Zeeuwse zeeman maanden langer van huis door corona
„Wanneer komt papa naar huis om pannenkoeken voor mij te bakken?” Vele malen stelde de oudste dochter van Leendert en Lianne de Mik die vraag. Vijf weken zou pa als kapitein op zee zijn. Door de coronacrisis werd het ruim drieënhalve maand.
In de hal van de woning in Oud-Vossemeer dwarrelen ballonnen rond. Op het raam in de woonkamer staan kreten als ”hoera”, ”welkom” en ”eindelijk thuis”. Het tekent de feestelijke sfeer rond de terugkomst van kapitein Leendert de Mik (32). Nadat zijn vertrek naar huis keer op keer werd uitgesteld, sloot hij afgelopen week zijn vrouw Lianne (28) en dochters Annelin (bijna drie) en Amélie (bijna één) weer in de armen.
Sinds 2015 vaart Leendert, die in Vlissingen naar de Zeevaartschool ging, als kapitein voor Werkendam Shipping Company, zijn derde werkgever. Zijn schip kan alle niet-vloeibare lading vervoeren, zoals stukgoed en graan. „In het begin voeren we voornamelijk in Europa. Dat is verschoven naar Australië. We onderhouden een lijndienst tussen het Australische Brisbane en Port Moresby in Papoea-Nieuw-Guinea, een reis van ongeveer vijf dagen. Op dit moment vervoeren we vooral containers met groot materieel voor een mijnbedrijf.”
Niets wijst erop dat zijn gezin hem maanden moet missen, als Leendert op 10 maart op het vliegtuig naar Australië stapt. Geregeld is hij zeven of acht weken van huis, deze keer zou het slechts vijf weken zijn. Hoewel de eerste berichten over corona het nieuws halen, rinkelen er bij het zeemansgezin geen alarmbellen. „Het was een virus in China. Bij aankomst in Australië golden er nog geen regels zoals het checken van je temperatuur of het invullen van vragenlijsten”, zegt Leendert.
Cycloon
Vanaf 12 maart ligt hij twee dagen met het containerschip Filia Ariea voor anker om een cycloon af te wachten. Intussen worden er allerlei coronamaatregelen van kracht. Lianne: „Toen Leenderts baas naar Nederland vloog, nadat hij was afgelost, vielen alle grenzen achter zijn rug dicht. Hij was net op tijd thuis. Anderen zouden een halve week later vertrekken, maar dat was toen niet meer mogelijk. Er gingen geen vluchten meer.”
Ook voor Leendert is de geplande terugkeer naar huis na vijf weken onmogelijk, omdat hij niet kan worden afgelost. Het Zeeuwse gezin stelt zich er gaandeweg op in dat hij tot en met mei op zee zal blijven. „Op 1 juni zouden de regels worden versoepeld. We hoopten dat hij dan snel naar huis kon komen”, zegt Lianne, die door de langere afwezigheid van haar man tegen praktische problemen aan loopt.
Tot de geboorte van haar kinderen werkt de sociaalpedagogisch hulpverlener in de gehandicaptenzorg. Nu ondersteunt ze via een persoonsgebonden budget één middag per twee weken een gezin met de zorg voor hun dochter. „In periodes dat Leendert thuis is, logeert dit meisje ook geregeld bij ons in de weekenden. Als ik alleen ben, red ik dat niet. Omdat Leendert langer aan boord bleef, kon het logeren al die tijd niet doorgaan. Uiteindelijk hebben mijn ouders het meisje in de weekenden opgevangen.”
Bij alle media-aandacht voor de impact van de coronapandemie vormen zeemansgezinnen een vergeten groep, merkt Lianne op. „Er wordt geklapt voor de zorg, het onderwijs krijgt meer waardering dan ooit en de werkers in het openbaar vervoer zijn helden. Allemaal terecht. Maar voor zeemansgezinnen is geen aandacht, terwijl die ook volop te maken hebben met de gevolgen van de coronacrisis.”
