Brabander bouwt time objects om hectische verleden plek te geven
Niets fascineert Ger Gosen uit Waalre meer dan de tijd. Had hij er vroeger nooit genoeg van, tegenwoordig zet hij de tijd naar zijn eigen hand. In zelfgemaakte „time objects”: klokken van restmaterialen.
Tik, tak, tik, tak. Uurwerken alom in de woning van de Brabantse Ger Gosen (66) en zijn vrouw Jeanny (65). In de vensterbank, op de grond, aan de muur. Geen een van de pakweg achttien exemplaren is hetzelfde. En dit is nog maar een selectie: in zijn werkplaats heeft Gosen de rest van zijn verzameling time objects liggen. In totaal nu zo’n 75 stuks.
Het begon allemaal met een ongeluk, twee jaar geleden. Tijdens een schilderklusje aan zijn eigen huis valt Gosen door het dak. Hij houdt er een gebroken heup aan over. Het werk als schilder –hij heeft een eigen schildersbedrijf– moet hij opgeven. Opeens ligt hij thuis op bed. De werknemers die hij in dienst heeft, nemen zijn klussen wel waar, maar hij krijgt geregeld telefoontjes van „lastige” klanten. „Soms werd ik tien keer op een dag gebeld. Op een gegeven moment was ik het zat. Ik zei tegen mijn vrouw: Ik stop ermee.”
Voor het gat dat ontstaat, zoekt hij naar een zinvolle invulling. Al eerder speelt hij met het idee om klokken te maken. „Ik dacht: als ik naar het toilet kan, dan kan ik ook naar mijn werkplaats. Toen ben ik gewoon gaan bouwen met de materialen die ik had liggen.”
Dat hij creatief is, wist hij uit de tijd dat hij nog grafisch vormgever was, vóór hij het schildersbedrijf startte. Zijn creaties maakt hij van diverse materialen, net wat voorhanden is. Metaal duikt hij op in de fabriek van zijn schoonzoon; hout krijgt hij via zijn kinderen die in een verbouwing zitten. Inmiddels weten mensen hem ook te vinden als ze afdankertjes hebben. „Een neef van me had een Porsche gekocht die hij moest opknappen. Of ik wat aan de remschijven had.”
Een plan heeft de zestiger nooit, schetsen maakt hij evenmin. „Ik begin gewoon, dan ontstaat er iets. Hoogstens schrijf ik de volgorde van de handelingen op.”
Stress
De voorwerpen hebben allemaal een Quartz-uurwerk –het enige wat hij nieuw koopt, want verstand van mechanische uurwerken heeft hij niet– maar klokken zijn het niet. Gosen noemt ze time objects. „Het uurwerk is maar een klein onderdeel van het kunstwerk.”
Tegelijk is het de symbolische waarde van het uurwerk die de kunstwerken verbindt. De klok was lange tijd namelijk een grote bron van stress voor Gosen. Toen hij nog zijn eigen reclamestudio had, zat hij geregeld hele nachten door te werken aan een opdracht. „Alles moest gisteren klaar.”
Met het maken van de tijdobjecten heeft de Waalrenaar de tijd zelf in de hand. Zelfs al kost het hem ook nu weleens een paar uurtjes nachtrust om een exemplaar af te krijgen. „Als ik iets aan het creëren ben, wil ik resultaat zien. Dus ga ik door.” „Hij kan niet stoppen”, vult zijn vrouw Jeanny aan. „Soms is hij 80 uur per week met de klokken bezig.”
Ze vindt het „prima” dat haar man zo opgaat in zijn hobby. „Na het ongeluk viel hij in een gat, dat bracht hem veel onrust. Zeker omdat hij altijd creatief bezig is geweest.” Soms heeft ze een tip voor een ontwerp. Gosen: „Dan denk ik: dat valt te bezien.”
Tussen alle artistieke klokken in de woonkamer valt het kleine standaardklokje in de vitrinekast wat uit de toon. Gosen: „Die heeft Jeanny er neergezet. Ik haal hem steeds weg.” Jeanny: „En dan zet ik hem weer terug.”
Heeft hij na die twee jaar knutselen een favoriet? „Meerdere.” Gosen wijst op een rechthoekig voorwerp met een houten labyrint. Ook het doolhof maakte hij zelf. „Echt priegelwerk.” Hij blijft een perfectionist. „Eigenlijk is een time object nooit geslaagd. Er zijn wel dingen waar ik blij mee ben, zoals deze. Maar sommige zou ik willen weggooien, terug de container in.”
Een paar stappen door de tuin leiden naar Gosens atelier, in zijn woorden „een grote puinhoop.” Een buitenstaander ziet vooral creativiteit. Klokken staan gebroederlijk door elkaar op de planken. Een van de wanden herinnert met zijn potten verf aan de tijd dat Gosen schilder was. In het midden zijn werkbank. Solderen en lassen doet de Brabander ook allemaal zelf. Niet dat hij er een cursus voor gevolgd heeft; hij doet het op gevoel. En dan gaat het weleens mis. „Ik had tot een paar weken geleden een lasapparaat uit het jaar nul. Daar heb ik echt mee moeten leren werken.”
Marktplaats
Met de verkoop van de time objects is hij nog niet gestart. Dat ligt hem ook niet zo, vertelt hij. „Mensen zeiden aan het begin: Zet ze op Marktplaats. Maar dat wil ik sowieso niet. Dan bieden mensen straks een luttel bedrag.”
Wat hij wel zoekt: erkenning. Daarom speurt hij naarstig naar expositieruimte, zodat zijn time objects de aandacht krijgen die ze verdienen. Mogelijk komt er een plekje vrij in het Klokgebouw van Philips, in Eindhoven. Ondertussen ontstaat het ene na het andere kunstwerk onder zijn handen. „Van niets iets maken, dat doe ik het liefst.”
Wie meer wil weten van de time objects van Ger Gosen, kan mailen naar info@kreativitijd.nl.
Markant
Deel 3 in een serie over mensen met een opvallende leefwijze. Volgende week vrijdag deel 4.