Komst Van Hell wekt beroering bij Er is hulp
Broeit er iets bij Schreeuw om Leven? Een wijdverspreide email, opgesteld binnen de kring van vrijwilligers met een lange staat van dienst, suggereert van wel. Interimmer Ed van Hell nuanceert.
Hij herkent de gevoeligheden vanuit zijn vorige werkkring bij Stichting Ontmoeting, waar hij jarenlang aan het roer stond, valt Van Hell maar meteen met de deur in huis. „Ook die organisatie kwam op vanuit vrijwilligers en maakte nadien een sterke groei door. Als organisatie beland je dan op enig moment in een situatie waarop je moet zeggen: We moeten nu echt een beroep op professionele krachten gaan doen. Dat vergt wat afstemming.”
Precies hetzelfde speelt nu ook bij Schreeuw om Leven. Van Hell is daar met ingang van deze maand voor anderhalve dag per week aangetreden als tijdelijk vervanger van bestuurder Kees van Helden, die sinds de zomer met ziekteverlof is en donderdag niet bereikbaar was voor commentaar. Van Hell: „Het bestuur heeft mij verzocht met voorrang te kijken naar Er is hulp, de hulpverleningstak van Schreeuw om Leven. Daar kan een professionaliseringsslag worden gemaakt. Dat werk moet ook tijdens het verlof van Van Helden voortgang hebben. Daar ligt de eerste prioriteit.”
Wat zijn uw eerste bevindingen?
„Wat er bij Er is hulp gaande is, is echt niet dramatisch, maar eigenlijk heel gezond. Je hebt vrijwilligers, die zeggen: Zo en zo waren wij het altijd gewend. En je hebt beroepskrachten die met name redeneren vanuit hun methodieken. Dat geeft een stukje wrijving, maar dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Het vraagt van partijen soms net even een andere denkwijze, maar ik zie geen verwijdering. Ik zie dat het hart van beiden bij het ongeboren leven klopt.”
De vrijwilligers van Schreeuw om Leven staan bekend om hun passie voor het ongeboren leven. Komt dat overeen met de attitude van de beroepskrachten?
„Niet altijd. Je ziet dat bijvoorbeeld terug in discussies over vragen, zoals: Hoever moet je willen gaan met pogingen om een onbedoeld zwangere vrouw te overreden haar zwangerschap uit te dragen. De een gaat daarin veel verder dan de ander, maar dat is een kwestie van afstemmen.”
Hoe lost u dit spanningsveld op?
„Op 10 oktober heb ik mijn eerste teamdag met de vrijwilligers en de beroepskrachten gehad. Daarbij heb ik voorgesteld te gaan werken vanuit twee lijnen. Eén: zoek de verbinding en probeer die waar mogelijk te versterken. De vrijwilliger, de professional en de hulpvrager moeten als het ware een driehoekje vormen; ieder in zijn eigen rol. En twee is: Pas op dat niet allerlei protocollen de overhand gaan krijgen.”
Vanuit de vrijwilligers is een mail verspreid, waarin staat dat uw benoeming een motie van wantrouwen is richting Van Helden?
„Daar is geen sprake van. Ik ben in geen enkel opzicht uit op de stoel van Kees. Het bestuur voelt zich verantwoordelijk om gedurende zijn ziekteverlof leiding te blijven geven aan de verdere professionalisering van Er is hulp. Over de toekomst van Van Helden gaat het bestuur. Ik heb daarmee geen directe bemoeienis. Half november maken we de tussenbalans op. Verder betreur ik het dat die mail is verstuurd. Ik neem daar afstand van.”