Eerste Kamer akkoord met ruimere Embryowet
Wensouders mogen er na het doorlopen van een ivf-procedure voor kiezen om alleen mannelijke dan wel vrouwelijke embryo’s te laten terugplaatsen, als vaststaat dat het risico op een kind met een erfelijk overdraagbare aandoening daarmee aanzienlijk wordt verkleind.
Dinsdag stemde de Eerste Kamer in met een wetsvoorstel van minister De Jonge (Volksgezondheid) met deze strekking, op SGP en FVD na.
Over de verruiming hadden VVD, CDA, D66 en ChristenUnie al afspraken gemaakt in het regeerakkoord.
Momenteel staat de Embryowet slechts geslachtsselectie toe wanneer er een risico is op een ernstige en erfelijke aandoening die volledig geslachtsgebonden is. Als gevolg van het aanpassen van de wet kan het voortaan ook bij erfelijk overdraagbare aandoeningen die vaker bij het ene dan bij het andere geslacht tot uiting komen, terwijl de genetische risicofactor bij jongens en meisjes hetzelfde is.
In het debat over de wet met de Tweede Kamer benadrukte De Jonge overigens dat geslachtsselectie pas in beeld komt, wanneer er na een ivf-procedure enkel nog embryo’s met gendefecten beschikbaar zijn. In dat geval mogen ouders dus kiezen voor het geslacht met het laagste ziekterisico.
SGP-senator Van Dijk motiveerde zijn tegenstem vooraf met een stemverklaring. Daarin zei hij dat zijn partij huiverig is voor een samenleving waarin pril menselijk leven mag worden gedood om bepaalde aandoeningen te voorkomen en uit te sluiten. „Als mensen vergrijpen we ons zomaar aan de macht die is voorbehouden aan onze Schepper”, aldus Van Dijk.