Kerk & religie

Begraven in een emotiecultuur

Rouw en verdriet brengen veel emotie met zich mee. In onze emotiecultuur mag dat ook. „Maar in de rouwdienst staat het Woord centraal, luisteren we stil naar wat God zegt over leven en sterven, over rouwen en weer verdergaan.”

Jan van ‘t Hul
19 October 2020 08:27Gewijzigd op 16 November 2020 20:42
Katwijk aan Zee. beeld RD, Henk Visscher
Katwijk aan Zee. beeld RD, Henk Visscher

Ds. A. Goedvree, hervormd predikant te Hoevelaken, heeft een meer dan gemiddelde interesse in de begrafeniscultuur van Nederland. „Ik was een jongetje van tien jaar toen mijn vader overleed. Dat was in 1980. Ik had veel verdriet, toch heb ik de begrafenisplechtigheid intensief meebeleefd. Sindsdien heeft de belangstelling voor rouwgebruiken en begrafenisrituelen zich alleen nog maar verdiept. Uit interesse heb ik later de toenmalige opleiding voor uitvaartverzorger gevolgd.”

2020-10-17-katZA1-goedvree-2-FC_web.jpg
Ds. A. Goedvree. beeld RD, Henk Visscher

In alle gemeenten die ds. Goedvree diende (Haaften, Arnemuiden, Wezep, Uddel en nu Hoevelaken) heeft hij geïnvesteerd in een goede band met de plaatselijke begrafenisondernemer. „Dat kan in het pastoraat van groot belang zijn.”

In de jaren dat hij predikant was, heeft ds. Goedvree veel zien veranderen in de gebruiken rond het begraven. „Dat mensen invloed willen uitoefenen op de Bijbelse boodschap die je brengt, is van alle tijden. Maar de laatste decennia zie je meer en meer dat kinderen en kleinkinderen, die afscheid hebben genomen van de levensovertuiging van ouders of grootouders, de dominee zien als iemand die slechts het ritueel mag afmaken. Begraven is een ritueel geworden en de dominee moet daar onderdeel van uit maken. Maar ik blijf wel dienaar van het Goddelijk Woord.”

Kerkelijk meelevende familieleden willen op de dag van begraven ruimte bieden aan de boodschap van het Evangelie. „Zij zijn betrokken op God en op elkaar en gaan samen de weg van rouw en verdriet. Je ziet echter meer en meer dat familieleden geen belang meer hechten aan wat de Bijbel te zeggen heeft. Door allerlei vooroordelen en negatieve sentimenten heeft men er soms belang bij om de ruimte voor de predikant te minimaliseren. De nabestaanden laten je weten: Dominee, dit is onze begrafenis en u mag er even bij komen.”

Het is een heilige kunst, zegt ds. Goedvree, om als predikant daarin je weg te vinden. „Het is een dag vol emotie, en dat ontlaadt zich nog weleens in muziek, gedichten en kaarsjes. Ik probeer dan aan te geven dat ik het waardeer er bij te mogen zijn, maar dat het wel mijn roeping is om iets van het Evangelie door te geven, om uit te leggen waarom het geloof voor opa of oma nu zo belangrijk was geweest. Ik vertel dan waarom opa zo van die oude Bijbel hield en waarom oma graag die oude psalmen zong.”

Een rouwplechtigheid mag van ds. Goedvree zo eenvoudig mogelijk zijn en in de rouwdienst moeten Woord en gebed centraal staan. „Een rouwdienst is een familieaangelegenheid en persoonlijk van karakter. Dat is ook theologisch van belang. Want God gaat met ieder mens Zijn eigen weg, heel persoonlijk, en dat mag in de dienst ook blijken. Tegelijkertijd mogen de persoonlijke aspecten het Woord niet overvleugelen. Ik ben graag bereid om te luisteren naar de wensen van nabestaanden. Het is voor de familie een intiem moment, daar wil ik rekening mee houden. En vaak ben ik ook bereid om met de familie een tweede mijl te gaan. Toch ligt er ergens voor mij een grens. Dat vraagt flexibiliteit en pastorale bewogenheid.

Tijdens een begrafenisplechtigheid met veel randkerkelijken onder je gehoor heb je als predikant een grote gelegenheid om de aansluiting naar het hart te zoeken en Gods Woord aan de man te brengen. Het missionaire doel is heilig, maar het doel heiligt niet alle middelen.”

