Kerk & religie

De nieuwe roeping van dr. Gert van den Brink

Na de hartstilstand die hem trof, vreesde dr. Gert van den Brink dat verdere arbeid in Gods Koninkrijk een utopie was. Tot zijn verwondering startte hij per 1 september als vertaler bij de Luther Heritage Foundation en wetenschappelijk medewerker bij de Theologische Universiteit Apeldoorn. „Ik zie mijn benoeming als een geschenk uit de hemel.”

3 September 2020 20:16Gewijzigd op 16 November 2020 20:16
Na zijn gezondheidsemeritaat kreeg dr. Gert van den Brink een nieuwe taak, als vertaler voor de Luther Heritage Foundation en wetenschappelijk medewerker bij de TUA. beeld Tineke van der Eems
Na zijn gezondheidsemeritaat kreeg dr. Gert van den Brink een nieuwe taak, als vertaler voor de Luther Heritage Foundation en wetenschappelijk medewerker bij de TUA. beeld Tineke van der Eems

Een hartstilstand brak de ambtelijke loopbaan van dr. Gert van den Brink (46) als hersteld hervormd gemeentepredikant abrupt af. De neurologische schade veroorzaakte blijvende concentratieproblemen, mentale vermoeidheid en prikkelgevoeligheid.

Hoe hebt u het verkrijgen van uw gezondheidsemeritaat per 1 juni ervaren?

„Als verdrietig en tegelijk als een opluchting. Ik bleef me verantwoordelijk voelen voor de gemeente van Kralingseveer, maar ik kón het niet meer. Dan is het een bevrijding als die last van je wordt afgenomen. Dat is in goed overleg met de kerkenraad, de classis en het kerkelijk bureau gegaan. Ik gaf mijn werk over in goede handen: die van Christus. Met het gebed of er nog iets anders voor mij zou mogen komen, binnen mijn huidige mogelijkheden. Als ik uitgerust ben, heb ik dezelfde denkkracht als vroeger. De motor is goed, maar de accu niet. Die is snel leeg.”

Waardoor kwam u bij de Luther Heritage Foundation en de TUA terecht?

„Van verschillende zijden werd ik geattendeerd op een advertentie van de Luther Heritage Foundation. Die zocht een vertaler. In het sollicitatiegesprek kwam ik tegenover prof. Herman Selderhuis te zitten, voorzitter van deze Lutherstichting en rector van de TUA. Die vroeg me of ik het vertalen van werk van Luther niet kon combineren met wetenschappelijke arbeid. De Luther Heritage Foundation leent me voor een aantal uren per week uit aan de TUA. Het gaat om een benoeming van in totaal acht uur per week, die ik over de hele week kan verdelen.”

Bij het Hersteld Hervormd Seminarium was voor u geen plek?

„Op dat moment niet. Zou die er zijn gekomen, dan had ik het niet fair gevonden om de besprekingen met de TUA af te kappen. Temeer omdat ik mijn benoeming bij de Lutherstichting als een geschenk uit de hemel zie. Vertaalwerk is met mijn beperkingen ideaal. Ik kan het doen op momenten dat ik me fit voel en er staat geen druk op. Mijn grenzen moet ik goed in de gaten blijven houden.”

Als wetenschappelijk medewerker gaat u leidinggeven aan de uitgave van de ”Politica Ecclesiastica” van Voetius. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

„Voetius heeft naast al het andere wat hij schreef disputaties over kerkrecht gepubliceerd. Die zijn gebundeld in vier dikke delen. Er is nooit een wetenschappelijke kritische editie van verschenen. De Latijnse tekst wordt nu gedigitaliseerd en zal daarna door een groepje deskundigen worden voorzien van voetnoten en goede registers. Mijn taak is dat hele proces te begeleiden. Het is een megaproject, dat jaren in beslag zal nemen.”

Wat hebt u met Voetius?

„Ze noemden hem „ons Voetken”, vanwege zijn geringe lengte; maar in denkkracht was hij een gigant. Duizelingwekkend geleerd, belezen en scherpzinnig. In zijn kennis van de oude talen en de filosofie stak hij zelfs boven Luther en Calvijn uit. Zijn discussie met Descartes getuigt van zijn imponerende filosofische kennis, zijn discussie met Jansenius toont zijn geweldige kennis van Augustinus. Tegelijk bleef hij een eenvoudig en vroom man. Afgevaardigden uit Zwitserland die naar Utrecht waren gekomen om de beroemde Voetius te ontmoeten, troffen hem niet aan in de collegezaal. Ze vonden hem uiteindelijk in het weeshuis, waar hij catechisatie gaf.”

