Kerk & religie
Dr. C. P. de Boer: Gereformeerde gezindte zondigt tegen Joden

„Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen.” De traditionele uitleg van deze Bijbeltekst binnen de gereformeerde gezindte huldigt een zondige visie op het lijden van het Joodse volk, stelt dr. C. P. de Boer. „We moeten ons hiervan bekeren.”

10 November 2020 07:57Gewijzigd op 16 November 2020 20:55
Dr. C. P. de Boer. beeld Sjaak Verboom
Dr. C. P. de Boer. beeld Sjaak Verboom

Eeuwenlang was de gangbare uitleg van Mattheüs 27:25 dat het Joodse volk zijn lijden uiteindelijk aan zichzelf te wijten had. Een gevaarlijke exegese, vindt de predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Sliedrecht (Beth-El). Woensdag verschijnt zijn boek ”Zijn bloed kome over ons. Een reflectie op een traditionele tekstuitleg in de gereformeerde gezindte” (uitg. De Banier, Apeldoorn).

Waarom is volgens u de ‘oude’ uitleg gevaarlijk?

„De traditionele uitleg van Mattheüs 27:25 is een van de bouwstenen voor de vervangingstheologie, de gedachte dat God het Joodse volk heeft verworpen en met de kerk uit de heidenen is verdergegaan. De geschiedenis heeft bewezen dat deze uitleg leidt tot het goedpraten van een passieve houding ten opzichte van het leed dat Joden altijd is aangedaan. Dat vind ik heel kwalijk.

De gedachte dat de woorden ”Zijn bloed kome over ons en onze kinderen” een vloekbede is, komt veelvuldig in de gereformeerde gezindte voor. In preken, de kinderbijbel van Vreugdenhil, op zondagsscholen, in klaslokalen en thuis aan tafel, ook vandaag. Toen een collega-predikant met een reisgezelschap eens een bezoek bracht aan het Holocaustmuseum Yad Vashem in Jeruzalem, zei een gemeentelid bij de uitgang tegen hem: „Dit is Gods straf voor wat de Joden Jezus hebben aangedaan.” Maar ook sommige voorgangers leggen een oorzakelijk verband tussen deze woorden en de Holocaust.”

Kerken willen zondag schuld te belijden voor hun nalatige houding ten aanzien van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Welke rol speelt de uitleg van Mattheüs 27:25 in deze houding?

„Vooraanstaande predikanten van verschillende kerken toentertijd, duidden de Jodenvervolging met een beroep op deze Bijbeltekst. Zo schreef ds. G. H. Kersten, voorman van de Gereformeerde Gemeenten en SGP-kamerlid, enkele maanden na de razzia’s in 1941 over een „ontzettend oordeel” dat de Heere over de Joden velde. Ook andere predikanten schreven met soortgelijke bewoordingen over het Joodse lijden.

Een gevolg van hun gedachtegoed was dat gemeenteleden die verzet pleegden, tegen het voltrekken van Gods oordeel ingingen. Deze theologische visie werkte een passieve houding in de hand. Wie Gods oordeel ondergaat, moet daaronder immers buigen of toezien. Maar de Holocaust was geen oordeel van God. De Shoah was een satanische poging om het Joodse volk uit te roeien, omdat Israël Gods uitverkoren volk is.”

Er klonken later ook tegenstemmen: in de Christelijke Gereformeerde Kerken vanaf de jaren zestig en binnen de Gereformeerde Gemeenten sinds de jaren negentig.

„Dat heeft lang geduurd en ze worden tot op de dag van vandaag weersproken. De traditionele uitleg is hardnekkig, mede omdat veel predikanten zich baseren op de kanttekeningen bij de Statenvertaling. Die geven een theologische basis voor deze uitleg, al klinken op andere plaatsen in de kanttekeningen ook verwachtingsvolle beloften voor Israëls toekomst.

De traditionele uitleg van de woorden ”Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen” is on-Bijbels, vindt u.

„Deze uitleg stelt dat de schare in Jeruzalem deze woorden voor heel Israël toen en nu gesproken heeft. Israël heeft Christus verworpen, daarom heeft God het Joodse volk verworpen.

Dat is on-Bijbels. Nergens stelt het Nieuwe Testament het complete Joodse volk voor altijd verantwoordelijk voor Jezus’ kruisiging. Paulus houdt bijvoorbeeld in Handelingen 13:27 de stadsbevolking en de leiders verantwoordelijk voor de kruisiging. Met Pinksteren hoort het Joodse volk: „U komt de belofte toe en uw kinderen!”

Voordat Pilatus en de schare tegenover elkaar stonden, heeft Jezus Zelf de betekenis van Zijn bloed uitgelegd, namelijk tijdens de instelling van het avondmaal tijdens de Paschamaaltijd. Hij hernieuwde daarmee het verbond dat de Heere met Israël bij de Sinaï heeft opgericht.

Kortom, het hele Nieuwe Testament getuigt dat God Zijn volk nooit zal verlaten. Dat blijkt ook uit Romeinen 9-11.”

U roept op tot schuldbelijdenis en bekering.

„Schuldbelijdenis gaat nooit zonder bekering. En bekering uit zich in concrete daden. Laten we preken, meditaties, catechismusverklaringen, kinderbijbelvertellingen en theologische boeken die deze on-Bijbelse uitleg van Mattheüs 27:25 uitdragen, uit de handel nemen of op dit punt rectificeren.”

Is dat een begaanbare weg, al die preken en boeken doornemen op een ‘foute’ uitleg?

„Deze uitleg heeft desastreuze gevolgen gehad. Vijfenzeventig jaar na ‘Auschwitz’ beweren sommige vooraanstaande personen uit onze gezindte nog steeds hetzelfde, ook omdat in het verleden een godzalige schrijver of predikant die visie heeft uitgedragen. Laten we in deze tijd van toenemend antisemitisme afstand nemen van een on-Bijbelse visie die voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een satanische aanslag op het Joodse volk theologisch wilde rechtvaardigen.”

Ds. Schot: Schrap niet in preken

Wat is de betekenis van de woorden „Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen”? In de Gereformeerde Gemeenten heeft jaren geleden al bezinning op dit gevoelige thema plaatsgevonden, zegt ds. A. Schot, voorzitter van het deputaatschap voor Israël. Dat leidde onder meer al in 2003 tot een door het deputaatschap belegde studiedag over de zogenoemde ‘bloedtekst’ en een aparte uitgave daarover. „Een meer gerijpte bezinning leidt mijns inziens tot een evenwichtiger spreken, ook als het gaat om mensen uit ons voorgeslacht. Een enkel citaat van ds. G. H. Kersten bevestigt het beeld dat van hem bestaat, maar doet hem en zijn intenties geen recht.”

Het voorstel tot schrappen van gedeelten uit preken en boeken vindt de predikant „wel heel vreemd.” „Het is goed dat benadrukt wordt dat het huidige Joodse volk de roep van het voorgeslacht niet kan worden aangerekend. Maar het zou consequent zijn geweest om hetzelfde te zeggen in de discussie over schuld belijden richting het Joodse volk als het gaat om vermeende zonden van ons voorgeslacht.”

Zie ook:

Dr. C. P. de Boer: We hebben te lang en te vaak gezwegen over Jodenvervolging, RD.nl (21-10-2020)

Dr. De Boer: Antisemitisme ook in gereformeerde gezindte, RD.nl (09-09-2020)

De spiegel van Aalst, RD.nl (14-03-2020)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer