Binnenland

Onbegrensde verzameldrift beheerst Groninger met 216 collecties

Ruim 28.000 winkelwagenmuntjes, 300.000 postzegels, 10.000 reclamebankbiljetten en 4000 consumptiepenningen heeft hij in huis. En dat zijn nog maar 4 van de 216 verzamelingen van Geert Drenth (71).

Anne Vader
21 August 2020 15:44Gewijzigd op 16 November 2020 20:09
Superverzamelaar Geert Drenth​ in de kluis van zijn huis, waar hij een deel van zijn 216 verschillende verzamelingen heeft opgeborgen. beeld RD, Henk Visscher
Superverzamelaar Geert Drenth​ in de kluis van zijn huis, waar hij een deel van zijn 216 verschillende verzamelingen heeft opgeborgen. beeld RD, Henk Visscher

”Hier valt niets te halen”, vermeldt een bordje op de kluisdeur van de woning in het Groningse Sellingen. Dat is natuurlijk niet waar, want als Drenth de toegangspoort –een halve arm dik– van het slot draait, sta je als bezoeker met je ogen te knipperen. Duizelingwekkend wat daarachter aan verzamelde spullen verborgen ligt.

De labels op de sorteerladenkast tegen de wand spreken boekdelen. Theelabels, kauwgomwikkels, telefoonkaarten, kaasmerken, loten, reclamebankbiljetten, dubbele reclamebankbiljetten, ansichten zeppelins, ansichten cactussen, Ter Apel krantenartikelen, boekenleggers, scheermesenvelopjes, hoteletiketten, 3D kaarten, PTT-mapjes. In de 290 laatjes bergt Drenth nieuwe aanwinsten op.

Hoewel elk hoekje en gaatje van de ruimte is volgepropt, is van een chaos geen sprake. „Verzamelen is opbergen”, vindt Drenth. „Op zo’n manier dat je iets ook kunt terugvinden.” Zo heeft hij de duizenden winkelwagenmuntjes gesorteerd op alfabet. Shell, NCRV, Fiat, Heineken of PvdA – binnen een mum van tijd tovert de Groninger het muntje tevoorschijn in 1 van de 130 albums. Hetzelfde geldt voor de 60.000 aantekenstrookjes die vroeger –voorzien van plaatsnaam– op aangetekende brieven werden geplakt.

Suikerzakje

De op één na grootste verzamelaar van Nederland, noemt Drenth zich. Niet dat hij iemand kent met meer dan 216 verschillende verzamelingen. „Maar je weet het nooit, hè”, zegt hij bescheiden.

Zijn verzamelwoede begint bijna 60 jaar geleden na een ongeluk met polsstokspringen. De 12-jarige Geert breekt zijn enkel en komt op bed te liggen. „Een buurmeisje kwam aan met een suikerzakje, de volgende met een sigarenbandje, een ander bracht een postzegel.” Zijn moeder koopt een schriftje en een pot plaksel. Het haalt een ongekende verzameldrift in haar zoon boven.

Op zijn achttiende begint Drenth te verdienen: 140 gulden in de maand. Met aftrek van 50 gulden kostgeld houdt hij een kleine 100 piek over. „Leeftijdsgenoten gingen uit; ik zat bij m’n postzegeltjes.” Zo haalt hij maandelijks voor 50 gulden een serie van drie of meer oude ansichtkaarten van Ter Apel. „Daar moest ik dus een halve maand voor werken.”

In 1986 koopt Drenth het pand van de oude Rabobank in Sellingen. Behalve in de kluis kan hij daar ook spullen in de kelder kwijt. Op die plek is zijn grootste verzameling te vinden: 85 vitrinekasten vol speelkaartencuriosa. Van pennen, potloden, paraplu’s, puzzels, luciferdoosjes, aanstekers, asbakjes, jeneverglazen, vingerhoedjes, blikken, beddengoed, botervlootjes, badeendjes, broekriemen, stropdassen en schoenen tot een wc-deksel, closetrol, cadeaupapier, zeep, tafelzeil, theepot, suikerpot, spaarpot, surfplank en pyjama. „Als er maar ruiten, klaver, harten en schoppen op staan.” Achter het glas staan alleen al 380 beeldjes. „Het is uit de hand gelopen.”

Winkelwagenmuntjes

Nu hij geen betaalde baan meer heeft, is de gepensioneerde Groninger dagelijks druk met zijn hobby, vertelt hij in zijn woonkamer, waar geen verzamelitem te vinden is. Hij ordent spullen in mappen en stalt ze uit in kasten, maar struint ook nog altijd rommelmarkten, braderieën en verzamelbeurzen af.

In weekenden loopt hij door dorpen en stadjes met een bord: ”Ik verzamel winkelwagenmuntjes, wilt u met mij ruilen?” Als wisselgeld neemt hij zakken vol muntjes mee, want hij heeft zeker 25.000 dubbele.

Ooit kreeg Drenth er 100 van een verzamelaar. Intussen heeft hij er 28.200 verschillende gespaard.

Bij uitzondering verkoopt hij een complete collectie. Zo gingen gemeentelijke legeszegels naar een verzamelaar. „Ik was er niet meer actief mee bezig. En met het geld kan ik andere dingen kopen”, verklaart Drenth. Hoeveel geld hij aan zijn hobby heeft uitgegeven, blijft geheim. Zelf weet hij dat exact. „Sinds 1966 houd ik een kasboek bij. Daar staat echt alles in, ook als ik voor een kwartje naar de wc ga.”

VERZAMELAAR-0001-HENK_web.jpg
beeld RD, Henk Visscher

Hebzucht

„Het is hebzucht hè”, antwoordt hij op de vraag waarom hij zoveel verzamelt. „Alles wat je nog niet hebt, of wat een ander heeft, wil je hebben.” Zijn vrouw zou het liefst kleiner gaan wonen, maar waar moeten de spullen dan heen? „Dan zou iemand de hele boel moeten opkopen. Maar er is geen verzamelaar die alles leuk vindt, zoals ik.”

Intussen wordt hij ouder. „Ik leef nu en heb er nu lol aan. Als ik er niet meer ben, ja... Hopelijk belandt dan niet alles bij het grofvuil. Ik sjouw nog steeds spullen aan. Als je dat zestig jaar doet, kun je maar zo niet stoppen. Het zit in m’n bloed, dat verzamelvirus.”

Serie

Deel 7 van de serie Markant over mensen met een opvallende leefwijze. Volgende week vrijdag deel 8.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Markant

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer