Geen kunstmest voor de plant, maar biostimulanten
Van Iperen in het Zuid-Hollandse Westmaas noemt zich groeispecialist. „We zijn actief in alle sectoren waar planten groeien, of het nu om appelbomen gaat, tomaten op steenwol of gras in de wei”, legt technisch directeur Dirk Bakker uit.
Laatst was Bakker bij een demonstratie van strokenteelt bij de Boerderij van de Toekomst in Lelystad, een project van Wageningen University & Research. „Daar doen ze proeven met meerdere gewassen op één perceel, waardoor ziekten en plagen zich minder snel verspreiden.
Ineens dacht ik: Dit heet wel nieuw, maar toen ik in 1985 bij Van Iperen als adviseur in de buitendienst begon, heb ik iets dat daarop lijkt nog gezien bij een paar oudere telers. Ik zie nog die boomgaard voor me, met grote afstand tussen de rijen bomen. Daartussen stonden stroken vollegrondsgroenten. Dat verdween toen, want de kostprijs moest omlaag en door mechanisatie was teelt op grotere schaal efficiënter.”
Spannend
Bij Van Iperen, dat volgend jaar een eeuw bestaat, is Bakker onder meer betrokken bij de afdeling innovatie en productontwikkeling. „Die breiden we steeds uit. Dat moet ook wel. Er staat enorm veel druk op de land- en tuinbouw. De grote vraag is: hoe kunnen we blijven telen? Dat is spannend. Niet alleen voor Van Iperen, dat vanouds veel kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen levert, maar voor de hele sector.”
Bakker ziet een tweedeling. „Enerzijds wordt steeds intensiever geteeld, maar met sterk verminderde uitstoot naar het milieu. Zoals tomaten onder glas of sla in waterbassins in een circulair, gesloten systeem. Anderzijds is er de weg terug naar de natuur. Zonder al te veel kunstmatige ingrepen moet de plant zodanig in balans zijn dat ze goed groeit en zo min mogelijk last heeft van ziekten en plagen.”
Volgens de directeur vragen die ontwikkelingen meer kennis van Van Iperen, terwijl de verkoop van kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen daalt. „Intern geeft dat wel discussie: wat wordt ons verdienmodel in de toekomst? Ondertussen levert ons bedrijf al groene producten, naast chemische. Ook passen we zogeheten biostimulanten toe, ingrediënten die planten meer weerbaarheid geven.”
Bakker noemt een voorbeeld: „Plant B krijgt een extract van plant A toegediend om beter bestand te zijn tegen droogtestress, hittestress of nachtvorst. Of neem zeewierextract. Op de Hebriden, een eilandengroep bij Schotland, werden vroeger de akkertjes alleen met zeewier bemest. De arme boeren daar hadden niets anders. Nu weten we dat zeewier een heel mooi effect op planten kan hebben. Ik vermoed trouwens dat ze dat toen ook wel in de gaten hadden. Dat soort zaken zijn we een beetje aan het herontdekken.”
Burger
Een goede bodem is de basis voor een gezonde teelt, liefst milieuvriendelijk. Ook boeren zijn daar bewust mee bezig, weet Bakker. „Alleen schreeuwen ze dat niet van de daken. Ze leveren vaak grote bedrijfsprestaties en mogen best meer vertellen wat ze aan het doen zijn, want de burger heeft wèl een mening. Die denkt vaak meteen aan gif als hij een boer met een spuit ziet rijden. Goed communiceren, de burger erbij betrekken, is misschien nog wel een grotere vernieuwing dan de overgang van chemisch naar biologisch.”
Serie: Rondom de boerderij