Mens & samenleving

Koos van Noppen staat pal voor het goede leven

Veel christenen hebben een blinde vlek voor de impact van hun manier van leven op de schepping. Journalist Koos van Noppen begrijpt daar niets van. Hij roept op tot verootmoediging en schuldbelijdenis. „Een eenvoudig leven is het goede leven.”

19 October 2020 08:28Gewijzigd op 16 November 2020 20:42
Koos van Noppen. beeld RD, Henk Visscher
Koos van Noppen. beeld RD, Henk Visscher

De levensstijl van christenen verschilt nauwelijks van die van de gemiddelde Nederlander. Volgens Van Noppen consumeren ze erop los als ieder ander. Gesprekken bij de koffieautomaat gaan maar al te vaak over de laatste verre vakantie of over de nieuwe auto. Zulke observaties waren voor hem in het voorjaar van 2018 aanleiding om in een pamflet de vinger op de zere plek te leggen: we moeten eenvoudiger gaan leven. Niet allereerst uit angst voor klimaatverandering of een aarde die onleefbaar dreigt te worden, maar omdat we aan God verantwoording schuldig zijn over hoe we met Zijn schepping omgaan. Van Noppen schuwt scherpe bewoordingen niet. Het is zelfs een kwestie van geloof of ongeloof, schrijft hij.

Een stroom reacties volgt, variërend van „je hebt een punt, ik moet er iets mee” tot „waar haal je het lef vandaan om zo’n aanklacht te formuleren?” Terugkijkend neemt Van Noppen geen woord terug: „We staan schuldig. Kan het ook heilzaam zijn dat eens hardop te zeggen?”

2020-10-17-rdMAG1-gesprekvannoppenhoofdfoto-8-FC_web.jpg
Koos van Noppen. beeld RD, Henk Visscher

Hoe bent u betrokken geraakt op het milieuvraagstuk?

„Dat is te danken aan mijn vrouw. Zij heeft mij op het groene pad –het goede pad– gebracht. We hebben elkaar in 1985 leren kennen op de Evangelische Hogeschool. Zij deed een tussenjaar, ik studeerde journalistiek. Het was liefde op het eerste gezicht. Beppie heeft al van kindsbeen af oog voor de schepping. Jaren na haar studie Frans heeft ze nog een hoveniersopleiding gedaan – ze geeft privélessen Frans en ontwerpt tuinen. Door haar ben ik gaan nadenken. Zij leeft consequent het eenvoudige leven, wat ik het goede leven noem. Met aandacht voor sociale gerechtigheid, een eerlijke prijs voor wat je eet, wat goed is voor je gezondheid, voor medemens en dier en wat goed is voor de schepping. Ik ervaar het als een zegen dat ik mij aan haar kan optrekken. Ik praat trouwens liever niet over ”het milieu”. Ik heb het over de schepping, omdat dat ons altijd weer herinnert aan de Schepper.”

De omschakeling ging bij u niet van de ene op de andere dag?

„Nee, in het begin zeker niet. Als ik terugdenk dan waren er bepaalde momenten die mij een duwtje gaven. Toen we in Frankrijk woonden, zagen wij een keer een documentaire over het gesleep met dieren, kriskras door Europa. Ik dacht: hier wil ik helemaal niets mee te maken hebben.

Later, toen ik bij het Nederlands Dagblad werkte, ging ik met de trein naar de redactie. Bij Barneveld-Noord stonden soms vrachtauto’s volgeladen met kippen. Ik zag eens een kip die had zich ontworsteld aan zo’n krat en naar beneden was getuimeld. Die zat totaal verdwaasd op de stenen, in de volle zon. Daarna heb ik nooit meer kip gegeten.”

Die twee momenten hebben allebei met dierenwelzijn te maken. Hoe geeft u verder invulling aan een duurzame levensstijl?

„In het begin hebben we een tijdje een auto gehad, maar we leven nu al ik weet niet hoeveel jaar zonder. Je kunt in Nederland met het openbaar vervoer vrijwel overal komen, zeker als je het combineert met een ov-fiets. En de enkele keer dat ik echt een auto nodig heb, huur ik er een bij Greenwheels. Vakanties doen we altijd al op de fiets, de ene keer naar Friesland, een andere keer gaan we richting Limburg. We nemen twee fluiten mee –we spelen allebei altblokfluit– en trekken van de ene kerk naar de andere om de akoestiek te testen. En als we naar Frankrijk willen, waar we een jaar gewoond hebben, gaan we met de trein.

