Synode GKV weegt bezwaren tegen vrouw in ambt
Tientallen vrijgemaakt gereformeerde kerken maakten de afgelopen jaren bezwaar tegen het synodebesluit om de ambten voor vrouwen open te stellen. De generale synode zet de komende dagen mogelijk een punt achter de landelijke discussie. „Maar dat betekent niet dat we nu allemaal zo snel mogelijk de vrouw in het ambt moeten bevestigen.”
De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) behandelt vrijdag en zaterdag in Elspeet de bezwaarschriften tegen het in 2017 genomen besluit om vrouwen toe te laten tot de ambten van predikant, ouderling en diaken. Dat moet worden teruggedraaid, vinden 23 vrijgemaakte kerken. Tweeëntwintig andere gemeenten zeggen dat de synode haar besluit niet goed heeft onderbouwd; zeventien buitenlandse zusterkerken hebben „grote zorgen” over de koers die de GKV de laatste jaren zijn gaan varen.
De synode riep in november een commissie in het leven om alle bezwaarschriften te wegen en met een gefundeerd antwoord te komen. Voorzitter werd synodelid prof. dr. ir. P. G. Bakker, emeritus hoogleraar aerodynamica aan de Technische Universiteit Delft.
De synodecommissie koos voor een soort drietrapsraket. Eerst kwam er dit voorjaar een „raamdocument” waarin de verschillende revisieverzoeken in hoofdlijnen waren samengebracht. Toen verscheen –net voor de zomer– het rapport ”Elkaar van harte dienen”, waarin wordt nagegaan wat de Bijbel zegt over de positie van man en vrouw in de kerk. Daar kwam vorige week nog een „aanbiedingsrapport” bij, waarin de commissie meer in detail op de verschillende bezwaarschriften ingaat.
De conclusie van de commissie is dat de Bijbel geen belemmeringen opwerpt voor de vrouw in het ambt. Ze wijst onder meer op de eerste hoofdstukken van de Bijbel. Die zouden vooral de eenheid van man en vrouw benadrukken. De manier waarop de apostel Paulus in zijn brieven passages uit Genesis 1-3 aanhaalt, wijst volgens haar niet op een „tijdloze gezagspositie van mannelijke ambtsdragers, maar juist op (herstel van) eenheid en gelijkheid van man en vrouw. Paulus’ woorden vormen daarom geen belemmering om vrouwen in de ambten te laten dienen.”
Ook de zogenoemde zwijgteksten in 1 Korinthe 14 en 1 Timotheüs 2 zijn dat niet, aldus het rapport. Paulus zou zich vooral keren tegen vrouwen die eigenmachtig onderwijzen.
U waarschuwt in het voorwoord van het rapport ”Elkaar van harte dienen” tegen een „sterk rationalistische benadering” van de Bijbel. Ziet u die houding bij bezwaarde kerkleden?
Prof. Bakker: „Wat me erg trof in het boek ”Lezen en laten lezen” van prof. dr. A. Huijgen, is dat we een juiste houding ten opzichte van de Bijbel moeten aannemen: luisterend, ontvankelijk. Als je van tevoren al precies weet wat er staat en de tekst heel rationeel benadert, dan doe je geen recht aan de inhoud ervan. Daarom vind ik de titel van het boek ook zo mooi: ”Lezen en laten lezen”. Dat maakt Bijbellezen spannend.”
Met nadruk: „Ik wil absoluut niet zeggen dat bezwaarden een puur rationele benadering van de Bijbel hebben en dat we daar vanaf moeten.”
De scheppingsorde, de woorden van Paulus, de zwijgteksten: de Bijbel spreekt duidelijke taal over de rol van de vrouw in de kerk.
„Dergelijke teksten zijn eeuwenlang geïnterpreteerd op de manier waarop dat tot voor kort in alle gereformeerde kerken gebeurde. Je denkt: Dat is een duidelijk verhaal. Maar toch kregen we een andere kijk op dergelijke Bijbelteksten. Ligt dat aan de cultuur? Ik zal niet ontkennen dat die meespeelt. De omgang met de Bijbel en het luisteren naar wat God ons te zeggen heeft, zal voortdurend veranderen, afhankelijk van de cultuur en de omstandigheden. Natuurlijk, God verandert niet. Maar de manier waarop we Hem eren en de lof toebrengen, heeft zeker te maken met de manier waarop ons leven is ingericht.
Dat geldt niet alleen voor een onderwerp als m/v in de kerk, maar ook voor een thema als slavernij. Er zijn blinde vlekken in de manier waarop we vanuit de Bijbel naar de samenleving kijken.”
Vrouw en ambt is dus ook zo’n blinde vlek.
„Dat is een zwaar woord. Het christendom ontwikkelde zich in een tijd dat mannen altijd vooraan stonden, op kerkelijke vergaderingen de beslissingen namen. Wat we aan uitleg van de Bijbel hebben, is vaak vanuit het perspectief van mannen. Niet dat die helemaal fout is, natuurlijk niet. Maar een stukje eenzijdigheid is er wel, ook in de manier waarop we met mensen uit andere culturen omgaan. Dat heeft met de zonde te maken.”
In het verleden was er volgens u te weinig oog voor de rol van vrouwen in de kerk. Had dat ook met de zonde te maken?
„Dat vind ik te sterk uitgedrukt, maar ons doen en laten en denken is niet zonder zonde. Laten we in ieder geval voorzichtig zijn in het aanwijzen van dingen die van God of van de zondige mens komen.”
Paulus zou volgens de commissie geen volledig zicht hebben gehad op de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen in de kerk.
