Trump weet zaken te regelen in het Midden-Oosten
Terwijl in Nederland dinsdag alle ogen gericht waren op de Grote Kerk in Den Haag, werd in het Midden-Oosten vooral gekeken naar het Witte Huis in Washington. Daar tekenden Israël, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Bahrein het zogenoemde Abrahamakkoord. Een ceremonie die uniek genoemd mag worden. De Joodse staat werd tot dinsdag namelijk slechts door twee Arabische landen erkend. Egypte sloot in 1978 vrede met Israël en Jordanië deed dat in 1994. Zesentwintig jaar lang was er geen enkel zicht op dat beide landen gezelschap zouden krijgen van nog een Arabisch land. De afgelopen weken gebeurde dat echter tot ieders verrassing toch. De kleine Golfstaten Bahrein en de VAE gingen na lange, geheime onderhandelingen onder leiding van de Verenigde Staten door de bocht en erkenden dinsdag officieel de Joodse staat. En dus werd er met het plaatsen van de handtekeningen onder het Abrahamakkoord letterlijk en figuurlijk geschiedenis geschreven.
Voor zowel premier Netanyahu als voor president Trump is de ondertekening een belangrijke opsteker. Netanyahu ligt in eigen land onder vuur vanwege mogelijke corruptie en voor de manier waarop zijn regering de coronaepidemie probeert in te dammen. Het land gaat, zeer tegen de zin van veel orthodoxe Joden, net voor de belangrijke Joodse feestdagen voor drie weken in lockdown. De maatregel is volgens de regering nodig omdat het aantal besmettingen zou kunnen zorgen voor het ineenstorten van de zorgsector.
De verrassende overeenkomst tussen Israël en de Golfstaten is dus een gigantische opsteker voor de premier. Hij kreeg voor elkaar wat eigenlijk niemand nog durfde te hopen. Ook voor Trump is de ondertekening een succes. Zijn plan voor vrede tussen Israël en de Palestijnen werd na presentatie weggehoond door zowel de Palestijnen en Arabieren als de meeste westerse landen. Het verplaatsen van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem werd gezien als de definitieve doodsteek voor het vredesproces. Onterecht, zo blijkt nu.
Nu is er genoeg te zeggen over de motieven van zowel de VAE en Bahrein als die van president Trump. Want de Golfstaatjes zijn bepaald niet ineens verliefd geraakt op Israël. Het is meer hun haat tegen Iran die ze naar de VS en dus ook naar Israël toedrijft. De vijand van mijn vijand is mijn vriend, zo zegt het spreekwoord.
Voor Trump is de ondertekening belangrijk om zijn Joodse en christelijke kiezers in de VS te laten zien dat hij de enige president is die goed voor Israël zorgt. Ongetwijfeld speelt er bij Trump dus eigenbelang mee. Maar wie alles op die noemer zet, doet hem toch echt tekort. Het is nu eenmaal een feit dat Trump in het Midden-Oosten zaken geregeld krijgt die niemand voor hem wist te bereiken. En ook dat mag gezegd worden.