Je doet nooit alles in één keer, het is een proces. Je moet jezelf oefenen om sober en bewust te leven. Op een gegeven moment dachten we: kleding kunnen we tweedehands kopen. Later hebben we zonnepanelen op ons dak gelegd.

2020-10-17-rdMAG1-gesprekvannoppenstaand1-6-FC_web.jpg
Koos van Noppen vindt dat veel christenen een blinde vlek hebben voor de impact van hun levensstijl op de scheping. beeld RD, Henk Visscher

Vijf jaar geleden is in het centrum van Amersfoort een coöperatieve afvalarme supermarkt geopend; we zijn meteen lid geworden en doen daar vrijwel al onze boodschappen. Twee keer per week helpen we er als vrijwilliger vakken vullen. Zo zijn we gaandeweg ons bestaan aan het verduurzamen.”

U vindt dat christenen zich te weinig zorgen maken over de schepping. Hoe komt dat volgens u?

„Het lastige is dat ik alleen maar generaliserend kan spreken. Gelukkig zijn er heel wat mensen die de ogen wél open hebben. Maar op het pamflet dat ik twee jaar geleden schreef, kwamen ook reacties als: Moet je je daar nou zo druk over maken?

Als ik dan doorvraag, zit er soms een theologie achter van: stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw. Of ze zien het als een linkse hobby. Ik verbaas me erover dat mensen die bij de Bijbel zijn grootgebracht de zaken zo misverstaan. Je hebt ook glasharde klimaatontkenners. En dan zijn er nog de mensen die redeneren: als hij gelijk heeft, dan moet dat consequenties hebben voor mijn gedrag en daar heb ik geen trek in. Dat noem ik de echte klimaatdrammers, mensen die hun lieve leventje ongestoord willen voortzetten.”

Stil maar, wacht maar… U bedoelt dat deze mensen vooral naar de eeuwigheid kijken, als alles nieuw wordt? Vindt u dat geen legitieme reden?

„Nee! Als dat inhoudt dat er voor de aarde niets zou resten dan een sterfhuisscenario, dan heb je toch echt iets gemist. God blijft trouw aan wat Zijn hand is begonnen; zo heb ik Hem leren kennen. Je bent als mens in de schepping geplaatst met een taak, een roeping, een verantwoordelijkheid. Die heb je voor je naaste en voor alles wat je omgeeft, voor de hele schepping.

God neemt ons veel serieuzer dan wij onszelf. Wij zouden ons af en toe eens in de arm moeten knijpen. Wat vandaag de dag heel gauw wordt vertaald als radicaal, of in het ergste geval als links, dat is volgens mij niet anders dan wat we al uit het orthodoxe jodendom leren: met toewijding en met zorg elk detail van het dagelijks leven zien in het licht van je verantwoordelijkheid.”

U ziet uzelf niet als links?

„Ik heb helemaal niets met die term. De zorg voor de schepping onttrekt zich wat mij betreft helemaal aan de begrippen links en rechts. Als het gaat over euthanasie heb ik in de ogen van velen misschien een heel rechts standpunt. Maar hoe ga je om met geld en goed, met de schepping, met je medemens? Waar komt de kleding vandaan die je draagt? Vloekt de dankzegging die je over je eten uitspreekt niet met wat er op je bord ligt? Ik vrees dat veel mensen het extreem links vinden om alleen al die vragen te stellen. Maar ik vind het consequent om mijn dagelijks leven te verbinden met wat ik geloof en waar ik me toe geroepen voel.”

U schrijft ergens over een versmalling in de theologie die negatief uitpakt voor het streven naar een duurzaam leven. Wat bedoelt u daarmee?

„Het gaat mij om de trend van pastorale theologie, met veel nadruk op troost en bemoediging, een aai over je bol. Als je niet uitkijkt vormt dat een geloof dat niets mag kosten, dat niets van je mag vragen. In mijn ogen scheer je daarmee langs de rand van de goedkope genade.

Ook de liturgie helpt vaak niet. Veel liedjes gaan over God Die je nabij is en Die altijd voor je klaarstaat. Maar de breedte van het Evangelie, de gerechtigheid en het Koninkrijk in al zijn facetten, dat mis ik. Het wordt te vaak teruggebracht naar de vierkante centimeter van jouw hartje en jouw relatie met God. Dan sneeuwt heel gemakkelijk onder dat het geloof ook die andere dimensies heeft, waar het gaat om rechtvaardig handelen en eenvoudig leven.”