We leven in een emotiecultuur, zegt de Hoevelakense predikant. „Veel postmoderne mensen hebben juist op een begrafenis behoefte om hun emoties te laten gaan. Dat mag ook. Maar het Woord staat bovenaan. In de rouwdienst wordt iemands leven afgesloten onder het gezag van Gods Woord. Dan worden we stil en luisteren we naar wat God zegt over het leven en het sterven, over rouwen en weer verdergaan.”

Ds. Goedvree geeft een voorbeeld uit de praktijk: „Er stierf een oude dame. Tijdens haar leven hield ze veel van het lied van Mieke Telkamp: ”Waarheen leidt de weg?” De familie wilde dat graag aan het graf door middel van een geluidsopname ten gehore brengen. Dat lied werpt veel vragen op, maar geeft geen antwoorden. Het was al bijzonder dat ik die dag iets zeggen mocht. Toen heb ik van mijn verlegenheid maar de gelegenheid gemaakt. Ik heb iets gezegd over: „Waarheen leidt de weg?” Ja, waarheen eigenlijk, beste mensen? En waarom zijn wij op de aarde? Vanuit de Bijbel heb ik daar toen antwoorden op gegeven, antwoorden die Mieke Telkamp niet geeft.”

2020-10-10-katZA1-bennyvos-3-FC_web.jpg
Benny Vos. beeld RD, Anton Dommerholt

„Rond het graf past geen uitbundigheid”

Er is in de afgelopen decennia veel veranderd in de begrafeniscultuur, zegt Benny Vos (61). „Niet alle veranderingen zijn negatief. Als er maar ontzag blijft voor de dood, want de dood is de straf op de zonde.”

Vos is sinds 1987 zelfstandig begrafenisondernemer te Uddel. In het begin zei de familie weleens, zodra hij over de drempel van het rouwhuis stapte: „Mensen, allemaal stil, want Vos is er. Hij zal zeggen hoe het moet gebeuren.”

Dat is voorbij, zegt Vos, aan de keukentafel van zijn vrijstaande woning aan de rand van Uddel. „Mensen willen steeds meer inbreng in de wijze waarop hun dierbare wordt begraven. En dat is ook goed. Als begrafenisondernemer wil je graag weten hoe de mensen het willen hebben. Als ik nu binnenkom bij een rouwende familie, luister ik eerst naar wat ze willen. Welke rouwkaart wil de familie, met een zwarte rand of liever een grijze? Welke kist moet er komen, een fineerkist of liever een eiken kist?”

Het is goed dat mensen tijdens hun leven nadenken over hun eigen begrafenis, vindt Vos. Voor dat doel heeft hij een overlijdenscodicil beschikbaar. Daarin kunnen mensen noteren hoe ze begraven willen worden. „Het komt regelmatig voor dat nabestaanden niet weten wat de laatste wensen van de overledene waren. Dat is jammer. Met een codicil voorkom je dat kinderen de begrafenis van hun ouders anders laten verlopen dan zij zelf gewild zouden hebben. Kinderen zeggen weleens tegen hun ouders: „Doen jullie dat op de Veluwe nog steeds zo? In het Westen doen we dat heel anders.””

Vos maakt het in toenemende mate mee dat iemand, die weet dat hij op korte termijn sterven zal, hem vast laat roepen. „Dat kwam vroeger nooit voor. Je praatte niet over de dood, dat was een taboe. De meeste mensen dachten: als het zo ver is, dan zal het wel goedkomen. Nu hebben sommigen er behoefte aan om tijdens het leven alvast kenbaar te maken hoe hun begrafenis verlopen moet. Daar spreekt een groot stuk vertrouwen uit. Als iemand weet dat die dingen goed geregeld zijn, geeft dat rust.”

Vos schikt zich graag naar de wensen van de familie. Hoewel, daar zijn voor hem wel grenzen aan. „Als er gespot wordt met de dood, ben ik niet thuis. Als er, zoals weleens gebeurt, een feestje rond de begrafenis wordt gebouwd, met wijn en sterkedrank, dan doe ik niet mee. De dood is de straf op de zonde. Daar heb je bij het begraven maar rekening mee te houden. Rond het graf past geen uitbundigheid. Maar gelukkig gebeurt het niet vaak dat mensen dingen willen die tegen mijn eigen geweten ingaan. Ik werk voornamelijk in kerkelijke kringen. Daar hebben de mensen geen ongepaste wensen.”

