Hoe sociale media ons laten vereenzamen
Dat sociale media en technologie ons niet per se socialer hebben gemaakt, daarover zijn de meeste mensen het wel eens. In zijn boek ”Verkeerd verbonden” gaat Cees Zweistra een stap verder: sociale media maken ons eenzaam. „Fysiek contact is niet vervangbaar door een felicitatie in de groepsapp.”
Dit is de eenzaamste eeuw ooit, betoogde de invloedrijke Britse econome Noreena Hertz onlangs in een interview in De Volkskrant. Het is een typering die zo in het recent uitgekomen boek van Zweistra, over het verband tussen sociale media en eenzaamheid, had kunnen staan. Juist toen de auteur en filosofiedocent op dreef begon te raken met het schrijven van het boek brak de coronapandemie uit. Het coronavirus, ook wel bekend als het eenzaamheidsvirus, maakte de twee hoofdthema’s in Zweistra’s boek –technologie en eenzaamheid– nog actueler. Bij de onmogelijkheid van fysiek contact trokken jong en oud immers alle technologische registers open in de strijd tegen eenzaamheid.
Wat heeft de uitbraak van het coronavirus met de inhoud van uw boek gedaan?
„Het maakte de inhoud van mijn boek concreet op twee manieren. Iedereen werd aan het begin van de pandemie een beetje op zichzelf teruggeworpen en daarnaast grepen mensen massaal naar technologische middelen om toch een vorm van contact tot stand te brengen. De mogelijkheid van digitaal contact zal heus ook mensen hebben geholpen zich minder eenzaam te voelen, maar tegelijkertijd ondervonden veel mensen juist nu het gemis van fysiek contact. Eenzaamheid heeft deels te maken met een gebrek aan lichamelijk contact.”
Veel mensen zullen toch blij geweest zijn met het alternatief van digitaal contact.
„Ik denk ook niet dat digitaal contact waardeloos is, maar het moet niet de standaard worden. Wij hebben thuis een familie-app, wat op zich een goed middel is om contact te onderhouden, maar je ziet steeds vaker dat digitale communicatie wordt gebruikt als vervanging van fysieke communicatie. Hoe vaak krijg je nog een belletje of een kaart voor je verjaardag? Dat gebeurt bijna niet meer, terwijl het tegenwoordig raar voelt als je geen felicitatie via de groepsapp hebt gekregen.
Als het contact via sociale media niet aanvullend is, maar de standaard wordt dan belanden we in een maatschappij vol eilandjes. De aandacht en betrokkenheid die nodig is om er fysiek voor iemand te zijn, is niet inwisselbaar voor digitaal contact.”
In uw boek beschrijft u vanuit filosofisch oogpunt de invloed van sociale media en technologie op eenzaamheid. Kunt u die invloed eens nader toelichten?
„Een voorbeeld: een mens heeft verschillende niveaus waarop hij iets kan ervaren. Je hoort bijvoorbeeld iemand vertellen over een vakantie-ervaring, maar je bent niet zelf op die plek aanwezig. Dan moet je de ontbrekende stukjes informatie zelf invullen, terwijl de persoon die vertelt een directe, oorspronkelijke ervaring heeft.
Dat niet iedere vorm van aanwezigheid even sterk is, is een centraal punt in mijn boek. Als ik iemand online ontmoet, krijg ik niet de volledige ervaring, omdat die ander niet compleet aanwezig is. Als ik iemand bel, moet ik gezichtsuitdrukkingen raden en stukjes aanwezigheid uit mijn herinnering reproduceren. Dat kan best, maar als mijn echte ontmoetingen steeds dunner worden, moet ik steeds meer op mijn geheugen gaan teren en word ik steeds meer op mezelf teruggeworpen. Een mens heeft de aanwezigheid van de ander steeds weer nodig als een schokje van realiteitsbesef.
Daarnaast bestaat er ook een soort positieve vorm van eenzaamheid, waarbij iemand het fijn vindt om tijd met zichzelf door te brengen. Het is heel belangrijk om zo je identiteit de kans te geven om tot ontwikkeling te komen. Technologie is bij uitstek iets wat ons aan onszelf laat ontsnappen. Als we een avond alleen zijn, is er toch de neiging om even naar de mail of op nieuwssites te kijken. Daardoor komen we steeds minder toe aan zelfontwikkeling en vinden we het steeds lastiger om het met onszelf uit te houden.”
Het leidende principe is uw boek is: jezelf en de ander dichtbij en de technologie op gezonde afstand. Hoe is dat te bereiken?
„Jezelf en de ander leren kennen gaat vooraf aan goed kunnen omgaan met technologie en sociale media. Meditatie, bidden of stille tijd zijn voorbeelden van gebruiken waarin je de volle aanwezigheid van jezelf kunt ervaren, waarin je als het ware naar jezelf luistert. Dan krijg je de kans om tot ontwikkeling te komen. Contact met de ander vraagt om een bepaalde moed. De moed om te accepteren dat het in de wereld uiteindelijk niet alleen om jou draait en dat de ander denkbeelden en principes kan hebben die anders zijn dan die van jou.
