Elizabeth II: plichtsgetrouw en ondoorgrondelijk
Door de coronacrisis zat de Britse koningin Elizabeth II in isolatie, ver weg op Windsor Castle. Maar toen ze een toespraak hield, keken 24 miljoen inwoners in haar wereldrijk naar de rust die ze uitstraalde; luisterden ze naar de woorden die het staatshoofd sprak.
Kort nadat de acht jaar oude biografie die historica Sally Bedell Smith over de vorstin schreef in het Nederlands is vertaald, verschijnt deze week het boek ”God save the Queen”, waarin tien vrouwen over de 94-jarige vorstin schrijven. Meerderen van hen refereren aan de –zeldzame– toespraken die ze dit voorjaar hield tot de natie, vanwege de coronacrisis en bij de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog. „Dit is de essentie van de monarchie, weet de Britse koningin als geen ander. Zekerheid en continuïteit bieden in bange tijden daar waar de politiek geen antwoord weet.”
Elizabeths lange leven wordt vanuit allerlei invalshoeken belicht. De kleding en sieraden van de monarch, bijvoorbeeld, en de boodschappen die ze daarmee mogelijk uitdraagt – je weet het nooit helemaal zeker, want de bijsluiter ontbreekt. We mogen ook weten wat ze eet. Het werd een hoofdstuktitel: ”Chocola, aardbeien, maar nooit grapefruit”.
Hitler
De huidige koningin werd zomaar opeens kroonprinses – Hieke Jippes, die als journaliste lang in Londen werkte, haalt het verhaal nog maar weer eens op: „Queen Elizabeth II was een meisje van tien jaar toen haar oom David (de beoogde koning Edward VIII) eigenbelang liet voorgaan door met de tweemaal gescheiden Wallis Simpson te trouwen en zijn broer Albert (George VI) opzadelde met het koningschap. Die snikte nog aan de vooravond van zijn inhuldiging in de schoot van zijn moeder, Queen Mary, dat hij tegen die taak niet was opgewassen. Dat diepe trauma in de familie heeft de taakopvatting van Elizabeth, die daardoor troonopvolgster werd, voor de rest van haar leven bepaald.”
Waarbij ze –in de lijn van haar familietraditie– haar ambt boven haar gezin gesteld zou hebben. „Net eenden: ze banjeren over hun kinderen heen”, zei een historicus eens.
Overigens kwam Elizabeth er volgens de auteur later wel achter waarom haar oom echt weg moest: „Het grote probleem was dat Edward en Wallis Hitleraanhangers waren en dat niet onder stoelen of banken staken. Documenten in de Noord-Amerikaanse staatsarchieven maken bovendien duidelijk dat Wallis voor Mussolini spioneerde.”
Geheugen
Een intellectueel schijnt Elizabeth niet te zijn. Paarden, honden, landerijen, dat zijn haar interesses. „Wat de Queen wel heeft ontwikkeld is een ongekende capaciteit voor het opslaan van kennis betreffende staatszaken, gepaard met een ervaring die die van elke voorbijgaande premier bij voorbaat overtreft.”
Wat de koningin denkt en voelt, is doorgaans niet aan haar af te lezen. „Dat het erop lijkt of ze op haar vierennegentigste permanent een slechte bui heeft, komt doordat haar gezicht in ouderdom helaas op chagrijnig is komen te staan, heeft een lid van haar hofhouding uitgelegd.” Waaraan de auteur een opsomming toevoegt die de gezichtsuitdrukking ook op een andere manier verklaarbaar maakt: „En dan waren er nog de verschillende maîtresses van Elizabeths man prins Philip (wiens zus met een nazi was getrouwd), het losbandige en tragische bestaan van Elizabeths zus Margaret, de ongelukkige huwelijken van bijna al Elizabeths kinderen, Diana’s vroege dood en het seksschandaal rond prins Andrew.” Om over kleinzoon Harry’s recente vertrek naar Amerika nog maar te zwijgen.
Iets meer van Diana
Te midden van familietumult vervult de koningin plichtsgetrouw haar werk. „Elke keer dat die kleine gestalte van 1,60 meter met de handtas en de hoed in het openbaar verschijnt, voegt ze iets toe aan het respect voor haar volhouden in een taak die haar toenemend zwaar moet vallen. Ook al ziet ze er bij die gelegenheden –vorig jaar nog ruim 250– levendiger uit dan vroeger.”
Zoon Charles zal in andere landen van het Gemenebest niet dezelfde waardering ontmoeten als zijn moeder, denkt een van de auteurs. „De prins deed nooit moeite om zijn gezicht te laten zien in verre, hete oorden, terwijl de Queen die uitputtend heeft bereisd.”