Bevindelijk gereformeerden zullen zich in de theologie en liturgie die u schetst, niet herkennen. Wat hebt u hun te zeggen?

„Volgens mij ben ik een bevindelijk mannetje. Ik ben opgegroeid in de sfeer van de Gereformeerde Bond. Bepaalde elementen uit de prediking heb ik zeer gewaardeerd. Het geloof gaat over het hele leven en dat voltrekt zich voor Gods aangezicht. Je maakt fouten, maar je mag je schuld belijden en opnieuw beginnen: ga heen, zondig niet meer.

Gaandeweg heb ik ontdekt dat die pretentie van het hele leven toch beperkt was. Zorg voor de schepping en vragen van sociale gerechtigheid kwamen zelden aan bod. Die noodzakelijke verbreding heb ik in de loop van de tijd ontdekt en daar ben ik erg dankbaar voor.”

U noemt een eenvoudig leven het goede leven. Waarom?

„Het zit mij erg hoog dat deze samenleving zo ongelofelijk in de tentakels van de mammon zit. Dat geldt voor ons allemaal, ook voor het kerkvolk. Ik heb me erin geoefend om steeds minder vast te zitten aan geld en alles wat daaraan te relateren is, dus ook aan spullen. Ik ben hier tijdelijk en alles wat ik heb, dat heb ik gekregen. Als ik er straks niet meer ben, van wie zal het dan zijn? Je kunt niet twee heren dienen, God én de mammon. Dat is een heel scherp woord. Probeer daar eens naar te leven, dat je loskomt van je spullen, dat je dingen deelt, uitleent, weggeeft.

Geld interesseert me niet. Ik zou niet weten wat ik verdien. Dat houdt mijn vrouw gelukkig bij. Ik geef meteen toe dat het mij helpt dat ik mij er niet druk over hóéf te maken. Er zijn ook mensen die elk dubbeltje moeten omdraaien. Voor hen is het natuurlijk anders.”

Mensen die elke dag op de steiger staan, die ploeteren moeten om hun gezinnetje aan het eten te houden, die misschien helemaal geen tijd hebben om over duurzaamheid na te denken: wat zegt u tegen hen?

„Als het maar een onderdeel is van je geloof. De veronderstelling van deze vraag is dat je het eventueel kunt laten liggen, als je maar het ene nodige hebt. Maar het heeft voor mij niets te maken met opleidingsniveau of met welke rol je in de samenleving vervult.

Juist doordat we als kerken de zorg voor de schepping zo lang letterlijk links hebben laten liggen, kan zo’n vraag opkomen. Dat zou niet zijn gebeurd als het een integraal onderdeel was geweest van de prediking en de catechese en een plek had gehad in de liturgie. Moet je je als hardwerkende Nederlander op een steiger daar wel mee bezig houden? Ja, dat moet! Ook als je gelooft!”

2020-10-17-rdMAG1-noppenstaandlaatstefoto-6-FC_web.jpg
Journalist Koos van Noppen. beeld RD, Henk Visscher

U doet stevige uitspraken. Soms lijkt het wel alsof je niet zalig kunt worden als je milieuzorg niet op één hebt staan?

„Nee, dat heb ik nergens beweerd.”

In uw pamflet noemt u milieuvervuiling een teken van vervreemding van God. En dan concludeert u: „Het is een kwestie van geloof of ongeloof, van God of de mammon, van deze wereld of de toekomende.” Dat lijkt er toch op dat het je zaligheid raakt?

„Nee, dat is wel heel boud. Iemand moet me toch wel heel slecht kennen om te denken dat ik dat bedoel. Het punt is dat het heel onduurzaam is om met de stroom mee te leven. Kijk maar eens wat er allemaal te koop is. Dat is negen van de tien keer verschrikkelijk onduurzaam. Zelfs de alternatieven. Neem de discussie over auto’s. Als iedereen maar omschakelt naar elektrisch rijden, blijven we met het bandengruis een enorme hoeveelheid microplastic in het milieu brengen. Ook bij andere onderwerpen zie je dat: we willen hetzelfde blijven doen, maar dan groen.

Het echte alternatief is matiging. Daar zouden we veel meer ernst mee moeten maken. Het is mijn ervaring dat je van een eenvoudig, sober leven ongelofelijk veel rijker wordt. Leef dat uit, als predikant, als kerkenraad, als gemeenteleden. Stimuleer elkaar. Juist omdát je het geluk gevonden hebt in andere dingen dan in het bij elkaar graaien van zo veel mogelijk goed in deze wereld en in het najagen van begeerten. Als je je zaligheid gevonden hebt, heeft dat in déze wereld praktische consequenties.”