Wat is essentieel in Voetius’ visie op kerkrecht?

„Hij denkt presbyteriaal, maar legt het zwaartepunt bij de plaatselijke gemeente. Dat spreekt mij aan. Het woord classis betekent vloot. Die bestaat uit schepen die dezelfde kant uit varen, maar de kapitein en bemanning zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken op het eigen schip. Daarin is hij voor ons actueel. Kerkverbanden krijgen iets beknellends als classes en synode eerstverantwoordelijk worden.”

U wordt ook betrokken bij een nieuwe uitgave van de Acta van de Synode van Dordrecht.

„De eerste twee delen zijn al verschenen, het moeten er negen worden. Ook dat is een enorm karwei, dat internationaal wordt aangepakt. In 1620 zijn de Acta van de Dordtse synode al gepubliceerd, maar met veel materiaal eromheen is nooit iets gedaan. Zo heeft Théodore Tronchin, een afgevaardigde uit Zwitserland, een dagboek bijgehouden. Gewéldig interessant! Het ligt ergens in een bibliotheek in Zwitserland. Ook in Nederland bevindt zich prachtig materiaal. De serie biedt dus niet alleen de acta, maar ook de zogeheten documenta. Ik heb digitale kopieën van een toespraak van Sebastian Beck, een Zwitserse hoogleraar, over hoofdstuk 3/4: is de genade wel of niet te weerstaan. Die toespraak ga ik overtypen, vergelijken met andere manuscripten en van voetnoten voorzien.”

En het vertalen van werk van Luther?

„Dat is mijn hoofdtaak en zal het ook blijven. De komende jaren valt er een gestage stroom van vertalingen te verwachten.”

Hoe waardeert u Luther?

„Als twintiger heb ik veel aan hem gehad voor mijn persoonlijk leven. Ik ervoer hem als een geestelijke leidsman. Verderop in de studie raakte ik geïnteresseerd in de scholastiek. Daar doet Luther nogal lelijk over. Ik kreeg het idee dat hij vooral van de paradox hield. Hoe paradoxaler en irrationeler, hoe beter. Nu ik me meer theologisch op Luther oriënteer, ontdek ik dat deze visie onjuist was. Hij is veel consistenter dan ik vermoedde. Zijn avondmaalsleer, tweerijkenleer, genadeleer en christologie zijn geen losse eilandjes, maar vormen een eenheid, zonder dat sprake is van moeilijke theologie en ingewikkelde taal. Door die combinatie weet hij de gewone man aan te spreken en de theoloog te boeien.”

Wat fascineert u in de persoon Luther?

„In de eerste plaats zijn worsteling en de uitkomst daarvan. Van een bange, schuwe monnik veranderde hij in een geloofsheld. Dat laat zien welke kracht het geloof heeft, wanneer we de betekenis van het Evangelie gaan ontdekken. Dat is het tweede waarop ik wil wijzen. Bij Luther was geen sprake van een persoonlijke ervaring maar van een exegetische ontdekking. Als hij zekerheid had gekregen door een bijzondere ervaring, was de Reformatie er nooit gekomen.

Het derde is het diep menselijke en daardoor herkenbare. Hij leefde vijfhonderd jaar geleden in een totaal andere wereld, maar als je een boek van Luther leest denk je: Ik kén die man. John Owen bracht tien kinderen naar het graf; in al die duizenden bladzijden die hij heeft geschreven vind je niets daarover. Bij Luther gaan de theoloog en de mens altijd samen. Op een unieke wijze weet hij het existentiële van het mens-zijn te verwoorden. Daar komt bij dat hij een taalvirtuoos was.”

Wat was zijn zwakte?

„Hij was door zó’n existentiële weg gegaan, dat hij het door hem herontdekte Evangelie als zíjn Evangelie ging zien. Mensen die het niet met hem eens waren, vielen onmiddellijk buiten de boot. Niet alleen over de Joden zei hij heel lelijke dingen, maar ook over papen, Turken, volgelingen van Zwingli... Hij had iets van een rabauw. Toch werd deze man door God uitgekozen als hét instrument voor de Reformatie.”

