Eerste rooms-katholieke kerk voor Almere
Aan de rand van de muziekwijk in Almere, tussen groen geboomte en dicht bij de provinciale N702, wordt een nieuwe kerk gebouwd, de St. Bonifatiuskerk, voor de rooms-katholieke parochie. Het is de eerste rooms-katholieke kerk voor Almere.
Het is nog een bouwplaats, vol buizen, steigers, shovels en mortelmolens. Op een groot bord langs de Contrabasweg staat: „Hier wordt de bouw van een r.k. kerk voor heel Almere gerealiseerd.”
De contouren van de kerk zijn al helder. Het wordt een groot kubusachtig gebouw, opgetrokken in gele metselsteen, met bovenop het middenschip een kleinere bovenbouw. Enkele weken geleden plaatste een bouwvakker bovenop het grijze kruis.
Binnen wordt hard gewerkt. Er wordt geboord, geschaafd en gezaagd. Het ruikt er naar hout. Ronald Blokzijl, de uitvoerder, vindt het best „een uitdaging”, een kerk bouwen. „Veel kerken gaan dicht of worden omgebouwd tot iets anders. Hier in Almere wordt een nieuwe kerk gebouwd. Dat is toch mooi.”
In de buitengevel is de eerste steen ingemetseld, met daarin de tekst gegraveerd: ”Mijn huis zal heten huis van gebed voor alle volken, Jes. 56:7.”
Aan de overkant van de Contrabasweg loopt een vrouw –onder de tatoeages– met haar hond. Wijzend naar de kerk in aanbouw: „Wat ik ervan vind, van zo’n grote kerk in onze buurt? Ik heb er geen mening over. Ik wil me niet overal druk over maken. Zolang ik er maar geen last van heb. Misschien moet u dit over een jaartje nog eens komen vragen.”
Kerkelijk bureau
De inwijding van de Bonifatiuskerk is gepland voor ergens in september. Tot zolang is het kerkelijk bureau van de parochie elders ondergebracht, op bedrijventerrein Randstad.
Op de benedenverdieping is Topvorm Fysiotherapie gevestigd. De bovenverdieping is voor het kerkelijk bureau. Er zijn vier werkplekken, één voor pastoor Sandor Koppers, drie voor vrijwilligers. Als straks de nieuwe kerk is ingewijd, verhuist het bureau ook naar de kerk.
Aan een van de wanden hangt een foto van paus Franciscus. Op een grote poster staat de tekst: „Bouwt u ook mee aan de nieuwe rooms-katholieke kerk?”
Flevopolder
In 1976 kwamen de eerste bewoners naar de drooggelegde Flevopolder. Pastoor Koppers: „Er gingen ook een dominee en een pastoor in de polder wonen. Ze wisten dat ze elkaar nodig hadden en zochten elkaar direct op. Het was een enthousiast stel. In de polder was alles nieuw en er was veel spirituele spirit. De mensen zeiden tegen elkaar: „Nu gaan we alles beter doen. We gaan niet meer vervelend tegen elkaar doen. Ook in de kerken niet.””
Er kwam een gebouw voor drie kerkelijke gemeenschappen in Almere, voor de hervormden, de gereformeerden en de rooms-katholieken, het kerkcentrum De Lichtboog aan de Klokkeluiderstraat. De drie kerken zijn nog steeds elk voor eenderde deel eigenaar van De Lichtboog.
Ellie Baas, secretaris van de bouwcommissie van de Almeerse Bonifatiusparochie, heeft die begintijd meegemaakt: „In de loop van de tijd groeide vooral de groep katholieken. We groeiden zelfs de tent uit. En gaandeweg ontdekten we dat de oecumenische gedachte niet echt leefde bij een groot deel van de parochianen, en dat een oecumenisch gebouw niet echt aansloot bij onze katholieke behoeften. De diepere beleving van de rooms-katholieke liturgie kwam niet goed tot z’n recht. Mensen wilden een katholieke viering in een kerk met een sacrale inrichting, waar het innerlijke gevoelsleven zich een weg kon banen. Het verlangen naar een eigen kerk werd steeds groter. In mei 2019 ging in de Muziekwijk de eerste schop in de grond.”
Geen triomfalisme
De parochianen hebben meegedacht over hoe de kerk eruit moest gaan zien, vertelt Baas. „We krijgen een kerk die er ook echt als een kerk uitziet, compleet met een Mariakapel, een gemetseld altaar, een tabernakel en ruimte voor de kruiswegstaties. Maar het blijft een bescheiden gebouw. We willen geen triomfalisme meer. Het rijke roomse leven is voorbij. Geld voor een klokkentoren is er nog niet. De kerk wordt wel zodanig gebouwd dat er later altijd nog een toren kan komen.”
In september wordt de kerk ingewijd door bisschop Jan Hendriks van het bisdom Haarlem-Amsterdam. De consecratie van een rooms-katholieke kerk is een heel ritueel, zegt pastoor Koppers. „Het gebouw moet worden onttrokken aan de wereld, de wanden en het altaar worden gezalfd en we gaan de kerk opdragen tot een aan God gewijde plaats waardoor de Heilige Geest bezit van de kerk kan nemen. Daar zijn we al met al wel een halve dag mee bezig.”
Roeping
Pastoor Koppers (56) is opgegroeid in Amsterdam, was actief in de stedelijke rooms-katholieke parochie en studeerde economie. „Totdat ik dacht: Nee, dit wil ik niet mijn hele leven doen, economie. Er werd een roeping tot de kerk in mij losgemaakt. Biddend en zoekend ben ik daarin mijn weg gegaan, ben theologie gaan studeren aan de Katholieke Theologische Universiteit in Amsterdam.”
