo niet alleen het onderwijs maar ook de ouders en de kerken te kunnen bedienen.”
In het lectoraat werkte een tiental personen vanuit het onderwijs, de kerken en deze krant in deeltijd samen om tot een visie te komen en die te vertalen naar de praktijk van alledag. Het terugtreden van De Bruijn, wiens aanstelling bekostigd werd door het RD, betekent niet dat het onderzoek naar nieuwe media nu stopt. „Een aantal kenniskringleden gaat samen met andere medewerkers en lectoren verder in een onderzoekscentrum van de Driestar, onder leiding van Nico Broer”, vertelt De Bruijn.
Resultaten
Het belangrijkste resultaat van de doordenking is het Media Attitude Model (MAM, zie kader). De Bruijn: „Dit model biedt een totaalvisie voor het gebruik van moderne media. Het geeft een basishouding aan en is ook toepasbaar op media die we nog niet kennen. De vier metaforen –vreemdeling, burger, leerling en dienaar– zijn afgeleid uit de Bijbel. Ze zijn niet los verkrijgbaar, ze horen bij elkaar. Ieder christen hoort niet alleen vreemdeling te zijn, maar ook burger, leerling en dienaar.”
Vanuit dit model heeft het lectoraat de vertaalslag gemaakt naar het onderwijs, de kerken, de gezinnen en ook naar de journalistiek. De Bruijn laat een nog onvoltooid artikel zien waarin de beginselen van het MAM zijn verwerkt voor journalisten. Hij ziet graag dat een uitgewerkte versie hiervan gaat dienen als alternatief redactiestatuut. In het artikel gaat het onder meer over het probleem van de waarheidsvinding, het omgaan met schandalen en de dunne scheidslijn tussen nieuws en commercie. Dat laatste is in de digitale wereld een steeds groter dilemma, legt De Bruijn uit.
Het lectoraat heeft het primair en het voortgezet christelijk onderwijs voorzien van ”bouwsteennotities”. Hierin komen zes statements naar voren die zijn afgeleid van het MAM: onderwijs is vorming; onderwijs maakt mediawijs; onderwijzen is ontmoeten; leren vergt diepgang; de leraar staat centraal en ict is hulpmiddel. De Bruijn: „Deze notities zijn bedoeld als bouwstenen voor het ict-beleid van de school. Dat dient gericht te zijn op het vormen en toerusten van jongeren, niet alleen voor dit leven maar ook voor de eeuwigheid.”
Een ander digitaal instrument, de Digileerwijzer, kan het schoolteam gebruiken om keuzes te maken in het ict-gebruik op school. Hierin staan elf stellingen over onderwijs en ict, waarover het team zich een mening kan vormen. Een vraag is bijvoorbeeld of media-educatie vraagt om afzonderlijke lessen voor ict-vaardigheden. Al naar gelang de antwoorden van het team rolt er een bepaald ict-profiel voor de school uit. In het voortgezet onderwijs is de Digileerwijzer breed gebruikt, een tiental basisscholen is er op dit moment ook mee bezig.
Gevaren en kansen
De Bruijn vraagt aandacht voor het gebruik van virtual reality in het onderwijs. De onderzoeker laat een filmpje zien van kinderen die in een bestaand bos op hun schermen een dinosaurus laten opduiken. Hij zegt dat je op die manier ook een schip uit de tijd van de Heere Jezus op het Meer van Galilea kunt laten zien. De oud-lector ziet gevaren en kansen. „Ik ben bezorgd dat de techniek de overhand krijgt en dat er een soort van edutainment ontstaat: leren voor de leuk. De eerste eis is dat kinderen in het onderwijs gewezen worden op het grote gebod om God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf, en op de wedergeboorte die voor iedereen nodig is. Dit soort media heeft een grote zuigkracht en moet kritisch bekeken worden. Dat neemt niet weg dat er zeker bruikbare elementen zitten in virtual reality.”
Het lectoraat heeft een rapport gepubliceerd met aanbevelingen voor de kerken. Het onderzoek, dat op 19 januari gepubliceerd werd, legt de vinger bij de verschillen tussen de jeugd en de kerkelijke gezagsdragers wat betreft het gebruik van nieuwe media. Terwijl jongeren er volop gebruik van maken, doen predikanten, ouderlingen, catecheten en jeugdwerkers dat vaak niet of niet op de goede manier. Het rapport geeft aanbevelingen voor het maken van beleid door kerken op het gebied van de nieuwe media.
Het lectoraat richt zich ook tot opvoeders in de gezinnen. Op 3 februari verschijnt het boek ”Pelgrim in medialand” dat De Bruijn samen met kenniskringlid Henrieke van Dam heeft geschreven. Verder hebben de medewerkers een digitale media-opvoedwijzer vervaardigd. Hierin reageren zij op vragen van opvoeders en geven zij gerichte adviezen. Ten slotte hebben leden van het lectoraat voor ouders honderden presentaties over de nieuwe media verzorgd.
Kritisch
De Bruijn ziet veel mogelijkheden voor het gebruik van de nieuwe media. Hij noemt als voorbeeld dat grootouders nu vaker contact hebben met kleinkinderen via WhatsApp of dat een buitenlandse chirurg online meekijkt bij een operatie. Hij ziet echter ook gevaren, meer zelfs dan vier jaar geleden. „Ik ben kritischer geworden ten opzichte van de nieuwe media. Mijn zorg over de invloed ervan op de gezindte is eerder toe- dan afgenomen.”
De onderzoeker legt uit dat er vanouds grote zorgen waren over de jeugd wat betreft seks- en pornosites. „Dat gevaar is nog steeds reëel, maar daarbij voelt iedereen wel aan dat dat niet deugt. Ik zie een minstens zo groot gevaar in seculiere denkbeelden die binnendringen doordat jongeren allerlei vlogs bekijken. Daarbij spreekt hun geweten niet en ze nemen die denkbeelden gemakkelijk over. Ik vrees dat ze zo langzamerhand vervreemd raken van Gods Woord.”
Daarom vindt De Bruijn het belangrijk om de kinderen op de basisschool al een kritische houding ten opzichte van de nieuwe media bij te brengen. „De vorming moet vroeg beginnen, anders is het veel moeilijker. Er is reden om de wacht bij onze jongeren te betrekken. We zijn afhankelijk van de zegen van God, maar we hebben wel de plicht de middelen te gebruiken die de Heere ons geeft.”
Media Attitude Model
Het Media Attitude Model (MAM) beschrijft een aantal houdingen (attitudes) die passen bij een Bijbelse visie op mediagebruik. De vraag is hoe een christelijke levenshouding behoort te zijn.
De vier beelden die het MAM daarbij gebruikt zijn die van pelgrim, dienaar, burger en leerling. Bij pelgrimschap gaat het erom dat men weet dat een christen een pelgrim op aarde behoort te zijn en dat hij bij het gebruik van de moderne media keuzes moet maken en terughoudend moet zijn. Een dienaar heeft het belang van de ander op het oog. De burger voelt zich verantwoordelijk voor zijn taken, ook in een digitaal tijdperk.
De pelgrim, de dienaar en de burger zullen hun leven lang leerling blijven en zich blijven verdiepen in de bronnen. „Het Woord moet voorop staan”, zegt dr. ir. S. M. de Bruijn. Bij Driestar educatief in Gouda spreekt hij er woensdagmiddag over tijdens een ”identiteitsdag” en op 3 februari tijdens een avondsymposium over media-opvoeding. Tijdens het symposium worden er twee boeken over het thema gepresenteerd.