Wat betreft een gezonde omgang met technologie moeten we de naïeve gedachte van ons afwerpen dat wij aan de knoppen zitten en de technologie gewoon een handig hulpmiddel is dat doet wat wij zeggen. In mijn boek laat ik zien dat sociale media een heel actieve rol hebben in de vorming van wat we belangrijk vinden en hoe we ons tot de ander verhouden.”
Hele generaties groeien nu op met technologie en sociale media als ultieme vanzelfsprekendheid. Hoe kijkt u in dat licht naar de toekomst?
„Somber. In een ideale wereld zouden technologisch en fysiek contact elkaar aanvullen en in balans zijn. Maar het technologische domein wordt steeds groter en het fysieke steeds kleiner. Een van de belangrijkste gevolgen daarvan is mijns inziens een steeds verder polariserende samenleving. Amerika is compleet uit zijn voegen aan het barsten van polarisatie, maar ook bij ons is het aan het opkomen. Door technologie en sociale media wordt het steeds moeilijker om inlevingsvermogen op te brengen voor afwijkende posities. Je kunt online volledig in je eigen echokamer belanden en de omgang met verschillen afleren.
Ook in Nederland ontstaat in de politiek steeds meer een gepolariseerd klimaat. Het zijn vaak de partijen die zich goed weten te bedienen van sociale media die handig inspringen op het uitgeholde gemeenschapsgevoel in het land. Verdwijning van die samenhang is niet iets wat alleen ver weg speelt. In de reformatorische hoek kwamen sociale media via de achterdeur binnen, maar is het gebruik ervan volledig normaal geworden.
Dat was twintig jaar geleden bepaald anders. Ondanks het feit dat reformatorische gemeenschappen bij uitstek een gezonde, fysiek-sociale structuur hebben, zal ook de reformatorische identiteit uiteindelijk aan invloed afnemen en zich meer voegen naar heersende opvattingen, onder invloed van sociale media.”
U geeft in uw boek ook aandacht aan complotdenkers die zich ‘massief in hun zekerheden hebben teruggetrokken’. Tijdens de coronacrisis zien we een opvallende opmars van complotdenkers. Wat is volgens u de relatie tussen complotdenken, sociale media en eenzaamheid?
„Sociale media zijn heel slecht in het mogelijk maken van een goed debat en heel goed in het naar voren brengen van meningen waar je het toch al mee eens was. Dat zie je terug in het moderne complotdenken. Donald Trump lag recent onder vuur omdat hij geen belasting betaald zou hebben. Op de persconferentie die volgde, begon hij niet met het leveren van tegenbewijs. In plaats daarvan waren de ”fake news media” de boosdoeners.
Trump praat daarbij voor zijn achterban die toch al dacht dat de mainstream media ”fake news” maken. Ze hebben zich buiten iedere vorm van debat geplaatst. Als je de ander rechtstreeks tegemoet moet treden in een debat is er geen mogelijkheid om je te verschuilen achter blote ontkenningen.
In Nederland hadden we recent bekende Nederlanders die een coronacomplot op Instagram postten. Mensen met 6 miljoen volgers. Zij dragen een boodschap uit die typerend is voor het moderne complotdenken: „Ik zeg niet dat ik weet hoe het zit, maar ik stel alleen maar vragen”. Door sociale media komen mensen weg met het ”stellen van vragen” of blote ontkenningen. Daar zit tegelijkertijd ook de eenzaamheid. Dat je fysiek te weinig mensen om je heen hebt die je behoeden voor het ontwikkelen van een tunnelvisie.”
Boekgegevens
Verkeerd Verbonden, Cees Zweistra; uitg. KokBoekencentrum, 128 blz, € 16,99
Cees Zweistra
Dr. mr. Cees Zweistra is jurist en filosoof. Hij doceert rechtsfilosofie en rechtstheorie aan de Erasmus Universiteit en is betrokken bij filosofisch instituut stichting Centre Erasme.
Zijn specialisatie in de filosofie ligt bij de techniekfilosofie en de fenomenologie. In 2019 promoveerde hij aan de TU Delft op een proefschrift getiteld ”Closing the Empathy Gap: Technology, Ethics & the Other”. Daarin onderzocht hij de invloed van moderne sociale media op onze identiteit en relatie met anderen.
De inzichten uit het proefschrift heeft hij vertaald naar een publieksfilosofisch werk: ”Verkeerd Verbonden: hoe sociale media ons eenzaam maken en hoe je dit kunt voorkomen”.
Nu werkt hij aan boek over de relatie tussen online sociale media en complottheorieën die in Nederland en internationaal de ronde doen. Ook dit boek zal verschijnen bij KokBoekencentrum, in de zomer van 2021.