Soberheid wordt vaak een kenmerk van calvinisme genoemd. Maar de praktijk is anders als ik u goed begrijp?

„Kijk eens om je heen. Kijk naar de advertenties in reformatorische bladen. De refocultuur zou toch haaks moeten staan op weelde en luxe? Dan denk ik: daar wordt lippendienst bewezen. Matiging is een vrucht van de Geest. Waarom bestaat er niet een refolijn eerlijke kleding? Zo van: aan dit overhemd zijn geen kinderhanden bezig geweest.

Ik verbaas me ook over dominees die wekelijks van hot naar her rijden om te preken. Of kijk eens naar het parkeerterrein van een gemiddelde gemeente en reken uit wat die leden gezamenlijk betalen aan wegenbelasting, verzekering, apk en onderhoud van al die auto’s, dan kom je aan een astronomisch bedrag. De auto is echt een heilige koe, ook in christelijk Nederland. Volgens mij kan er veel geld bespaard worden als een gemeente een mantelcontract sluit met een autoverhuurbedrijf. De leden kunnen daar een auto huren als ze die echt nodig hebben en doen verder hun best om zo veel mogelijk met het openbaar vervoer te reizen. Maar ik vrees dat alleen al het idee lanceren iemand tot een paria maakt.”

Kan aandacht voor duurzaamheid, soberheid en matiging ten koste gaan van het geestelijk leven? Van de vraag: hoe krijg ik een genadig God?

„Voor mij is die aandacht een integraal onderdeel van het geestelijk leven. Er is niet een geestelijk leven en iets daarnaast, namelijk het gewone leven, het is het éne leven. Hoe ga je om met je geld en met spullen is een vraag die hoort bij het geloof. Evengoed is de zorg voor de schepping geen module die je al naar believen kunt kiezen, zo van: er zijn groene christenen, anderen bekommeren zich erg om Israël en weer anderen hebben het altijd over de gaven van de Geest.”

Signaleert u ook in reformatorische kring mensen die duurzaam proberen te leven?

„Die zijn er gelukkig, het bewustzijn neemt toe. Daarom zeg ik: Wie de schoen past, trekke hem aan. Ik ga mezelf niet tegen anderen afzetten. Ik ben blij dat er steeds meer mensen zijn die het belang van een eenvoudige levensstijl erkennen.”

U bent minder gaan werken. Wat heeft dat met duurzaamheid te maken?

„Vorig jaar ben ik bij de IZB van vijf naar drie dagen per week gegaan. De andere twee dagen heb ik tijd om vrijwilligerswerk te doen. Iedereen die een stukje van me wil hebben, kan het krijgen. Ik schrijf voor verschillende bladen. Ook geef ik graag mijn energie aan die afvalarme supermarkt hier in het centrum. Praktisch bezig zijn, daar houd ik van.”

U pleit in uw pamflet voor schuldbelijdenis door Nederlandse christenen. Waarom?

„We geloven toch dat God op Zijn schepping betrokken is? Als ik in het ene na het andere rapport lees over de teloorgang van die schepping en dat op me laat inwerken, denk ik: waar is het struikgewas waar we achter kunnen wegkruipen? Dat móét leiden tot verootmoediging en schuldbelijdenis. Ook plaatsvervangend. Laten dominees het concreet benoemen. De schepping is niet van onszelf, ze is aan ons toevertrouwd. Maar wij richten haar effectief te gronde. Dat wordt veel te weinig als zonde beleefd. In 1976 was er een hele droge zomer. Ik was een jaar of dertien maar ik weet nog goed dat we doordeweeks naar de kerk gingen voor een bidstond. Op dit moment is de situatie veel ernstiger dan toen, maar ik zie geen spoor van verootmoediging.

2020-10-17-rdMAG1-gesprekvannoppenstaandsmal-6-FC_web.jpg
Van Noppen is vrijwilliger bij een verpakkingsarme biologische voedingswinkel in Amersfoort. beeld RD, Henk Visscher

Er wordt veel gepraat over vergroenen en dat het anders moet. Maar de discussie blijft hangen in wat net al even aan de orde kwam: we willen eigenlijk hetzelfde blijven doen, maar dan groen. Oftewel: we willen blijven autorijden, dus doen we het elektrisch. Dan wordt de Tesla zo’n beetje het nieuwe ideaal. Of: vliegen kan echt niet meer. Maar vervolgens rijden we 1000 kilometer met de auto want we móéten en zúllen ver weg op vakantie. Of bij elke maatregel die gesuggereerd wordt meteen de vraag stellen: Wat gaat dat wel niet kosten en wie gaat dat betalen? Als je hebt ingeleefd wat de teloorgang van de schepping betekent en als je dat relateert aan je geloof, dan praat je niet zo. Het gaat erom hoe je er met je hart in staat. Daar heb ik meer verwachting van dan van de politiek, want die is altijd met kortetermijnbelangen bezig.”

