Zoon Yitzhak Rabin waarschuwt voor retoriek politici
De Israëlische oud-premier Yitzhak Rabin (1922-1995) had visie, moed en overtuigingskracht. Het is woensdag 25 jaar geleden dat een activist hem vermoordde in Tel Aviv. Zijn zoon Yuval Rabin blikt terug.
Rabin kwam op 4 november 1995 aan zijn einde tijdens een vredesrally in Tel Aviv: doodgeschoten door een Israëlische man. De laatste dagen is er in Israël veel aandacht geschonken aan zijn nalatenschap.
„Hij liet zien dat leiderschap dienen betekent”, zei zijn zoon Yuval Rabin op een bijeenkomst van de Jeruzalemse persclub. „Mensen zijn leiders óf volgers. Ik twijfel er niet aan dat hij een leider was. Hij nam de verantwoordelijkheid op zich. Hij deed zijn uiterste best om verandering te brengen. Iedereen die in de jaren 1992 tot 1995 in Israël woonde, zag dat het land een gedaanteverwisseling onderging.”
Toen Yitzhak Rabin aan de macht kwam, had Israël een decennium van stagnatie gekend, waarin het slechts reageerde op crises. Yuval Rabin noemde de economische crisis van de jaren 1983 tot 1985, de sociale verdeeldheid na de Libanonoorlog en de Palestijnse opstand van de jaren 1987 tot 1993.
Toen de Arbeiderspartij van Rabin in 1992 de macht overnam van Likud, werd de begroting voor onderwijs en volksgezondheid verdubbeld. Sociaal welzijn en werkgelegenheid gingen vooruit. Er kwamen meer wegen en luchthavens. Ook keurde de regering-Rabin Route 6 goed. Deze weg verbindt het zuiden van het land met het noorden en haalde de periferie uit het isolement.
Ondertussen stond zijn deur open voor alle plaatselijke leiders. Ook de vertegenwoordigers van de nederzettingenbeweging konden bij hem terecht. Yuval: „Tegenwoordig is het sentiment: wie niet voor ons is, is tegen ons.”
Het gevaar van een politieke moord is volgens de zoon van de vermoorde staatsman niet geweken. Een aanslag op de premier is vrijwel onmogelijk, omdat deze wordt omringd door een kordon veiligheidsagenten die ervoor zorgen dat niemand in de wijde omtrek een wapen bij zich heeft. Maar een politicus of een journalist kan volgens hem wel de dupe worden van de sfeer van haat die is gecreëerd.
„Met de sentimenten op straat, in de sociale media en met de retoriek van politici kunnen we toekomstige incidenten niet uitsluiten. De vlammen reiken hoog, overigens niet alleen in Israël. Ik geloof dat de ongebreidelde taal die vele leiders deze dagen uitslaan de weg banen naar meer incidenten van deze aard.”
Rabin acht het ook verontrustend dat politieke leiders het rechtssysteem voortdurend aanvallen. „De rechtsorde dient boven alles te staan. Zonder rechtsorde is er geen basis voor de democratie om zichzelf in stand te houden. Als leiders voortdurend de validiteit en legitimiteit van de beslissingen van Justitie in twijfel trekken, omdat zij het er niet mee eens zijn, dan breekt de structuur.”
Wat vandaag wel anders is dan in 1995 is de toegenomen weerstand onder het publiek. „Een groot deel van de burgers zegt: niet weer. We zien toenemende aantallen mensen die demonstreren en eisen dat de wet voor iedereen in gelijke mate geldt.”
Of zijn vader een Palestijnse staat wilde, weet hij niet. Rabin sprak wel over een Palestijnse entiteit. De Amerikaanse oud-ambassadeur in Israël, Martin Indyk, ging daar verder op in bij de Amerikaanse Raad voor Buitenlandse Zaken. Indyk zei dat Rabin een maand voor zijn dood in Washington sprak met de Palestijnse leider Yasser Arafat. Hij richtte zich tot Arafat en zei: „Mijn visie is een onafhankelijke entiteit voor de Palestijnen. Wij zullen ons afscheiden van hen. Niet omdat we hen haten, maar uit respect.”