Koppers werd pastoraal werker in Alkmaar en werd in 2005 tot priester gewijd. Sinds 2009 is Koppers pastoor van de Bonifatiusparochie in Almere. „Ik voel mij van top tot teen een geestelijke. Als priester mag ik Christus volgen, mensen bij Jezus brengen en de gemeenschap dienen. Noem mij maar een intermediair, iemand als Johannes de Doper, die mensen doorverwijst: „Zie, het Lam Gods.” Mensen moeten bij Hem zijn, bij het Lam Gods, niet bij mij.”
En bij Maria?
„Zij is Zijn moeder en wordt door ons vereerd. Maar wij aanbidden haar niet, want wij aanbidden alleen Jezus. Aanbidden voert veel verder dan vereren. Maria was slechts Zijn moeder. Op de bruiloft te Kana doet zij wat Hij zegt. Maria is voor ons wel toegankelijker dan Jezus. Jezus was God en mens. Maria was maar een gewoon mens, was dus menselijker dan Jezus. Wij zien Maria niet als medeverlosseres. In genen dele. Zij hing niet aan het kruis, ze stond eronder.”
De Rooms-Katholieke Kerk zit in een crisis. Maar in Almere groeit het aantal rooms-katholieken opeens. Vanwaar?
„Almere is een groeigemeenschap. Hier wonen steeds meer mensen, ook steeds meer niet-westerse allochtonen uit alle hoeken van de aarde. Inmiddels telt de polderstad meer dan 220.000 inwoners. Onder hen bevinden zich veel mensen uit Oost-Europese landen, uit Latijns-Amerika en uit Afrikaanse landen, zoals Burundi, Kameroen en Nigeria, uit de Nederlandse Antillen, Syrië en Indonesië.”
Almere mag dan de meest seculiere stad van Nederland zijn, je vind er ook mensen die een hunkering kennen naar religie, naar spiritualiteit, zegt Koppers. „Velen willen toch ergens bij horen, ergens achteraan lopen. Mensen zoeken zekerheid, houvast, richting in hun leven, troost in hun noden. Voor al die mensen met hun verschillende culturele achtergrond is het geloof de verbindende factor.”
In de Rooms-Katholieke Kerk zijn de sacramentele handelingen wereldwijd hetzelfde. „Onze eucharistieviering is precies dezelfde als die in Azië. Dat geeft immigranten een stuk herkenning, zo van: „Hé, dit kennen we van thuis.” Ze kunnen dus zo aanschuiven. Gisteren had ik nog een doopgesprek met zeven ouderparen. Er zaten zeven nationaliteiten aan tafel.”
Nieuwkomers moeten zich in de kerk thuis kunnen voelen, zegt Koppers. „Daar doen we echt ons best voor. Iedere mis is bij ons een feest en elke eucharistieviering wordt goed verzorgd. We zijn gastvrij en gebruiken geen ingewikkelde taal. Na afloop is er ruimte voor ontmoeting, met een hapje en een drankje, een warm loempiaatje of een Spaanse snack. Bij ons voelen mensen zich al gauw gekend en herkend.”
Wat is uw boodschap voor al die mensen, wat wilt u tegen hen zeggen?
„We zijn vriendelijk orthodox en zetten de leer niet op scherp, we zoeken niet de uitersten op. Onze parochie wil open en toegankelijk zijn, we willen nabij zijn, naast de mensen staan.”
Opeens zegt de pastoor: „Op de kansel ben ik een leeuw. Bij de biecht ben ik een lam. Ik wil het beeld van Jezus als de Goede Herder uitstralen.” De boodschap is dat God liefde is. Het Evangelie is ons uitgangspunt. In dat Evangelie zoeken wij Christus. Wij zijn Zijn leerlingen en leggen altijd weer ons oor te luisteren bij wat Hij zegt. In de preek is Johannes de Doper mijn voorbeeld: „Zie, het Lam Gods.” En deze Jezus, dit Lam van God, roept op tot bekering, tot omkering, want we moeten in ons leven leren om Hem te volgen.”
De Rooms-Katholieke Kerk is in Nederland al lang geen volkskerk meer. „Dat is voorbij. Dat heeft ook goede kanten, want de angstcultuur in de kerk is verleden tijd geworden. We hebben een cultuuromslag achter de rug. Mensen zijn mondig geworden, mogen zelf in de Bijbel lezen, worden niet meer gecontroleerd in wat ze denken of doen. Als iemand in deze tijd op zondag naar de mis gaat, moet het wel iets van zijn hart zijn. Geloven kun je in je eentje doen, maar beter is het om dat in gemeenschap met anderen te doen.”
De rooms-katholieke geloofsgemeenschap in Nederland is klein geworden. Pastoor Koppers weet het. „Maar de kerk blijft het zout der aarde, en een snufje zout kan al wonderen doen.”
Nieuwe kerk in een krimpende RKK
De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland verkeert in zwaar weer, al jarenlang. In de periode tussen 2015 en 2017 verlieten 113.000 Nederlanders de Rooms-Katholieke Kerk, als gevolg van de secularisatie, maar ook veroorzaakt door schaamte bij de parochianen vanwege misstanden in de kerk. De kerk krimpt. Maar in Almere wordt binnenkort de eerste rooms-katholieke kerk geopend. Sommigen hebben het al over ”Het wonder van een polderstad”.