‘Plantendominee’ Van Ruitenburg zoekt Bijbelse lessen in de plantenwereld
Van anemoon tot kolokwint: de Bijbel kent tal van planten. Niet zelden bieden ze een geestelijke les. Ds. C. van Ruitenburg –voorheen verkoopleider in de plantenwereld, nu dienaar van het Woord– schreef er een boekje over.
Nog altijd heeft de wereld van planten en bloemen zijn interesse, zegt de predikant van de gereformeerde gemeente in Krimpen aan den IJssel. „Al van jongs af aan was ik bezig met planten, bomen, struiken. Mijn eerste baantjes had ik als hovenier en bloemist. Maar ook nu nog als ik door de natuur wandel, wil ik weten welke gewassen ik zie.”
Zijn opleiding volgde hij aan de middelbare tuinbouwschool. Later studeerde hij in Wageningen voor plantenveredeling. Voordat ds. Van Ruitenburg predikant werd, werkte hij in de verkoop van jong plantenmateriaal en zaden.
De overgang naar het ambt volgde, maar toch liet de plantenwereld hem niet los. „Al een tijdje dacht ik erover na om daar ook als predikant iets mee te doen. De Nederlandse Geloofsbelijdenis leert ons dat God ook in het boek van de natuur gekend kan worden.”
Toen de coronacrisis uitbrak, vroeg de Krimpense kerkenraad haar predikant meditaties uit te zenden. „Toen dacht ik: Nu moet ik maar eens iets met die planten gaan doen.”
In de loop van de tijd had hij al wat aantekeningen verzameld over plantensoorten in de Bijbel. Zijn nieuwe studie ernaar leidde tot twaalf meditaties. „Eerst gaf ik daarin wat uitleg over de planten zelf. Vervolgens probeerde ik een toepassing te maken voor deze tijd, juist ook in de context van de coronacrisis. Over het oordeel waarin we leven, maar ook over het werk van de Heere, dat toch doorgaat. En om telkens te wijzen op, zoals Ezechiël schrijft, de Plant van naam: Christus.”
Plantendominee
De meditaties werden goed beluisterd, ook vanuit omliggende gemeenten. „Vanuit een zorgcentrum in de buurt kwam het geluid: Op maandagavond moet je hier niet komen, want dan spreekt de plantendominee.”
De kerkenraad vroeg ds. Van Ruitenburg de meditaties te bundelen, zodat het boek aan gemeenteleden cadeau kon worden gedaan. Het resulteerde in de uitgave ”‘Lelie’ onder de doornen?”.
Vijf euro per boek is bestemd voor twee hulpverleningsprojecten. De predikant, ook lid van het deputaatschap voor bijzondere noden, bezocht anderhalf jaar geleden Jordanië en zag daar de grote nood onder vluchtelingen. „Het ontroerde me hoe mensen die van huis en haard verdreven zijn, elkaar daar ontmoetten rond het Woord. En ook dat je hoort hoe de Heere onder hen dat Woord gebruikt.”
Ook Jemima, een zorginstelling in Bethlehem voor meervoudig gehandicapte kinderen, krijgt een deel van de opbrengst. Het boek verschijnt halverwege september en is te bestellen via het deputaatschap voor bijzondere noden noden.
Kleurrijk
Meer leren over de plantensoorten waarover de Bijbel spreekt, geeft ook ander zicht op de betekenis van teksten, zegt ds. Van Ruitenburg. „Er was vroeger nog weinig kennis over plantensoorten, waardoor het woord dat wij in onze Bijbel lezen niet altijd de goede kant op wijst. Zo zijn wij geneigd om bij de „lelie onder de doornen” uit Hooglied 2:2 te denken aan de witte lelie die wij kennen. Terwijl de meeste botanici denken dat het hier gaat om de anemoon. Dat heeft ook betekenis voor de toepassing die je maakt. Zo kleurrijk als de anemonen zijn, zo verschillend kunnen Gods kinderen zijn, in alle schakeringen.”
De predikant kwam regelmatig tot verrassende ontdekkingen. „Zo spreekt Jesaja 18 over gezanten die komen in schepen van biezen. Ik ontdekte dat het hier gaat om de papyrus. De plant met een driehoekige stengel, waarvan ook papier gemaakt wordt. Je begrijpt dan dat het over snelle, lichte banaanvormige bootjes gaat waarop men voer. Ik had daar zelf nog nooit iets over gelezen, maar door zo’n ontdekking gaat ook zo’n onbekend Schriftgedeelte opeens voor je open. Het is mooi dat er zo veel meer te leren is dan we vaak weten.”