Mark Vos (23), de zoon van Benny Vos, draait al enkele jaren mee in de zaak. Over wat er wel en niet kan tijdens een begrafenis, loopt Mark één op één in het voetspoor van zijn vader: „We zijn er als we er zijn moeten, en anders blijven we op de achtergrond. We luisteren meer dan dat we spreken.”

En vader en zoon vinden allebei: „Hoe eenvoudiger het er aan toegaat, hoe beter.”

2020-10-17-katZA1-familiebosmaassluis-2-FC_web.jpg
Familie Bos. beeld RD, Anton Dommerholt

„Het was echt de dag van pa”

Op 16 november 2019 overleed in Maassluis Christiaan Bos. Zijn weduwe Anneke kijkt samen met haar dochter Annelize den Broeder terug op de begrafenis. „We hebben het gedaan zoals Chris het had gewild.”

Aan de wand van de woonkamer in Maassluis hangt de tekst ”Ik zal er zijn”. Op het dressoir staat het portret van Chris Bos. Hij werd 72 jaar oud.

Bos overleed aan een ernstige ziekte, die ongeveer een jaar heeft geduurd. In dat jaar heeft hij zelf, samen met zijn vrouw en kinderen, alles voor de rouwdienst en de begrafenis voorbereid.

Weduwe Anneke: „Mijn man had nauwkeurig aangegeven hoe hij het wilde hebben. De rouwdienst moest ”dank- en zangdienst” heten, want er was zoveel om dankbaar voor te zijn, en hij hield altijd zo van zingen. Chris heeft zelf zijn kist uitgezocht en de liturgie samengesteld, maar de tekst voor de meditatie liet hij aan de dominee over. Kinderen en kleinkinderen hebben hem op de schouders gedragen, het huis uit, de Grote Kerk van Maassluis in, en de begraafplaats over. Zo wilde hij het graag en zo hebben we het gedaan.”

Dochter Annelize: „Met alle kinderen en kleinkinderen hebben we de kist gesloten. We waren toen met 23 personen. Toen we pa het huis uit droegen, stond de hele buurt in een haag om ons heen. Terwijl de rouwauto door de stad reed, op weg naar de begraafplaats, lag de Bijbel opengeslagen op zijn kist. Het interieur van de auto was verlicht. Iedereen kon die Bijbel zien liggen. Zelfs op zijn laatste dag op aarde verspreidde pa nog het licht van God.”

De familie Bos is een muzikale familie. „Psalm 4 heeft een grote plaats ingenomen in het leven van mijn vader”, zegt Annelize. „Op die woorden had een van de kleinkinderen een lied gemaakt: „U laat mij slapen zonder zorgen, want slapend kom ik thuis.” Tijdens zijn ziekte hebben een kleinzoon en kleindochter dat lied op cd ingezongen. Pa heeft dat elke dag beluisterd. In de dienst hebben ze dat samen opnieuw gezongen: „U laat mij rusten tot de morgen, en wonen in Uw huis.”

Weduwe Anneke kijkt met dankbaarheid terug op de dag van de begrafenis. „Het was fijn dat we alles hebben vormgegeven zoals Chris het had gewild. Dat is voor ons verwerkingsproces heel goed. Er is niets geweest waarvan we achteraf hebben gezegd: hadden we dit of dat toch maar iets anders gedaan.”

Annelize: „Het was allemaal heel persoonlijk, in de stijl van pa. Later hoorden we dat de liederen die gezongen zijn ook onkerkelijke mensen hebben geraakt. Dat kwam natuurlijk niet door ons, maar dat heeft God gedaan.”

De familie Bos is zich ervan bewust dat persoonlijke wensen tijdens een begrafenis moeten passen bij de ernst van de dood. Anneke: „Je hoort weleens dat mensen na afloop van een begrafenis het glas heffen, maar Chris wilde dat niet. Het ging niet om de verheerlijking van een mens, maar om wat God in zijn leven had gedaan.”

Annelize: „Het was een waardige dag, heel troostvol. Echt een dag van pa.”

Anneke: „We zijn best een emotionele familie. De tranen zaten erg hoog. Maar we hebben ons die dag gedragen gevoeld door God. We hebben kracht kunnen putten om de weg weer verder te gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer