„Investeringen in crisistijd nodig voor behoud welvaart”
De economie moet harder en anders groeien om de welvaart de komende 20 tot 30 jaar te behouden en te vergroten.
Dat zeggen ministers Wopke Hoekstra van Financiën en Eric Wiebes van Economische Zaken bij de lancering van het Nationale Groeifonds in Amsterdam. Het kabinet trekt via het fonds de komende vijf jaar 20 miljard euro extra uit voor projecten die bijdragen aan de economische groei.
Volgens de ministers zijn investeringen nodig om in de toekomst gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen te kunnen betalen en daarnaast geld over te houden voor de huishoudportemonnee. Het gaat om investeringen in onder meer vergroening, infrastructuur en onderzoek. „In het geval van een toekomstige economische dip, is het belangrijk om die klappen op te kunnen vangen zonder directe bezuinigingen”, zo werd gemeld.
De economische gevolgen van het coronavirus maken volgens het kabinet nog eens extra duidelijk dat welvaart en economische groei niet vanzelfsprekend zijn. Daar komen nog „andere uitdagingen” bij, zoals de vergrijzing, klimaatverandering en een lagere groei van de productiviteit. Volgens de ministers onderstreept dit alles het belang om in goede tijden buffers op te bouwen zodat er in slechte tijden kan worden geïnvesteerd in plaats van bezuinigd.
Het investeringsfonds werd vorig jaar met Prinsjesdag al aangekondigd, maar door de coronacrisis kregen andere zaken voorrang. Die crisis heeft het belang van het fonds, waarmee het kabinet wil investeren in de economie, alleen maar duidelijker gemaakt, aldus de bewindslieden.
Het Nationaal Groeifonds is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen en niet voor terugkerende overheidsuitgaven. Een onafhankelijke commissie beoordeelt de voorstellen die door ondernemers, bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen worden aangedragen en door ministeries worden gedaan. De minimumomvang van een investering bedraagt 30 miljoen euro. Een maximumbedrag is er niet. Nog in de huidige kabinetsperiode moeten enkele projecten via het fonds worden betaald.
De 20 miljard euro voor het fonds wordt op de kapitaalmarkt geleend. Op die manier wil het kabinet gebruikmaken van de historisch lage rentestand. Het kabinet wil zich met het fonds uit de crisis investeren, in plaats van bezuinigen zoals het geval was bij de financiële crisis.
Geld uit het fonds wordt pas beschikbaar gesteld na een positief advies van de commissie en een besluit van het kabinet. Bij de jaarlijkse ‘Staat van de Economie’ maken de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Financiën voortaan de investeringsplannen bekend.