Via een Facebookgroep van vrouwen van zeelieden krijgt Lianne tal van verhalen onder ogen. „Er zijn vrouwen van wie de man al 25 weken weg is en nog steeds niet terug kan. In veel gezinnen wachten kinderen al maanden tot papa weer met hen met de lego kan bouwen, verhaaltjes gaat voorlezen of hen leert fietsen. Intussen moeten de moeders allerlei ballen in de lucht houden. Dat vraagt veel van hen. Het gezinsleven draait wel door, maar niet zoals ze graag hadden gewild. Dat is onzichtbaar leed.”
Sommige zeemansvrouwen werken veel buitenshuis, zegt Lianne. „Zeker in het begin, toen de scholen dicht waren, konden ze vanwege coronamaatregelen moeilijker een beroep doen op hun sociale netwerk. En ze mochten hun kinderen niet naar de kinderopvang brengen, want zeeman is geen vitaal beroep. Dat is vreemd. Zeelieden zorgen er onder meer voor dat we hier in Nederland mondkapjes, medisch materiaal en andere noodzakelijke spullen aangevoerd krijgen.”
Spanningen
Aan boord van het schip gaat het werk intussen gewoon door en levert de aanhoudende coronacrisis spanningen op. Leendert: „Als kapitein ben je voor de bemanning als een soort vader voor zijn gezin. Ik informeer dagelijks hoe het met de vier officieren en drie matrozen gaat. De Filipijnse matrozen zullen niet snel zeggen hoe ze zich voelen, maar je ziet het soms aan hun gezicht. De een kon niet naar huis nadat de vader van zijn vriendin was overleden. De vrouw van een andere matroos is bevallen, terwijl hij al vele maanden niet weg kan.”
De kapitein probeert mee te leven, „maar ik kan geen valse hoop bieden. Je weet niet hoe lang het duurt voordat de mannen terug kunnen. In Manilla wordt maar een beperkt aantal mensen dat vanuit het buitenland komt, toegelaten. Het is frustrerend dat je daar niets aan kunt doen.”
Behalve met aanhoudende onzekerheid over het verlof heeft de bemanning te maken met sterk beperkte vrijheid als het schip in een haven ligt. Normaal kunnen de zeelieden in Port Moresby bijvoorbeeld terecht in een Yacht Club om een biertje te drinken en te poolen. „Even ontspannen.” Vanwege corona valt die mogelijkheid nu weg.
„Je zit op een soort drijvende gevangenis. Naarmate het langer duurt, merk je dat de lontjes korter worden, al heb je ook buiten coronatijd soms te maken met kleine conflicten aan boord. Dat hoort erbij als je 7 keer 24 uur op elkaars lip zit. De regel is: blijf er niet in hangen. Het is een kwestie van even schelden en het dan uitpraten en verdergaan met je leven.”
Aftellen
Half juni krijgt Lianne nieuwe hoop op Leenderts spoedige thuiskomst. „Vanaf 15 juni konden mensen weer met het vliegtuig op vakantie. Maar veel zeemannen konden nog steeds niet naar huis.”
Leendert krijgt geregeld te maken met nieuwe regels voor onder meer de wisseling van de bemanning. „Er kwam steeds meer papierwerk om van en naar het schip te kunnen komen. Bemanningsleden hebben niet alleen een zeemansvisum en een werkgeversverklaring nodig, maar moeten ook allerlei formulieren invullen. Iedereen moet aangeven welke producten hij meeneemt en zijn hele reis op papier vastleggen, inclusief het gebruik van taxi’s en hotelovernachtingen.”
Op den duur kan Leendert alle steeds veranderende regels naast zijn gewone werk niet goed bijhouden. „Onze agent in Brisbane bleek helaas niet altijd goed op de hoogte te zijn. Zo stonden er een keer collega’s op Schiphol klaar om te vertrekken, maar zij werden niet doorgelaten bij de douane. Ze hadden een extra formulier nodig, een zogeheten ”uitzondering om te reizen”, om Australië binnen te komen, maar dat was niet geregeld. Ze moesten terug naar huis, waardoor ze anderen niet konden aflossen.”
Een paar keer lijkt Leendert zelf op het vliegtuig naar Schiphol te kunnen stappen, maar gaat dit op het laatste moment toch niet door. De kapitein die hem moet aflossen kan door ingewikkelde procedures bijvoorbeeld niet naar Australië vertrekken.