„Dat ”volledig zicht” klinkt zo aanmatigend. Net alsof Paulus zich nog in het halfdonker bevond, terwijl er volledig zicht mogelijk was. De apostel moest het doen met de cultuur waarin hij leefde. Wij leven ook in schaduwen. Pas als de Heere Jezus terugkomt, zal alles volledig duidelijk worden.”
Krijgt de cultuur daarmee niet een groter gewicht dan de onveranderlijke waarheden in het geïnspireerde Woord van God?
„God komt naar ons toe, in onze concrete werkelijkheid. Als mens kom je niet los van je omgeving. Als God met dingen zou komen die we totaal niet begrijpen, zouden we volkomen in de war raken. Ook al is de concrete werkelijkheid met zonde doordrenkt, Hij verandert die niet meteen helemaal. We kunnen dan ook niet zeggen dat we dingen nu beter weten dan Paulus.”
Anders dan de synode eerder uitsprak, stelt de commissie nu dat voor de vervulling van het ambt niet het verschil in geslacht van onderscheidend belang is, maar de gaven die God aan man en vrouw geschonken heeft.
„De commissie koos ervoor om niet eerst inhoudelijk en in detail op alle bezwaarschriften in te gaan, maar om eerst met een achtergrondverhaal te komen. Dat is het rapport ”Elkaar van harte dienen” geworden. We proberen een rode draad in de Bijbel te zien: wat is de bedoeling van de Heere God met mannen en vrouwen in de kerk, in de samenleving, in de wereld? Dat is de hoofdlijn, het samenhangende verhaal. Daarin ontdek je dat mannen en vrouwen naar Gods beeld zijn geschapen en dat er geen verschillen tussen hen zijn. In biologisch opzicht natuurlijk wel, maar binnen Gods gemeente niet. In de kerk speelt niet het man- of vrouw-zijn een rol, maar de gaven die iemand heeft gekregen. Het kan dus best zijn dat sommige vrouwen geen plek krijgen als predikant, ouderling of diaken, maar andere wel.”
Verontruste kerkleden zitten misschien niet te wachten op zo’n samenhangend verhaal; ze willen dat u concreet ingaat op hun bezwaren.
„Dat begrijp ik, maar dat doen we in het aanbiedingsrapport, waaraan we de hele zomer hebben gewerkt. We hebben bewust voor deze aanpak gekozen; eerst het grote verhaal, het toetsingskader, dan de inhoudelijke behandeling van de bezwaarschriften. Misschien had men wat meer geduld moeten hebben.
We menen oprecht dat wij niet de wijsheid in pacht hebben. Christenen kennen maar ten dele en hebben elkaar nodig om te begrijpen wat Gods wijsheid is. We moeten dus met elkaar in gesprek blijven. Het is niet te verwachten dat mensen door onze zienswijze opeens het licht gaan zien en zeggen: Nu zijn we eruit. Dat zal een proces zijn.”
Dus het tegendeel –de Bijbel verbiedt vrouwelijke ambtsdragers– kan ook nog waar zijn.
„Ik verwacht het niet, maar ik kan het ook niet uitsluiten. Je groeit van de ene positie naar de andere toe. Ik heb ook een tijd gehad waarin ik dacht dat de vrouw in het ambt niet goed was. Ik zie heel veel mensen dat proces doormaken.
Ik hoop dat de synode, dus op landelijk niveau, nu wel een punt achter dit onderwerp zet. Maar je hoort mij niet zeggen dat we nu allemaal zo snel mogelijk de vrouw in het ambt moeten bevestigen. Wij zien er in ieder geval wél ruimte voor.”
En laten gemeenten vrij die daar anders over denken.
„Absoluut. We gaan ook niet zeggen dat we het beter weten dan degenen die bezwaren hebben. Ik hoor hier en daar dat mensen zich voorzichtig afvragen of ze nog welkom zijn in de kerk. Dan zeg ik: Natuurlijk ben je welkom.”
Als je gelooft dat de vrouw in het ambt on-Bijbels is, kun je misschien moeilijk leven met de gedachte dat daar binnen de kerk ruimte voor is. Sluiten beide posities elkaar niet uit?
„Dat is lastig, dat geef ik toe. Als je voorstander van vrouwelijke ambtsdragers bent, kun je gemakkelijker zeggen dat we elkaar vrij moeten laten. Een tegenstander zal zeggen: Dit zegt de Bijbel, punt uit. Tegelijk moeten we ons de vraag blijven stellen: Zegt de Bijbel ook écht wat ik denk? Verabsoluteer niet je eigen standpunt.
Ik vind het best lastig dat je bij een open Bijbel tot verschillende waarheden komt. Het zou goed zijn als het gesprek binnen de kerken doorgaat. We hebben van de Heere inzicht en wijsheid nodig om verder te kunnen gaan.”
Is het Schriftgezag hier niet in het geding?
„Laat het in het geding zijn, dan kunnen we er met elkaar over praten. Schrift met Schrift vergelijken. In de Bijbel gaat het uiteindelijk om het heil. Staat of valt mijn geloof met de vrouw in het ambt? Ik denk het niet. In de Twaalf Artikelen gaat het over God, de Zoon, de Heilige Geest en wat Zij doen, de vergeving van de zonde, het eeuwige leven. Dat blijft gewoon staan.
Heb ik het daarmee opgelost voor de bezwaarden? Nee, maar ik hoop dat beide opvattingen over vrouwelijke ambtsdragers binnen één kerkverband kunnen bestaan. We hebben elkaar hard nodig.”
Zie ook pagina 5