Welk werk van hem heeft u het meest geraakt?

„De verklaring van Psalm 118 heeft destijds heel veel voor me betekend. Zijn uitleg van de brief aan de Galaten blijft theologisch een hoogtepunt. Daarin klopt het hart van de reformatorische rechtvaardigingsleer, waardoor dit boek de confessionele grenzen tussen lutheranen, calvinisten en zwinglianen overstijgt.”

U vertaalt nu een werkje van Luther over Jesaja 53. Waarom dit boekje?

„Het is door de omvang een goede vingeroefening. Bovendien stamt het uit de slotfase van Luthers leven. Hij zou toen een narrige, nukkige man zijn geweest, verstard geraakt in eigen opvattingen. Dit boekje weerspreekt die visie. De plaatsvervanging door Christus staat centraal. Die stalt hij heel rijk uit. Christus wordt door Jesaja aangeduid als de arm des Heeren, toonbeeld van kracht. Tegelijk is Hij de lijdende Knecht. Hij ís de machtige Messias, maar wat wij zíén, is het lijden. Die weg van Christus is ook de weg van een christen. Het leven bij de heerlijkheid die komt, is een zaak van geloof. Onder de schijn van het tegendeel van heerlijkheid bloeien het geloof en de hoop op. Dat is typisch Luther. Tijdens de kerkelijke neergang in de laatste fase van zijn leven heeft hij hoop geput uit het feit dat na het graf van Christus de opstanding kwam. Dat hield hem overeind en dat spreekt mij bijzonder aan door de omstandigheden waarin ik verkeer.”

De verzoening is volgens u naar Luthers overtuiging aangebracht voor de hele mensheid.

„Ja, dat blijkt uit al zijn werken. Persoonlijk sta ik achter Dordt, een lutheraan zal ik niet worden. De particuliere verzoening heeft Bijbels-dogmatisch gezien sterkere papieren dan de algemene verzoening, maar vanuit pastoraal oogpunt kan een scheutje algemene verzoening soms geen kwaad. Meer dan eens leidt het denken vanuit de particuliere verzoening tot een beperking van het aanbod van genade. Ik voel me thuis bij iemand als Thomas Boston, die de zaken in balans houdt.

Voor Luther is zeer wezenlijk dat God niet één persoon heeft aangenomen, namelijk de mens Jezus. Hij heeft de menselijke natuur aangenomen. Die menselijke natuur is voor Luther de mensheid. Alle zonden van de hele wereld zijn in Christus samengekomen. Het is overigens goed om te bedenken dat volgens Voetius binnen de ruimte van Dordt minstens vijf visies op de verzoening te onderscheiden zijn, waaronder de algemene verzoeningsleer. Bewust is door Dordt gekozen voor de formulering dat het bloed van Christus overvloedig genoegzaam is voor de zonde van de gehele wereld. Sibrandus Lubbertus, een belangrijke afgevaardigde, stond achter de algemene verzoening. Hetzelfde gold voor de afgevaardigden uit Bremen en Engeland. Onze Heidelbergse Catechismus zegt dat Christus de toorn van God tegen de zonden van het ganse menselijke geslacht gedragen heeft.”

Hoe ziet u uw toekomst?

„Mijn mogelijkheden zijn beperkt, dus ik moet keuzes maken. Preken doe ik voorlopig weinig. Als ik alles een beetje zou blijven doen, houd ik het niet vol. Mijn eerste taak ligt nu in het werk voor de Lutherstichting en de TUA. Dat zie ik als mijn nieuwe roeping. Ik vertrouw er daarom op dat God dit werk zal zegenen.”

Luther Heritage Foundation

De Luther Heritage Foundation werd in 2016 opgericht. Een van de initiatiefnemers was voorzitter prof. Herman Selderhuis. De stichting wil het gedachtegoed van Luther toegankelijk maken voor een breed publiek. Een belangrijk middel daarvoor is de website CheckLuther.com. De komende jaren zal informatie over en vertaald werk van Luther aan de site worden toegevoegd. Daarnaast wil de stichting het gedachtegoed van Luther gaan verbreiden via boeken, gastlessen en video’s. Alle activiteiten worden gedragen door de overtuiging dat Luther door zijn vertolking van het Evangelie nog steeds actueel is voor zowel theologen als gewoon kerkvolk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer