Verplichte quarantaine onder vuur in Kamer
Het kabinetsplan om mensen die in nauw contact waren met een coronapatiënt te verplichten tot quarantaine, stuitte woensdag op forse tegenstand van de Tweede Kamer.
Minister Hugo de Jonge (Volkgezondheid) had het plan dinsdagavond naar de Tweede Kamer gestuurd, aan de vooravond van het debat over de ontwikkelingen rond corona. Het parlement onderbrak daarvoor het zomerreces. „Wie zich niet aan een opgelegde gedwongen quarantainemaatregel houdt, pleegt een strafbaar feit”, schreef de bewindsman.
De kritiek op het plan was breed gedragen, hard, en bleef niet beperkt tot de oppositie. „Een bliksemafleider” en „buitenproportioneel”, oordeelde PVV-voorman Geert Wilders. D66-fractievoorzitter Rob Jetten noemde het „paniekerig om dat nu af te kondigen, als je zelf je zaken niet op orde hebt.” Kees van der Staaij (SGP) liet weten dat het voorstel van De Jonge „nu echt te ver” gaat.
De Jonge, voor het eerst in de Kamer aanwezig sinds zijn verkiezing tot CDA-lijsttrekker, dimde in. Als het gaat om personen die daadwerkelijk besmet zijn, wil de bewindsman vaart maken met de maatregel. De Jonge gaat tegelijkertijd advies vragen aan het Outbreak Management Team (OMT), en voordat de maatregel bij contacten van een coronapatiënt wordt ingezet, wil hij er nog met de Tweede Kamer over praten.
Het verzet in de Kamer tegen de verplichte quarantaine betekent echter niet dat er geen zorgen zijn over het verloop van het coronavirus in Nederland. Integendeel.
Zowel oppositie- als coalitiepartijen hebben namelijk grote zorgen over de beschikbare mankracht voor het bron- en contactonderzoek dat de GGD’en doen, nu het aantal besmettingen fors oploopt.
Afgelopen vrijdag, een dag na de persconferentie van premier Rutte en minister De Jonge, lieten de GGD’en Amsterdam en Rotterdam weten dat de capaciteit voor het bron- en contactonderzoek tekortschoot.
„In elk coronadebat zijn er vragen gesteld over testcapaciteit en bron- en contactonderzoek. In elk debat probeerde minister De Jonge ons gerust te stellen”, memoreerde Jetten. „Binnen 24 uur na de zalvende persconferentie van vorige week werd de minister verrast door het feit dat Amsterdam en Rotterdam overlopen. We zitten in een pandemie en het bron- en contactonderzoek is zowat de kern van de strategie. Het is onvoldoende geregeld, en dan testen we nog niet eens binnen de maximumcapaciteit.”
In de Kamer leven ook zorgen over ventilatie in scholen. Minister Slob (Onderwijs) heeft schoolbestuurders woensdag in een brief geadviseerd te controleren of de ventilatie op orde is. Lodewijk Asscher (PvdA) stelde dat het in het protocol van voor de zomer niet over ventilatie ging, en dat veel scholen alweer bijna opengaan.
Coronadebat eindigt in tumult
Het coronadebat eindigde in tumult. Oppositiepartijen beschuldigen de coalitie ervan dat Kamerleden van hen zijn „weggerend.”
PVV-leider Wilders wilde hoofdelijke stemmen over zijn motie over salarisverhoging voor zorgmedewerkers. Voor zo’n stemming moet echter minimaal 76 Kamerleden in het gebouw aanwezig zijn. Waar dat ‘s morgens nog werd gehaald, bleken dat er ‘s avonds nog maar 62 te zijn.
Oppositiepartijen reageerden kwaad. „Ondemocratisch, lafhartig en pure parlementaire sabotage,” viel Wilders op Twitter uit. In de Kamer zei hij dat hij CDA-fractievoorzitter Heerma had zien wegrennen.
„De coalitie is letterlijk weggerend”, zei Klaver (GroenLinks). „Oncollegiaal en vooral ondemocratisch.” „Ongehoord, ondemocratisch”, aldus PvdA-leider Asscher.
De verdediging vanuit de coalitie luidt dat de Kamer zelf heeft afgesproken dat, in het kader van corona, hoofdelijke stemmingen van te voren moeten worden aangekondigd, en dat er voor zo’n stemming dan „een ander moment” wordt gezocht.
Geen enkel Kamerlid maakte echter een punt van orde om bezwaar te maken tegen hoofdelijk stemmen.