Het wachten valt Lianne zwaar. „Het lastigste vond ik dat je niet weet waar je aan toe bent. Normaal gesproken begin ik met aftellen zodra Leendert aan boord gaat. Maar ik had nu geen idee wanneer hij zou komen. Elke keer als dat werd uitgesteld, moest ik energie verzamelen om thuis alles weer enkele weken alleen te moeten doen.”
Ook voor Annelin was het lastig dat haar vader langer wegbleef dan ooit. „Elke keer vroeg ze wanneer papa nu eindelijk naar huis zou komen om pannenkoeken voor haar te bakken. Dat is namelijk traditie tijdens zijn verlof. Wekenlang moest ik haar het antwoord schuldig blijven.”
Vanaf het schip heeft Leendert dagelijks telefonisch en per app contact met zijn gezin. „Zeemannen zeggen vaak: happy wife, happy life. Zo lang het thuis goed gaat, is alles prima. Als ik merkte dat het met Lianne even wat minder ging, was dat voor mij ook lastig.”
Kerkdiensten
Meeleven van mensen uit de omgeving doet Lianne goed. De predikant van de protestantse gemeente Oud-Vossemeer, waarbij het gezin is aangesloten, vraagt in een weekbrief een keer aandacht voor gemeenteleden die ver van huis zijn, onder wie Leendert. „Doordat de kerkdiensten online waren, zag ik op zondag geen gemeenteleden, maar als ik in het dorp mensen tegenkwam, vroegen ze weleens hoe het ging. Sommigen stuurden een kaartje. En de kaasboer informeerde geregeld of Leendert al thuis zou komen.”
Aan het eind van zijn periode op zee heeft Leendert zelf mailcontact met de predikant. Aan boord volgt hij met de bemanning diensten via internet. „We werken van maandag tot en met zaterdagmiddag. Op zondagochtend eten we met elkaar zelfgebakken croissants. Daarna volgen we om halfelf op de brug bijvoorbeeld de Engelstalige tv-kerkdienst van Hour of Power omdat de Filipino’s die ook kunnen verstaan.”
Zondagavond wordt er een Nederlandse kerkdienst beluisterd. „We hebben mensen uit diverse kerken aan boord. Ik kies dan voor een dienst die voor iedereen enigszins herkenbaar is, bijvoorbeeld van de hervormde gemeente in Arnemuiden en soms van een gereformeerde gemeente.”
Verjaardagen
Als Lianne in de vierde week van juni het bericht krijgt dat Leendert naar huis komt, ervaart ze opluchting. „Zijn baas heeft zich er enorm voor ingespannen om dit mogelijk te maken. Maar het bleef toch spannend tot het moment dat Leendert op Schiphol aankwam. Voor de kinderen was het even wennen, vooral voor de jongste. Zij wist niet beter dan dat ze Leendert alleen op de telefoon zag. Bij Annelin merkte je echt dat ze hem had gemist. Hij moet haar elke avond naar bed brengen. En als hij even naar de brievenbus loopt of naar de kapper gaat, vraagt ze: Je komt toch wel meteen terug?”
Omdat een verlofperiode ongeveer even lang duurt als de laatste periode op zee, is Leendert naar verwachting veertien tot zestien weken thuis. De komende tijd staat allereerst in het teken van het aanhalen van sociale contacten met familie en vrienden. Leendert verheugt zich erop de verjaardagen van zijn beide dochters, in juli en augustus, mee te maken. „Ik was er niet bij toen de jongste ter wereld kwam, en ben blij dat ik op haar eerste verjaardag wel thuis ben.”
Voor verveling in de komende maanden is Leendert niet bang. „We hebben een oud huis waaraan altijd iets valt op te knappen. En we zijn bezig met de tuin. Ik heb als hobby bierbrouwen. Dat wil ik ook weer gaan doen.”
Hoe het coronavirus zich de komende tijd wereldwijd zal ontwikkelen, is afwachten. Over de mogelijke invloed van de pandemie op een volgend buitenlands verblijf van Leendert denken hij en zijn vrouw nog niet na. Lianne: „Hij gaat pas in het najaar weer weg. We maken ons nog geen zorgen om wat er dan kan gebeuren. We gaan eerst maar eens genieten van de tijd dat hij thuis is.”