Jippes ontzenuwt de bewering dat de monarchie wankelde toen prinses Diana verongelukte en het koningshuis daar niet erg warm op reageerde. „De meeste Britten wilden niet het einde van de monarchie, maar een ánder soort monarchie; ze wilden dat Elizabeth meer op Diana zou gaan lijken. Niet wat betreft Diana’s onzekerheid en depressies uiteraard, maar wel qua openheid en vriendelijkheid. Diana werd immers als ”the people’s princess” beschouwd. Dat Diana helemaal niet zo open en vriendelijk was, vernamen we pas later.”
Groot-Brittannië verliest zijn positie op het wereldtoneel. „En de Queen kan niet anders dan zich daarvan bewust zijn. Bovendien staat er interne druk op haar Verenigd Koninkrijk: anti-brexit Schotland overweegt een tweede referendum en Noord-Ierland ziet toenemend de logica in een hereniging met Ierland. De wielen komen langzaam van de wagen.”
Reinildis van Ditzhuyzen stelt dat een koninkrijk „steunt op en leeft van tal van oude gebruiken en rituelen” en beschrijft het ceremonieel aan het Britse hof. Waarom, bijvoorbeeld, komt de vorstin wel in het Hogerhuis, maar niet in het Lagerhuis? Omdat bijna vier eeuwen geleden een koning vijf leden van het Lagerhuis wilde arresteren. Sindsdien wordt de soeverein daar niet meer toegelaten.
Tradities zijn ook zichtbaar in oude functies zoals de vleessnijder, de zwanenmerkers en de hoeder van de –bijna duizend– koninklijke uurwerken.
Elizabeth is een „verpersoonlijking van continuïteit en stabiliteit in deze tijd vol onzekerheden.” Met haar bijna 69 jaar op de troon is ze inmiddels langer staatshoofd dan de Oostenrijkse keizer Frans Jozef, die in de jaren 1848-1916 regeerde. „Ze heeft alleen Johann II vorst van Liechtenstein, die eenenzeventig jaar regeerde (1858-1929), nog niet ingehaald.”
Journaliste Wies Enthoven legt een verband tussen Elizabeths positie als oudste dochter en haar plichtsbesef: „Moet ik zes uur achter elkaar met een loodzware mantel in een kerk staan? Geen punt, ik ben zo sterk als een paard. Mag ik mijn mening niet geven; ook al word ik gedwongen samen te werken met de meest idiote regeringsleiders? Ik zet mijn masker op en stel alleen strategisch verantwoorde vragen. Knalt het ene na het andere huwelijk binnen mijn familie uit elkaar? Ik ben principieel tegen echtscheidingen, maar als het in deze tijd voor de monarchie het beste is, dan moet het maar.”
Plichtsbesef
Tijdens de lockdown op Windsor Castle ging het werk door. Dagelijks ontving het Britse staatshoofd dozen vol paperassen die ze door moest ploeteren. Elke week belde ze met de minister-president om de stand van het land door te nemen. En dat als ”nonagenarian” (negentigplusser).
Een zware last? „Iedere dag bidden, iedere dag de kranten lezen, brieven schrijven, iedere dag audiëntie houden. Je kunt ervoor kiezen om het te zien als een belasting, iets waar je niet onderuit kan. Elizabeth heeft dat niet gedaan, ze heeft als oudste al haar verplichtingen omarmd. Ze heeft aangevoeld dat discipline en de rituelen die daarbij horen je uiteindelijk juist helpen als het verdriet of de last ondraaglijk lijkt. Ze is van de discipline gaan houden.”
Zus Margaret
Een ander hoofdstuk gaat over ”The Queen en haar zusje”, en dat was Margaret (1930-2002). Ze hadden heel veel contact, ondanks de grote tegenstellingen tussen hen. Terwijl Elizabeth uitblinkt in zelfbeheersing, grossierde Margaret in lompe uitspraken. Zoals de gastheer ondervond die het hoofdgerecht liet opdienen. Gast Margaret sprak: „Is dit vergif? Moeilijk te zeggen onder die modderige saus.”
Margaret had een scherpe tong, dat bleek al toen ze kind was. Later ging ze prat op haar status, misschien juist wel omdat ze niets meer was dan ”de zus van”. Bladzijdenlang gaat het over haar exorbitante levensstijl. Drank en tabak sloopten haar lichaam. Toen haar as werd bijgezet in de graftombe van haar vader, veegde zus Elizabeth een traan weg. Een van de zeldzame keren dat ze haar emoties niet verborg.
God save the Queen. Hieke Jippes e.a. uitg. Pluim, Amsterdam/Antwerpen; ISBN 978 90 830 5429 2; 160 blz.; € 19,99