Is uw beeld van de schepping niet te ideaal? Het aardrijk is na de zondeval toch vervloekt?

„We leven in een gebroken werkelijkheid. De schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, zegt Paulus. Maar daarmee is de opdracht om de aarde te bewerken en te bewaren niet ongedaan gemaakt. Dat je daar af en toe in faalt, oké, maar het gaat om je gerichtheid. Mensen zeggen wel tegen me: Jij bent zo radicaal, laten we kleine stapjes maken. Maar het gaat primair om een hele grote stap, dat je met een nieuwe gezindheid een andere richting inslaat, met vallen en opstaan. Die verandering heb ik ook meegemaakt. Theoloog Sam Janse noemt het zijn groene bekering. Hij maakt er een sport van om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen.”

Wat is voor u het perspectief? Hoopt u op een omslag?

„Als het gaat om de toekomst van deze wereld heb ik mijn hoop gevestigd op God. Want als Hij ons niet redt, dan kunnen we het echt schudden. Bij alle waardering die ik heb voor goede initiatieven: de Haagse politiek gaat ons niet redden, ben ik bang; de Green Deal van de EU en het VN-klimaatpanel evenmin, vrees ik. Dat klinkt heel basaal en fundamenteel maar zo beleef ik het.

Waar ik niets, maar dan ook helemaal niets mee heb, is de parmantigheid in sommige kringen van „wij gaan het milieu redden, samen de schouders eronder dan keren we het tij.” Ik vind dat van een verwatenheid getuigen die mij totaal vreemd is. De rode draad in mijn pleidooi is dat we eerder bedremmeld aan de dijk staan, want wij hebben gefaald tegenover onze Schepper. Vanuit die gesteldheid begin je in een andere richting te leven. Begin eens bij wat binnen je bereik ligt.

Beppie en ik zijn een initiatief begonnen om zwerfafval te rapen hier in de stad. Op een avond stonden we ergens een berm leeg te hengelen terwijl de Boeings over ons hoofd vlogen en de auto’s over de A1 voorbij raasden. Op zo’n moment kun je je afvragen hoe die dingen zich tot elkaar verhouden. Daar heb ik niet een-twee-drie een antwoord op. Hoe kun je in een cultuur die nietsontziend de schepping vernielt, toch in je eigen kleine wereld doen wat je hand vindt om te doen, en hoe kun je dan toch geloven dat dat goed is?

Ik blijf geloven dat het zinnig is om die berm schoon te maken. Ben ik gekke Henkie? Vast. Wat dan nog? Laat het een soort dwaasheid zijn. Ik relateer het aan geloof. Als ik dan mensen tegenkom die zich met veel meer bezieling voor de schepping inzetten dan een gemiddelde kerkganger, denk ik: zou ík er zo gedreven in staan als ik God niet zou kennen?”

Koos van Noppen

Jacobus (Koos) van Noppen wordt op 12 juni 1963 geboren in Rotterdam-Delfshaven. Het gezin verhuist enkele jaren later naar Ridderkerk, waar hij opgroeit. Na de havo doet hij vervangende dienstplicht bij het gewestelijk arbeidsbureau in Dordrecht. Hij studeert journalistiek aan de Evangelische Hogeschool in Amersfoort. Van 1990 tot 1996 is hij bedrijfsjournalist bij de VGB, een van de voorlopers van uitkeringsorganisatie UWV. Die periode onderbreekt hij door samen met zijn vrouw een jaar in Frankrijk te werken in de gezondheidszorg. Van 1996 tot 2000 is Van Noppen redacteur kerk en religie bij het Nederlands Dagblad. Vervolgens is hij tot 2009 redacteur/verslaggever bij de EO-radio. Dat jaar wordt hij hoofd communicatie bij IZB, vereniging voor zending in Nederland. Van Noppen is sinds 1988 getrouwd met Beppie de Vries. Zij hebben een zoon en een dochter. Het echtpaar is lid van de Protestantse Gemeente Amersfoort.

Meer over
Het Gesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer