Hoekstra geen kandidaat voor CDA-leiderschap
Minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) is niet beschikbaar voor het lijsttrekkerschap van zijn partij.
De bewindsman liet dat woensdag weten in De Telegraaf, twee dagen nadat het partijbestuur het verloop van de benoemingsprocedure duidelijk maakte.
Als reden voert Hoekstra aan dat hij zichzelf meer bestuurder dan beroepspoliticus vindt. Hij zegt in de krant dicht bij zichzelf te willen blijven. „Een partijleider is iets anders dan een minister, verschillende rollen vragen andere dingen”, laat hij verder optekenen in het interview.
Onduidelijk is in hoeverre Hoekstra met zijn besluit de strategie van de partijtop doorkruist. Vast staat dat het CDA enorm verguld was met het beeld dat het maar liefst twee topkandidaten in huis had die stonden te trappelen om de partij te gaan leiden en misschien premier Rutte wel naar de kroon konden steken. Dat plaatje valt abrupt in duigen nu Hoekstra bedankt voor de eer.
Bij een deel van de CDA-achterban zal de teleurstelling bovendien groot zijn. Onder andere de CDA-jongeren droegen Hoekstra op handen en ook in Brabant en Limburg was hij populair.
Ook voor de andere veelgenoemde kandidaat, VWS-minister Hugo de Jonge, pakt Hoekstra’s beslissing eerder nadelig dan voordelig uit. Áls het bestuur hem had willen voordragen en de leden dat hadden bekrachtigd, had hij te boek gestaan als de beste van de twee. Nu dreigt hij de kandidaat te worden die de stap naar voren wel moest zetten, omdat een andere kanshebber daar geen brood meer in zag.
Na een carrière in het bedrijfsleven werd Hoekstra in 2011 op zijn 35e Eerste Kamerlid voor het CDA. Niemand was verrast toen toenmalig partijleider Sybrand Buma hem in 2017 voordroeg als minister van Financiën. In de partij zong toen al rond dat hij werd klaargestoomd voor een mogelijk leiderschap.
Overigens verzekert Hoekstra dat hij het partijbestuur in geen enkel opzicht voor een verrassing plaatst. „De afgelopen tijd, bijvoorbeeld in februari, heb ik aan de partijtop het signaal afgegeven dat ze er rekening mee moesten houden dat ik het niet zou doen”, zegt hij in het interview.
Op 26 juni doet het partijbestuur een voordracht, zo maakte het CDA maandag bekend. Wie zich daarna nog tegenkandidaat wil stellen, dient zich daarvoor al te hebben verzekerd van de steun van drie provinciale afdelingen, tien gemeentelijke afdelingen of 1 procent van de leden.