Vissers doen aangifte tegen Greenpeace om storten stenen
De organisatie van kottervissers VisNed heeft woensdag bij de maritieme politie in Den Helder aangifte gedaan tegen Greenpeace. Aanleiding hiervoor is dat de milieuorganisatie sinds dinsdag „grote rotsblokken” stort op belangrijke visgronden op de Doggersbank, een ondiepe zandbank middenin de Noordzee.
Het gaat om een actie van de Britse tak van Greenpeace in het Britse deel van de Noordzee. De stenen moeten ervoor zorgen dat vissers niet meer met sleepnetten in het bewuste gebied komen, blijkt uit een verklaring die Greenpeace Nederland woensdag op zijn website heeft geplaatst. De stenen zijn verspreid in een gebied van 47 vierkante mijl (122 vierkante kilometer). Om hoeveel stenen het gaat, is niet bekendgemaakt.
Greenpeace heeft de stenen gedumpt met de Esperanza. „Dat is een Nederlands schip met een Nederlandse kapitein”, zegt directeur Pim Visser van VisNed. „Het storten van stenen in de Noordzee is verboden volgens het internationale Ospar-verdrag, dat gericht is op de bescherming van het milieu. Voor dumpingen, ook van natuurlijke materialen, moet toestemming worden gevraagd aan de vlagstaat van het betrokken schip.” Volgens Visser is het nu aan het openbaar ministerie om de zaak verder te onderzoeken.
Volgens Greenpeace is de Britse Doggersbank sinds 2017 op papier een beschermd natuurgebied, maar neemt de overheid van het Verenigd Koninkrijk geen concrete beschermende maatregelen. „De industriële visserij brengt grote schade toe aan dit gebied”, stelt de organisatie.
Volgens VisNed is vissen op de Doggersbank, waar ook Nederlandse kotters actief zijn, niet illegaal. „Er lopen in Brussel procedures om delen van de Noordzee voor de visserij te sluiten. Greenpeace moet net als iedereen wachten tot er besluiten zijn genomen. Deze actie is volkomen onacceptabel”, zegt Visser.
Hij verwacht niet dat Nederlandse vissers het gebied waar de stenen zijn gedumpt, daadwerkelijk zullen mijden. Maar netten en vistuigen kunnen aan de stenen blijven hangen en beschadigd raken. „En als je zo’n grote steen opvist en aan boord haalt, kan hij bij ruw weer over het dek gaan rollen. Dat is gevaarlijk voor de bemanning.”
Greenpeace zegt de coördinaten van de locaties waar stenen zijn gestort, te hebben doorgegeven aan de Britse autoriteiten. Daardoor kunnen vissers er wegblijven, zodat ze niet met hun netten achter de stenen blijven haken. „De actie is volkomen veilig”, aldus de milieuorganisatie.
In 2015 spande VisNed een kort geding aan tegen Greenpeace, nadat de organisatie tien grote keien had gedumpt op de Klaverbank in het Nederlandse deel van de Noordzee. VisNed betoogde destijds dat vissers niet meer veilig konden werken en eiste dat Greenpeace de keien weer zou opruimen. De rechter zag daar geen reden voor.
Om dezelfde actie deed de Urker vissersvrouw en gemeenteraadslid Anja Keuter, met steun van honderden vissers, destijds aangifte tegen Greenpeace. Het openbaar ministerie besloot echter de milieuorganisatie niet strafrechtelijk te vervolgen.
Volgens VisNed-directeur Visser heeft de aangifte deze keer een andere grondslag. „Er is volgens ons een strafbaar feit gepleegd. Je mag geen rommel in zee gooien.”
In 2016 zei minister Schultz van Haegen (Infrastructuur) in in antwoord op Kamervragen dat het in zee storten van stenen in het Nederlandse deel van de Noordzee vanaf 2018 vergunningplichtig zou worden. Volgens de minister biedt het zeerecht daarvoor de mogelijkheid en zijn kuststaten verplicht om milieuverontreiniging tegen te gaan. Daaronder valt ook „belemmering van de activiteiten op zee, met inbegrip van het vissen”, aldus Schultz.
Ook Britse vissers zijn boos op Greenpeace. De National Federation of Fishermen’s Organisations noemt de actie gevaarlijk, illegaal en onverantwoordelijk en wijst erop dat vissersschepen zelfs kunnen kapseizoen als ze met het net achter een grote steen blijven haken.